donderdag 31 oktober 2013

halloween

Een jaar of veertien geleden maakte ik kennis met een Amerikaanse buurvrouw. We raakten in gesprek en ik vroeg haar wat ze het meeste miste in Nederland. Antwoord: De american tradition. Daar kon ik me weinig bij voorstellen, maar dat lag vooral aan mij. Na wat aandringen legde ze me het Halloween feest uit. Dat leek me niet zo moeilijk om dit in de buurt te organiseren.

Het idee achter Halloween is dat de boze geesten de avond voor Allerheiligen bezit willen leggen op de huizen en het eten, dat voor Allerheiligen klaarligt. Dit kan voorkomen worden door deze geesten op tijd weg te jagen. Kinderen lopen verkleed langs de deuren en roepen trick or treat. Zij hopen dan op tijd te zijn en de geesten te verjagen. In ruil hiervoor krijgen ze dan iets lekkers.
Het kan echter ook zo zijn (in het spel) dat het huis al is ingenomen door de boze geesten en dat de kinderen dus te laat zijn. In dat geval worden ze aan het schrikken gebracht.

In de loop der jaren werd Halloween steeds groter en kwamen er steeds meer kinderen op het feest af. Steeds meer huizen deden mee en versierden de buitenkant. Het begon al een week te gonzen in de buurt.
We hebben een aantal jaar met het spel, tot onze verhuizing meegedaan. Ons huis was altijd al ingenomen door de boze geesten en was bewoond door heksen, zombies, graftombes, spoken, een pan met maden. Er was altijd wel iets te verzinnen.

Het grootste compliment kregen we van twee veertienjarige buurtkinderen. “Bij Koen en Lydia bellen we niet aan, daar is het altijd zo eng,” en ze liepen inderdaad voorbij. Missie gelukt. 

woensdag 30 oktober 2013

feestboek

Facebook is een merkwaardig fenomeen. Je vindt een hoop oude vrienden terug, vraagt hoe het met ze gaat en vervolgens is het weer klaar. Fijn dat je weet wat men tegenwoordig doet, waar ze wonen en hoeveel kinderen ze hebben en dan? Meestal niets meer. Soms spreek je met een paar oudgedienden af en hoop je op een bijzondere avond. Vaak blijft het bij een korte schriftelijke communicatie. Het heeft namelijk vaak een reden waarom je elkaar twintig jaar niet meer hebt gezien.

Ik post geregeld iets op facebook en ik geef commentaar op de status van anderen. Hierop volgen uiteraard weer wat reacties en voor je het weet ben je weer een half uur verder. Anderen lezen alleen van alles en nog wat, maar laten niets van zichzelf zien. De grootste groep zijn de ooit aangemelde slapers. Zij weten zelf niet dat ze facebook hebben. 

Voor mij is het vooral een extra communicatiebron. Ik communiceer van alles, maak bekend dat ik weer een nieuwe blog heb en gluur tussendoor in het leven van anderen. Daar is niets mis mee, want deze mensen vinden het prima om begluurd te worden, anders zouden ze de zaken niet op facebook zetten. Voordeel hiervan is dat er bijna vooral positieve zaken op facebook staan. Het negatieve bewaren we voor de echte wereld.

Sinds ik vaker thuis ben en mijn rust moet nemen ervaar ik facebook steeds meer als feestboek. Het zijn mijn ogen in de wereld. Ik kan bijhouden wat sommigen uitvoeren, naar welke concerten men gaat en waar men zich mee bezig houdt. Soms organiseer ik een meet en greet. Ik zou bijna een oproep willen plaatsen aan iedereen met feestboek, om dit medium wat meer te gebruiken. Al is het maar voor mij. J

dinsdag 29 oktober 2013

blauw

De geboorte van Fee ging niet geheel vanzelf. Iedereen riep dat dit vast een gemakkelijke bevalling zou worden. Het was namelijk de tweede en die van Jip was er één volgens het boekje, een rustige thuisbevalling zonder kleerscheuren. Lydia was er wat minder zeker van en helaas ze kreeg gelijk.
Nadat Fee zich maar niet wilde aankondigen werd ze door middel van medicijnen opgewerkt in het ziekenhuis, tweeënhalve week te laat. Infuus erin en afwachten maar. Ons romantische plaatje van een wederom thuisbevalling was al door middel geschoten, maar ach, we zouden die middag vast op tijd weer thuis zijn. Eitje. De champagne namen we maar niet mee.
Het kind wilde ondanks alles niet komen. De weeën werden heftiger, de ontsluiting bleef op zich wachten. Toch maar pijnmedicatie. Lydia kreeg het zwaarder en zwaarder en er kwam maar niets, totdat eindelijk de stroomversnelling op gang kwam. Verloskundige in de startblokken, het kind werd zichtbaar, kopje eruit en klem! Geen beweging meer in te krijgen. Alarmknoppen gedrukt, komen loopt vol met ginecoloog, kinderarts, verpleegkundigen,couveuse. Ze trekken aan het hoofd (het lijkt wel of ze in tweeën wordt getrokken) draaien wat en het kind is eruit. Blauw, kind wordt in te kleine couveuse afgevoerd naar de baby afdeling, waar ze aan allerlei apparaten wordt gebonden. Ze moet enkele dagen ter observatie blijven.
De dag erna ga ik met Jip kijken, voordat ik ze naar de crèche breng. Op de crèche vraagt iedereen naar de mooie rose baby. Nou zegt Jip: Er is niets aan. Ze is blauw en ligt vastgebonden in een glazen kooitje. Ze geeft me een kus en gaat lekker spelen. 
Ik maakte mij nog vele zorgen over Fee, maar dat is achteraf niet nodig, die redt zich wel.

