vrijdag 9 augustus 2013

negenenveertig

En toen begon mijn vijftigste levensjaar. 
Leeftijden hadden me tot dan toe niets gezegd. Met mijn dertigste woonde ik in Amsterdam en was ik net vader. Het leven lachte me toe en ik keek erg uit naar de dag van morgen. Ook met mijn veertig, bleef het leven leuk. Ik had net de wandeling naar Santiago de Compostella gemaakt, woonde inmiddels in Amersfoort en had ik het reuze naar mijn zin. Ik had een leuke baan, een leuk muzikaal duo en bruiste na de wandeling van de energie.
Vijftig zou geen probleem worden, leven is iedere keer weer mooi. Toch begon er iets te knagen in mijn maag. Waarom? Zou ik dan bang zijn voor de vijftig? Redenen genoeg om ook dat weer leuk te gaan vinden. Zelfs mijn broer boven mij had de vijftig gehaald, terwijl hij vlak daarvoor een herseninfarct had overleefd. Waarom ik dan niet?

Vanaf begin van dit kalenderjaar begon het fatalistische vormen aan te nemen. Om de een of andere duistere reden voelde ik vooral dit. “Zie nu maar eerst vijftig te worden, dan komt de rest vanzelf.”  Alsof ik wist wat ik nu weet.
De vijftig ga ik zo goed als zeker halen, maandag is het zover en daarna zie ik wel verder. Komend weekeinde vieren we dit met ons tweeën in Den Bosch. Maandag vier ik het in mijn favoriete kroeg  in Breda met familie, vrienden en KOOS en later doe ik het nog eens over in Amersfoort. Als er iets te vieren is moet je het goed doen.

Overigens is mijn moeder het hier niet mee eens. Volgens haar ga ik een weekeinde te vroeg naar Den Bosch. Je viert pas iets als je het gehaald hebt, anders is het de Goden verzoeken. Hoezo is mijn moeder een goed katholiek!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten