vrijdag 30 augustus 2013

laatste

De laatste vakantiedag is begonnen. Zeven weken van weinig verplichtingen, doen waar je zin in het en genieten van het mooie weer zijn omgevlogen. Vanaf maandag weer op zoek naar een nieuwe balans. Een balans tussen gewoon en ongewoon. Een balans tussen wel en geen toekomst. Een balans tussen wat kan ik wel en wat kan ik niet. En vooral een balans tussen wat wil ik en wat wil ik niet.

 De laatste vakantiedag heeft een vol programma. Allereerst mag ik een laatste shot gaan halen van mijn vierde chemo. Zo’n shot is iedere keer een prettig rustmoment, al klinkt het anders. En aan gezien het de vierde is, moet het gevierd worden. Ik denk met een lunch op één van de amersfoortse pleinen of aan het water. Hierna mag ik naar mijn werk, kennismaken met mijn nieuwe collega’s. Deze ga ik de komende tijd begeleiden en wegwijs maken binnen de school. Het begin van een nieuwe periode. Wel werk, geen les. Ik zal er voor de volle 30% tegengaan. Vervolgens wordt de dag wederom afgesloten met een borrel. Deze is in Baarn gepland. Bijkletsen met collega’s over de vakantie en plannen maken voor het nieuwe schooljaar.

De laatste vakantiedag, de vooravond van een nieuw schooljaar. Ik ben nieuwsgierig hoe het nieuwe schooljaar zal verlopen. Één ding weet ik zeker. Over een paar weken wordt er weer uitgekeken naar een vakantie. En maandag  zal iemand zeggen: “Nog zeven weken en het is weer vakantie.” Tegen die tijd hoop ik een nieuwe balans te hebben gevonden. Een balans tussen leven en overleven. Ik ga vooral  de nadruk op leven leggen. Ik kijk er naar uit!

donderdag 29 augustus 2013

niets

We wonen voor vier dagen in een strandhuis aan de Zeeuwse kust. Een fantastische uitvinding, vooral voor degene die altijd al aan de zee wilden wonen. Het enige wat je de gehele dag hoort is het ruisen der golven en soms het suizen van de wind. Verder stilte. Het toeristenseizoen is bijna ten einde, dus is het rustig op het strand. Er zitten wat dagjes mensen, de dichtstbijzijnde camping is redelijk gevuld met Duitsers en wat verdwaalde Nederlanders. Verder heerst er rust. Je hoeft hier niets en dat besluit ik vandaag te gaan doen. Helemaal niets. Vanuit het terras kijk ik op het strand en water neer. Het is net een film die voorbij trekt. Er lopen wat mensen, een groepje staat te beachvolleyballen, men zwemt en zonnebaadt, honden worden uitgelaten, de wind waait een windscherm weg, schepen varen voorbij. Heel veel schepen, allen op weg naar Antwerpen of ze komen daar vandaan. Van ieder schip kan ik op de app bekijken waar ze naar toe gaan en wat hun vracht is; Ik kan het ook laten. Het strandpaviljoen is vlakbij. Ik kan er heen lopen om iets te drinken, maar dat staat ook in de koelkast. Ik kan de zee in gaan. Ik kan blijven kijken. Gefascineerd kijken. Het mooiste is dat het geen seconde verveelt. Ik lees wat, slaap wat, zwem wat en kijk naar niets. Er komt geen eind aan. Ik hoef niet van het strand af, ik blijf er slapen, dus er volgt straks nog een hele avond, samen starend met mijn lief naar niets. Het wordt eb en het wordt vloed. Er blijven boten voorbij komen. De zon gaat onder. Morgen komt de zon weer op. En verder? Helemaal niets. Heerlijk!

woensdag 28 augustus 2013

ochtendduik

Je doet je zwembroek aan en loopt richting zeewater. Dit blijft altijd iets spannends hebben, hoe koud is het water. Het droge zand wordt ingeruild voor nat zand en je weet dat je nog terug kan. Vervolgens raken eerst je tenen het zeewater. Ai toch wel koud. Er rolt een golf over je voeten en je trekt even terug. Vervolgens de tweede voet erbij. Je laat je niet zo snel uit het water slaan! Voor je het weet sta je tot je knieën in het water. Heerlijk, denk je, maar het blijft aan de koude kant. De golven reiken net tot onder je zwembroek. Een paar stappen erbij en de golven komen boven je zwembroek, tot je navel. Dit is het moment dat je moet kiezen. Nu doorzetten of gauw terug. Je springt nog een beetje mee met de golven in de hoop dat het koude water weg kan springen. Op deze manier lijkt het dat het water niet hoger komt. Dan is er geen houden meer aan. Snel drie passen en plons, daar ga je, het zeewater in. Wat is het water weer lekker als je er eenmaal in bent. Nog een paar slagen en je bent er helemaal doorheen. Ongelofelijk dat je zo twijfelde. Lekker meedeinen op de golven, zo kan je wel uren in het water blijven.
Dan komt het moment dat je eruit gaat. Hoe moet dat ook al weer. De zon schijnt nog niet fel, uit het water voelt het koud aan door de wind en het zand zit overal. Lang in het water blijven liggen, als het ondiep wordt opstaan en snel richting handdoek. Koud. Afdrogen en zo snel mogelijk terug om aan te kleden. Je hoort alleen het ruisen der golven en je loopt op het gemakje terug..   

vrijdag 23 augustus 2013

vakantie

Het is al twee weken stil in de achtertuin. Het is bijzonder dat de buren zoveel rekening met mij hebben gehouden. Z zijn allemaal tegelijk met vakantie. Dit houdt in dat we s ochtends kunnen uitslapen zonder dat er om half negen al kinderen op straat zijn. Er worden geen ouders naar hun werk uitgezwaaid. In de achtertuin kan ik naar vogeltjes luisteren, zonder dat er geroepen wordt. Er worden geen huilende kinderen buiten gezet. En als klap op de vuurpijl geen gillende buurvrouwen die hun kroost corrigeren. Niets van dit alles. De enkele kinderen die er wel zijn kunnen zich schijnbaar zonder gegil vermaken, dus wij genieten uitermate veel van de rust en stilte. Wat een zaligheid. Het kan dus echt. We kijken in alle rust naar de slakken, kikkers, vlinders en overig geteisem wat zich in de achtertuin beweegt.
Eergisteren kwam het eerste gezin weer thuis. Dit is nog niet direct hoorbaar in de achtertuin, maar in de straat is het al wat drukker, de skelters gaan alweer hard door de straat.
Gisteren zag ik een deur van een achtertuin open gaan en meteen hoorde ik huilende kinderen. Ik weet dat de meeste gezinnen vandaag thuiskomen. Prima timing, wij gaan vanaf zaterdag nog een week naar zee, naar de stilte.

Volgend jaar gaan we onze vakantie plannen aan de hand van het burenschema. Eerst vragen wanneer iedereen weggaat en dan zelf kijken welke weken het rustigst zijn om thuis te blijven. Ik had namelijk deze twee weken voor geen goud willen missen. Heerlijk, vakantie in eigen tuin!

donderdag 22 augustus 2013

vouwwagen

In 2000 gingen we voor het eerst op stap met een vouwwagen. Een oranje Holtkamper. Zwaar maar degelijk, geleend van vrienden. Helemaal super. Groot, slaapruimte genoeg en bij regen prima plek om binnen te zitten. Na deze vakantie kochten we een nieuwe tweedehandsje, die in 2010 weer vervangen werd door een andere. Heerlijk met zo’n ding even een vakantie rondtrekken of een weekeindje op stap, dichtbij of verder weg. Eerst even opzetten, je eigen sfeertje maken met kleine dingetjes en je staat weer op de mooiste plekken. Strak aan het water, in de bergen, in de bossen, het maakt eigenlijk niet uit. Het geeft toch iedere keer een gevoel van vrijheid en het bed slaapt heerlijk.
Vorig jaar gebruikten we de vouwwagen niet meer voor vakantie. De kinderen gingen niet meer mee, dus wij konden weer gaan lopen met de rugzak op. Ook dat is een gevoel van vrijheid, wat niet te beschrijven is. Je hele hebben en houden bij je, wat kan je gebeuren. Wel gingen we nog enkele weekeinden weg, dus besloten we het ding te houden.

Tja en dan verandert het leven drastisch. Ik wil niet meer met vakantie zonder een eigen toilet. Ook geen weekeinden meer en dan heb je niets meer aan zo’n ding. We hebben het eerst deze vakantie uitgeleend, maar nu is het klaar. Vanmorgen de laatste eigen dingen eruit gehaald en vervolgens alles wat erbij hoort in de vouwwagen gestaan. Daar staat ie, in de voortuin, te wachten op een nieuwe eigenaar die via marktplaats gevonden moet worden.

Het is maar materie; klaar is klaar! Alhoewel, misschien moeten we eerst nog een weekeindje naar het Erkemederstrand gaan. Met de vouwwagen om nog één keer te voelen hoe het voelt.   

woensdag 21 augustus 2013

kantklossen

In 1987 studeerde ik af in Tilburg als leraar Textiele Werkvormen en Handvaardigheid. Dit leverde mij meteen een groot probleem op. Ik wist één ding zeker, ik ga nooit lesgeven in textiele werkvormen. Na het afstudeerproject was ik voor jaren klaar met dit materiaal. Wat moest ik nu? Eerst uitrusten, vakantie houden, genieten van een uitkering en dan? Geen idee. 

Uiteindelijk werd ik getipt voor een vacature docent Kantoor- en Verkooppraktijk. Ik had nog nooit van deze vakken gehoord, maar kon er met wat fantasie wel iets bij bedenken. Hoe moest ik dit aanpakken. Het was namelijk een zwangerschapsverlof, waarvan de eerste weken al verstreken waren zonder docent. De nood was schijnbaar hoog. 
Ik besluit op vrijdagmiddag langs de school te gaan en mijn CV persoonlijk af te geven aan de directeur. De conciërge keek mij enigszins raar aan, toen ik zei dat ik de directeur zocht. Op de vraag heeft u een afspraak moest ik ontkennend antwoorden, maar ik voegde eraan toe dat het heel belangrijk was. Het gesprek met de directeur duurde slechts een kwartier. Ik legde uit wat het probleem was: Hij had geen docent en ik kwam niet aan het werk terwijl ik wel een lesbevoegdheid had. Ik zei: “Ik zie mogelijkheden en een win win situatie.” Hierop werd het lang stil. “Shit” dacht ik, “te hoog ingezet?” Toen gaf hij mij een hand en zei tot mijn grote schrik: “U krijgt maandag de boeken, dinsdag kunt u beginnen.” Dit werd het begin van mijn carrière als economiedocent. Ik moest dit vak geheel tot mij nemen. Ik had nooit één economieles gehad.

Als men aan mij vroeg wat mijn originele beroep is zeg ik altijd Juf Kantklossen. Dit omdat ik van de textiele werkvormen alle technieken beheers, behalve kantklossen. 

dinsdag 20 augustus 2013

kamergenoot

Zaterdagochtend 17 augustus fiets ik naar Hilton Amersfoort om mijn grote 24-uurs shot te krijgen. Niets engs, het lichaam wordt aan het werk gezet. Het wordt mijn vierde kuur. Het woord vierde inspireert me om deze kuur te vieren. Alles moet toch gevierd worden en ik ben net jarig geweest. Ik fiets eerst naar de markt om een krant en mijn fruithap te halen om ga vervolgens naar Multivlaai om een halve vlaai en 8 petit four te halen. Ik fiets de berg op en lever bij de medewerkerskamer het lekkers af met de woorden: “Ik vier de vierde chemokuur”. Eigenlijk is deze ook om te vieren. Ik krijg m extra omdat mijn conditie goed is, ik er redelijk weinig last van heb en dat men hierdoor over drie weken beter kan zien of deze vier kuren zin hebben gehad. Op 11 september uitslagen.

Mijn kamergenoten werken mee. De ene mag om elf uur naar huis, de andere vertrekt om half twaalf. Ik vind het heerlijk, een kamer voor mij alleen. Ik hoef niet te verhuizen met mijn bezoek, als ik een goed gesprek wil hebben kan ik gewoon blijven zitten.

De kamer blijft verder leeg. Voor vandaag staan gepland met Liesbeth R en Mariël. Trudie en René komen nog even langs, Gezellig, de dag kan niet stuk. Ik hoef geen koptelefoon op, de radio kan gewoon aan als ik dat wil. Ik kan ’s nacht lezen als ik wil. Niemand heeft last  van mijn licht.

Toch merk ik in de loop van de avond dat dit toch ook erg alleen is. Mis ik nu toch een kamergenoot? Slecht slapen doe ik toch wel. Nu word ik alleen wakker van mijn eigen gesnurk en kan ik me aan niemand ergeren. Het is ook nooit goed!

maandag 19 augustus 2013

gevaar

Een van de mooiste café s van Amersfoort is Café van Zanten. Het ligt op een hoek aan de rand van de binnenstad. Dagelijks open vanaf 10 uur. Er wordt een goed glas bier getapt, je kan er lekker op t terras hangen en enorm ouwehoeren. De eerste keer dat ik er kwam woonde ik niet eens in Amersfoort, sterker, Café van Zanten was mijn eerste kennismaking met Amersfoort. Samen met dochter Jip, 3 jaar, en Vera ging ik naar een van de voorlopers van het Smartlappenfestival en dit speelde zich af in Café van Zanten. Ik was onder de indruk. Een mooie grote toog, wat een mooi café, goede barkeepers. Dat was wat ik miste in mijn toenmalige woonplaats, Hilversum. Misschien was Café van Zanten ook een reden om naar Amersfoort te verhuizen!
Als je wat vaker in een kroeg komt ken je steeds meer mensen die er regelmatig komen. Het is geen probleem om alleen de kroeg in te gaan, je komt altijd wel iemand tegen om te kletsen. En daar ligt het gevaar. De locatie is te goed. Als ik naar de stad loop kom ik langs het café. “Hé Koen”, wordt er dan geroepen, “Je loopt toch niet door hè.” Of “Je biertje staat al klaar.”  Regelmatig ben ik stoer genoeg om te zwaaien en door te lopen. soms ga ik met frisse tegenzin naar binnen.

Vaker neem ik een sluiproute om niet langs het café te lopen en zo het gevaar te ontwijken. Het zijn wel wat extra meters die ik dan moet maken, maar dat heb ik er voor over. Om het lopen ingewikkelder te maken is dochter Jip onlangs tegenover het café gaan wonen.Vanaf haar raam overziet ze het terras. En voor ik het weet zit ze naast me.

vrijdag 16 augustus 2013

saxofoon

Ik was een jaar of dertien toen ik saxofoon ging spelen. Dat was nog niet zo gemakkelijk. Eerst zo'n instrument bij elkaar sparen en vervolgens lessen nemen, maar vooral spelen in mijn bandje. Vooral  oefenen, oefenen, oefenen. Slordig als ik ben oefende ik lang genoeg om het bijna te kennen. Er is namelijk geen muziekpartij die ik geheel foutloos speel. Er zit altijd wel weer ergens een slordigheidje in. Overigens is dit zoals ik ben, geen tienen mens, goed is goed genoeg.
Een legendarisch optreden was met collega Ton op een bruiloft. Ton speelde een blauwe maandag saxofoon en hij besloot dat we dit gemakkelijk moesten kunnen. Na een paar avonden oefenen, met daarbij de gebruikelijke drank en geouwehoer was het zover. Jammer dat we niet gelijk eindigden. Ton was klaar met zijn partij, ik was pas halverwege. Kwestie van luisteren en tellen.
Een ander legendarisch optreden was dat met de Rotico’s. ik meen dat het een feest was in Rotterdam. Wij, Rogier, Tie en ik werden een gelegenheidstrio. Wat we speelden, geen idee. Was het een succes, geen idee. Wel weet ik dat we verschrikkelijk veel plezier hadden.
Het één na laatste optreden met de Bendebekende was vijftien jaar geleden. Helaas had ik na die wilde avond geen idee waar ik mijn saxofoon had gelaten. Nooit meer teruggevonden. Erg slordig! Einde saxofooncarrière, ik heb geen nieuwe meer gekocht.

Op mijn vijftigste werd ik door de band verrast. Daar stonden ze met instrumenten en al. Gelukkig was er ook een geleende sax voor mij bij. Bij het horen van een nummer kwam de muziekpartij gewoon weer binnen, alsof ik gisteren nog had gespeeld. We speelden ouderwets, hard en vals. Wat een geluksmoment! Misschien toch nog maar snel een nieuwe sax aanschaffen.

donderdag 15 augustus 2013

bloasbroekskes

Vanaf mijn achtste speel ik in een carnavalsbandje. Mijn eerste bandje heette “de Blaosbroekskes”. Samen met een aantal buurtkinderen werd deze fanfare opgericht. Ons eerste nummer was “Heja Jan Bols”. De grote trom werd bij elkaar gespaard middels het ophalen van kranten. Hier was ik goed in, dus mocht ik mee doen. Ik speelde, correctie, ik liep met het vaandel. Een serieuze, maar volstrekt overbodige taak, die ik een paar jaar met verve vervulde.
We traden met carnaval op bij de plaatselijke zaaltjes bij het kindercarnaval.

Na een paar jaar werden we een stuk serieuzer. Inmiddels had ik het vaandel ingeruild voor een saxofoon. We speelden in de diverse kroegen, ook buiten carnaval. Met een bakfiets voor de instrumenten fietsten we Breda en omstreken af om volgens heuse contracten op diverse carnavalsfeesten onze kunsten te vertonen. De contracten bestonden uit financiën en naarmate de jaren verstreken enorme hoeveelheden consumptiebonnen.
We hadden het geluk dat Harry Eggly, een van de vaders, erg fanatiek was. Hij zorgde de eerste jaren ervoor dat we samen repeteerden en dat de arrangementen erg divers waren. Door hem waren we een aantal jaren de beste jeugdband van de omstreek.

Naarmate de pubertijd ons meer en meer in de greep kreeg, werd er minder gerepeteerd na tien jaar was de koek voor velen op. Er werd steeds minder gelachen. Tijd om met zes man naar een andere band, Bendebekende, over te stappen. De overigen stopten met het maken van fanfaremuziek. Goed dat we deze overstap maakten. Op het goede moment stoppen is ook een kunst en als 18 jarige wil je geen Bloasbroekske meer zijn. Met Bendebekende zijn we nog 20 jaar doorgegaan, maar dat is een heel ander verhaal. De start van mijn muzikale carrière was in ieder geval gemaakt.   

woensdag 14 augustus 2013

vijftig

Als je vijftig wordt en een feest geeft, zijn er altijd een aantal ingrediënten die het feest mooi kunnen maken.
Allereerst heb je een goede locatie nodig. De locatie was geweldig. Café De Beyerd, de mooiste, beste kroeg van Breda. Ik kom er al vanaf het moment dat ik kan lopen en de carnavalsoptocht mocht kijken. Dat gebeurde altijd bij Café de Beyerd.  Ik kijk daar nog steeds de optocht als ik met carnaval in Breda ben.
Muziek is ook belangrijk. Aangezien ik daar zelf voor zorgde in de vorm van mijn duo De KOOS zat dit wel goed. Optreden voor eigen publiek doet het altijd wel goed. Als dochter Fee dan ook nog gaat zingen, komt de stemming er goed in.
Een ander ingrediënt is mijn vader. Bij ieder feest wil hij speechen. Ik heb daar een hekel aan, maar soms moet je het over je heen laten komen. Niet iedereen wordt op hun vijftigste door hun pa worden toegesproken. Een klein stukje wil ik hier citeren.
“Gelukkig konden wij (pa en moe) een nieuw huis kopen tegenover de familie van Eil. Zij hadden toen zes kinderen. “Zo’n konijnenberg willen we niet” was ons commentaar. Maar het liep anders.” Familie van Eil kreeg in totaal 7 kinderen, pa en moe ook! Aan zelfspot geen gebrek.
“We noemden jou Koen, omdat wij dat een leuke naam vonden, maar naderhand drong het tot ons door, dat Koen ook nog betekent: scherp, dapper, niet bang voor risico’s en vrijmoedig. Jij hebt al die eigenschappen, dus je bent een echte Koen.”
Als je zo door je pa wordt toegesproken, kan je alleen maar emotioneel worden. Mede door pa en moe ben ik kunnen uitgroeien tot een echte Koen. Daar kan ik alleen maar trots op zijn. :)

dinsdag 13 augustus 2013

plannen

Na een aantal goede dagen durf ik weer plannen te bedenken. Plannen over mijn werk, of over een reisje, een wandeling, zal ik weer eens proberen te gaan hardlopen, dat soort plannen. Ik word hier iedere keer weer blij van. Ik vergeet dat dit niet altijd even realistisch is. 
Zo ook onlangs. Mijn collega economie moet binnenkort onder het mes en zal voor een kleine 8 weken uitgeschakeld zijn. Hij geeft slechts 6 lesuren in de week. Dit geeft mij  perspectieven. Zal ik aanbieden om deze uren over te nemen. Ik voel me al een aantal dagen okee, dus wat belet me. School blij, maar vooral ik blij.

Waarom wil ik dit? Gewoon om er in september weer bij te horen. Om te laten zien dat ik niet ben afgeschreven en misschien ook wel om te voelen dat het leven nog enigszins normaal is. Ik ventileer dit plan bij een bevriende collega. “Koen, het zou te gek zijn als je dit wilt en kan doen.” Gesteund krijgt het plan betere vormen. Iedere dag twee uurtjes, als de roostermaker meewerkt, moet lukken. Over enkele dagen ga ik mijn baas contacten, dat wordt het plan.

Tja, en dan komt de harde werkelijkheid. Één slechte dag, twee slechte dagen, nog een mindere nacht. Ik moet er niet aan denken om in deze conditie voor de klas te staan.  “Schellekens”, roep ik tegen mezelf, “Tijd om wakker te worden!”Ik besluit me toch maar aan dat andere plan vast te houden, namelijk dat van dat nieuwe begin. (blog http://koenschellekens.blogspot.com/2013/07/nieuw-begin.html) Ik ga mijn carrière als blog schrijver uitbuiten, daar ben ik al druk genoeg mee. En hardlopen ga ik al helemaal niet meer doen!

maandag 12 augustus 2013

ochtendhumeur

Mijn ouders hadden er over nagedacht. Jarig zijn is ingewikkeld, zeker met zeven kinderen. Wanneer moet je de cadeautjes geven en dan zo dat iedereen er aandacht voor heeft. Uiteindelijk hebben zij besloten om dit de avond voor de verjaardag te doen. Dan kon pa er ook bij zijn, hij ging namelijk iedere ochtend om 6 uur naar de zaak.
De bijna jarige mocht eerst kiezen wat er gegeten werd. Nu was de kookkunst van mijn moeder niet zo heel uitgebreid, dus al te veel verrassingen werden dit niet. Vaak werd er voor friet gekozen, soms moest er stamppot in de zomer worden gemaakt, maar meestal werd in het vaste eetpatroon de groente aangepast. Soms kreeg de jarige van een broer of zus een eetverzoek, met de daarbij behorende omkoperij, maar dit gebeurde niet vaak.
Daarna werden cadeautjes gegeven, pas nadat de tafel was afgeruimd. We waren er druk mee, want cadeautjes krijgen was natuurlijk leuk, het geven van cadeautjes was ook spannend. Zou jouw cadeautje wel in de smaak vallen?
Op je verjaardag zelf werd je partijtje gevierd. Kreeg je weer nieuwe cadeautjes. Deze partijtjes werden door de oudste kinderen geleid.
Als ik met anderen herinneringen ophaal is men altijd verbaasd dat wij dit thuis op deze manier deden. “Je hebt nooit die spanning ’s ochtends vroeg gevoeld als je wakker wordt.” “Klopt”, denk ik dan.  Deze spanning was er ook met het avondeten.
Ik vond het wel een mooie vondst. Zo mooi zelfs dat we het ook bij onze kinderen hebben ingevoerd. Ook zij kennen de spanning van de verjaardagsochtend niet. Voor ons wel zo rustig. Wij zijn namelijk geen ochtendmensen. Ik moet er niet aan denken om ’s ochtends vroeg wakker gemaakt te worden door een kind dat van spanning niet kan slapen.

https://soundcloud.com/fee-schellekens/lifetime
Cadeau van dochter Fee (Gitaar Bart Schellekens) voor mijn verjaardag

vrijdag 9 augustus 2013

negenenveertig

En toen begon mijn vijftigste levensjaar. 
Leeftijden hadden me tot dan toe niets gezegd. Met mijn dertigste woonde ik in Amsterdam en was ik net vader. Het leven lachte me toe en ik keek erg uit naar de dag van morgen. Ook met mijn veertig, bleef het leven leuk. Ik had net de wandeling naar Santiago de Compostella gemaakt, woonde inmiddels in Amersfoort en had ik het reuze naar mijn zin. Ik had een leuke baan, een leuk muzikaal duo en bruiste na de wandeling van de energie.
Vijftig zou geen probleem worden, leven is iedere keer weer mooi. Toch begon er iets te knagen in mijn maag. Waarom? Zou ik dan bang zijn voor de vijftig? Redenen genoeg om ook dat weer leuk te gaan vinden. Zelfs mijn broer boven mij had de vijftig gehaald, terwijl hij vlak daarvoor een herseninfarct had overleefd. Waarom ik dan niet?

Vanaf begin van dit kalenderjaar begon het fatalistische vormen aan te nemen. Om de een of andere duistere reden voelde ik vooral dit. “Zie nu maar eerst vijftig te worden, dan komt de rest vanzelf.”  Alsof ik wist wat ik nu weet.
De vijftig ga ik zo goed als zeker halen, maandag is het zover en daarna zie ik wel verder. Komend weekeinde vieren we dit met ons tweeën in Den Bosch. Maandag vier ik het in mijn favoriete kroeg  in Breda met familie, vrienden en KOOS en later doe ik het nog eens over in Amersfoort. Als er iets te vieren is moet je het goed doen.

Overigens is mijn moeder het hier niet mee eens. Volgens haar ga ik een weekeinde te vroeg naar Den Bosch. Je viert pas iets als je het gehaald hebt, anders is het de Goden verzoeken. Hoezo is mijn moeder een goed katholiek!

donderdag 8 augustus 2013

oma

Ik kom uit een grote familie. Mijn opa en oma van vaderskant hadden 7 kinderen en 33 kleinkinderen, waarvan ik nummer 32 ben. Veel herinneringen heb ik niet aan opa en oma. Jammer. Toen ik een jaar of 5 was verhuisden ze naar een bejaardenhuis, waar opa na een maand stierf. Oma verhuisde verder naar een kleine kamer van 3,5 bij 5, exclusief badkamertje, toilet en rommelkast. Daar heeft ze een jaar of 15 gewoond, ze stierf op haar 94e.

Het was een echt modern bejaardenhuis voor die tijd. Ik denk dat iedereen het toen een prima oplossing vond. Als je het vertaald naar de huidige tijd, zou het ouderenmishandeling zijn, zo klein. Oma zat altijd voor het raam, in de enige fauteuil die in de kamer paste. Mijn jongste broer en ik gingen iedere zaterdagmiddag/avond naar oma. Eigenlijk hoorden we dan in de katholieke mis te zitten, maar daar hadden wij een broertje dood aan. We kletsten wat met oma of de aanwezige tantes. Pa wist dat we spijbelden van de kerkgang, maar was al blij dat er iedere week extra bezoek was bij zijn moeder.

Iedere woensdagavond kwam oma bij ons en speelden we jokeren, altijd om geld. We kregen dan ieder 25 losse centen van oma en daarmee betaalden we elkaar. Oma kon slecht tegen haar verlies, dus ze moest wel winnen, het waren uiteindelijk haar centen. Als ze verloor kon ze in een slechte bui de kaarten zo door de kamer gooien. Als ze won, mochten wij de resterende centen houden en kregen we vaak wat extra’s. Het kostte dan ook heel wat moeite om oma iedere keer te laten winnen.
Gelukkig heb ik door oma wel geleerd om tegen mijn verlies te kunnen, al blijft winnen veel leuker.

woensdag 7 augustus 2013

dynastie

Daar ging ze. Mijn zus vertrok voor haar grote liefde naar Australië. Dit was op zich niet zo bijzonder. Ze ging namelijk voor de derde keer op rij. Toch voelde het anders. Inmiddels woonde ik ook in Amsterdam. Op die manier waren we naar elkaar toegegroeid en zij was o.a. verantwoordelijk voor mijn fantastische woonruimte. Ze had hem ontmoet nadat haar vorige liefde over was en zij nog iets van het land ging zien. Hij was haar achterna gereisd naar Nederland want zo n vrouw kon hij niet laten lopen. Hij vertrok had zij bedacht te laat dat dit de ware was.  

Daar ging ze dus. Ik was verdrietig, drie keer is scheepsrecht? Australië was toch echt de andere kant van de wereld. Er was nog een probleempje. Onze favoriete serie Dynastie, wekelijkse ellende die we samen keken, liep ten einde. Er zouden nog 8 afleveringen komen. “Koen,”vroeg ze, “Wil jij …” en voor ik het wist zei ik “Ja hoor, ik kom ze deze zomer brengen.”
Een geweldig plan, al moest ik wel mijn autootje verkopen om een ticket voor elkaar te krijgen en een kleine lening om wat reisgeld te hebben. In 5 maanden kon ik dat allemaal niet bij elkaar sparen. Na mijn ticket geregeld te hebben, besloot zusterlief te verhuizen, zodat ik op de verkeerde plaats invloog. Geen probleem, ik zou eerst de boel verkennen en na 5 weken was ik In Newcastle, Australië en waren we blij met elkaar. De eerste twee avonden hebben we de acht allerlaatste afleveringen van Dynastie gekeken.  Ik had er lang voor moeten reizen om de laatste belevenissen van Kristel en Blake te kunnen zien, maar het was de moeite waard.
Haar grote liefde zou mijn zus later vinden, ergens in Amsterdam.

dinsdag 6 augustus 2013

agenda

De derde chemo zit erop. Deze had heel wat voeten in aarde. Deel drie was eigenlijk vrijdag. Toch heeft deze afgelopen maandag plaatsgevonden. Nadat men mij de planning had doorgegeven hebben Lydia en ik in onze onschuld een week Cadzand geboekt. Later bleek dat de planning niet correct was en wij dus de week moesten verzetten.
Nu kan ik verschrikkelijk eigenwijs zijn en heb ik al regelmatig geroepen dat een kankerpatiënt recht heeft op een eigen agenda. Daar hoort men rekening mee te houden.  Mijn voorstel, “We verzetten de chemo naar Terneuzen. Daar is ook een oncologie-afdeling, Ze kunnen daar dat infuus ook wel aansluiten”, viel niet goed.  Not done. “Dat hebben we nog nooit gedaan.” Mijn reactie: “Eens moet de eerste keer zijn.” viel verkeerd. Uiteindelijk was communicatie de reden dat ze dit liever niet deden. Tja, daar had ik weinig tegen in te brengen. Ik vond de eerste maand de communicatie zeer matig. Sindsdien gaat het overigens prima, maar toch. Er werd een compromis gevonden en het laatste shot van deel drie werd verplaatst naar maandag. Kon ik toch nog 10 dagen met vakantie ipv 7. Zo gezegd, zo gedaan.

Ik ben erg blij dat ik in Amersfoort ben gebleven. Ik heb namelijk de afgelopen weken wel drie keer uit kunnen leggen dat het laatste shot verplaatst was naar maandag. Uiteraard werd ik afgelopen vrijdag gebeld waar ik bleef. Maandag heb ik het nog een keer uitgelegd. Men blijft het raar vinden. Men zegt dit nog nooit meegemaakt, het verzetten van een chemo. 

Dat vind ik nu weer bijzonder. Er zijn toch vast meer patiënten die meer te doen hebben dan bezig te zijn met hun kanker?

maandag 5 augustus 2013

sluipmoordenaar

Het gaat over het algemeen goed met me, al dan niet met de omstandigheden rekening houdend. Langzaam bij beetje word ik gesloopt door een sluipmoordenaar, die ik niet zie. Mijn klachten worden niet groter. Er zijn zelfs dagen dat ik geheel pijnloos en klachtvrij ben. Ik vergeet dan mijn pijnstillers te nemen en het kan dan een paar dagen op rij  helemaal goed gaan. Redelijke nachten en ik word zelfs dikker. Op zo’n moment begint dan de twijfel. “Het zal toch niet dat ik Het Grote Wonder ben?” Ik ga mezelf forceren, sla de middagrust over en voel me helemaal top.

Zo ook de laatste vakantiedagen. Halverwege komen vrienden op de camping voor twee nachten. Eerst wordt er natuurlijk flink geouwehoerd. Vervolgens spelletjes gedaan en de avond is om in een vloek en een zucht. Avond twee gaan we enkele liedjes zingen en voor we het door hebben geeft De KOOS een optreden in de plaatselijke bar. Erg leuke avond met diverse campinggasten en vooral ook met elkaar. Het zingen ging als vanouds.
Op vrijdag ruilden we de camping in voor een weekeindverblijf bij mijn zuster, waar we gewoon verder gaan met nachtbraken. Een avond vol goede gesprekken eindigt om een uur of drie, waarna ik de dag erna toch weer gewoon om 9 uur in de zee lig.  

Het was een mooie vakantie, beter dan ik had kunnen hopen. Zondag richting huis, want maandag mag ik weer naar Hilton Amersfoort voor een kort bezoek. Nu ik dit schrijf voel ik toch wel wat buikpijn. Ik ga er maar vanuit dat deze pijn er is omdat ik met pijn in mijn buik besef dat de vakantie over is.
Mijn sluipmoordenaar ga ik voorlopig nog niet ontmoeten.

vrijdag 2 augustus 2013

zee

“Als ik de golven aan het strand zie, de duinen, het zand zie, denk ik aan de vakantie vakantie vakantie.” Een oud liedje van Ria Valk. Natuurlijk over verloren liefde. Je vind t het prachtig of verschrikkelijk, in ieder geval is het liedje erg gedateerd. Voor mij gaat het vooral om de eerste twee regels. Zodra ik de zee al hoor ben ik verkocht. Vooral  de Zeeuwse kust. Vandaag is het 30 graden en het is er rustig. Natuurlijk wat drukker dan andere dagen maar er is plaats voor iedereen. Je hoeft niet zoals bij Zandvoort over de hoofden te lopen.
De ochtenden aan het strand zijn eigenlijk het prettigst. Zodra de zon opkomt  loop ik de rust tegemoet. Heerlijk. Het ruisen van de golven, het zand tussen mijn voeten en verder is het stil. Ik kleed me uit en gaat voorzichtig de zee in, want het voelt altijd te koud aan. Als ik dan eenmaal in die zee ben snap ik niet dat het zoveel moeite heeft gekost om erin te komen. Opkomend water, afgaand water. Het is mij om het even. Daarna even op het strand zitten drogen en kijken naar het water dat maar blijft deinen. Af en toe komt er een groot vrachtschip voorbij, op weg naar Antwerpen.
Vanaf een uur of elf verlaat ik het strand om dan weer rond half 5 terug te keren. Ik zie dan iedereen opruimen en het strand verlaten, zodat het weer heerlijk rustig wordt. Ik hoor alleen weer de wind en de zee, ik voel de wind en het zand en zit daar prinsheerlijk aan het strand.

In mijn hoofd hoor ik een liedje. Oubollig maar oh zo leuk en ik mijmer verder.

http://www.youtube.com/watch?v=RTM31Lu4Jy4
Ria Vlak Als ik de golven aan het strand zie. Let op de laatste noot, briljant!

donderdag 1 augustus 2013

compromis

Na onze Santiagowandeling vonden de kinderen dat het tijd was voor een camping met Nederlandse kinderen. Zij mochten kiezen. We hadden nog twee weken te gaan, dus met  de trein van La Coruna naar Barcelona. We hadden bedacht dat dit niet al te ver van de Costa’s moest lukken.  Ons oog viel op Banjoles: 20 kilometer van de kust af tussen Barcelona en Girona.

Het was een echt Nederlandse camping waar zelfs in winkel en snackbar Nederlands gesproken werd. Er waren alleen maar rechte en gelijke plaatsen en negentig procent echt Nederlandse mensen. Wij kregen met onze driepersoonstent een plaats waar een caravan en zware auto met gemak konden staan. Erg groot voor ons minitentje en vier rugzakken. We voelden ons niet op ons gemak. Buren wilden graag hun auto op “ons” terrein plaatsen, maar verder waren wij niet interessant. De kinderen wel, zij zaten meteen in het zwembad, hadden vriendjes en waren de hele wandeling vergeten.
We waren een bezienswaardigheid geworden. Diverse mensen kwamen voorbij lopen en bespraken hardop hoe raar we waren. “Ze hebben niet eens een auto bij zich!” en “Hoe kan je nou met een gezin in zo’n klein tentje slapen?” Erg bijzonder. Iedere dag wandelden Lydia en ik naar het dorp voor de boodschappen, verder hadden wij onze Hollandse vakantie van tien dagen met  zwembad en patat van Ad op de camping.

Het was voor ons een ware cultuurschok. Wat waren Lydia en ik blij dat we hierna onze rugzak weer op mochten doen. Toch hadden we hier ook iets geleerd; Zo’n echt Hollandse camping is niet ons ding.  We hebben tijdens de volgende vakanties nooit meer zo n camping bezocht.