maandag 28 oktober 2013

laatste

Dit weekeinde was mijn laatste grote chemo. Men doet er alles aan om deze onvergetelijk te maken. Het begon al met de naald prikken. Normaal één keer en raak. Deze keer ging de naald er pas goed in na anderhalf uur en tijdens de zesde en laatste poging.
Vervolgens krijg ik de luxe van een eigen kamer. Nou ja luxe. De kamer is erg klein, met een troosteloos uitzicht.

De buurman is een verstandelijk beperkte man, zijn deur staat open. Hij jammert verschrikkelijk hard, dus dat hoor ik ondanks mijn eigen kamer met gemak. Als hij wakker is verslikt hij zich nog wel eens. Ik heb dan iedere keer het idee dat hij dan erin stikt, maar ik zie er geen verpleegkundige die kant op lopen. Valt dus iedere keer mee (of moet ik zeggen tegen).
Gelukkig heb ik een supernacht. Netjes iedere anderhalf uur wakker om te plassen, zodat er geen ongelukken gebeuren. De buurman slaapt ook, zodat hij niet hoeft te jammeren en ik hem niet hoor. Om 4 uur is de kuur klaar en wordt de naald eruit gehaald, zodat ik nog beter kan slapen. Ik word om half 8 (nieuwe tijd) definitief wakker dus kan na het ontbijt redelijk fit naar huis. Dat is nu eens een feestelijke afsluiting van het voorlopig laatste nachtelijke verblijf in het Amersfoortse Hilton.

De eerste symptomen van het gif begin ik ook al te voelen. (beetje misselijk en minder smaak.) Dat is vroeger dan normaal, maar prima, hoe eerder ik er misschien ook vanaf ben. Er gaan nog twee kleine chemo shots op de komende vrijdagen en dan ben ik voorlopig uitbehandeld. Hopelijk pakt het lichaam alles goed op en hoor ik op 21 november dat de verlenging van de derde helft zich doorzet. Ik heb er zin in!

vrijdag 25 oktober 2013

spuugzat

De laatste chemo staat voor de deur. Dit weekeinde krijg ik het laatste grote shot, daarna twee kleintjes op de vrijdagen en ik ben klaar. Voorlopig uitbehandeld. Dit voelt raar. Uitbehandeld zijn terwijl je weet dat de kanker er nog zit. Het is de bedoeling dat de kanker stil blijft staan en niet meer groeit. Dan heeft de chemo zijn werk gedaan.

Ik zie erg tegen die laatste chemo op. De eerste drie onderging ik fluitend. Natuurlijk had ik wel last van vermoeidheid. Ik had ook regelmatig last van de stoelgang en darmen. Toch vond ik dit wel draagbaar. Chemo vier was zwaarder, maar ook te doen. Vooral omdat de uitslagen daarna redelijk waren. Chemo vijf viel verschrikkelijk tegen. De chemobijwerkingen zijn na vijf weken nog steeds niet ove en de nieuwe gaat alweer starten. De handen en voeten zijn aan het vervellen. Ik heb het al dagen koud en word niet meer warm. Ik word wat depressief. Eigenlijk slaat alle ellende de laatste weken toe. Ik ben het spuugzat.

Nu krijg ik de laatste chemo. Deze kan me gestolen worden. Onder het mom baat het niet dan schaadt het niet zet ik door en probeer ik niet te klagen. Ook dat valt niet mee. Als men aan mij vraagt: “Hoe gaat het?, kan ik niet zeggen “Goed!”, maar zeg ik “Volkomen klote!” Op dit antwoord zit niemand te wachten. Iedereen wil het liefste een oneerlijk antwoord hebben. Men wil alleen maar horen dat het goed is.

Ik hoop dat het snel vier weken verder is en er nieuwe uitslagen zijn. Als men die tijd niets aan me vraagt, dan hoef ik geen antwoord te geven. Doe maar de duim omhoog als je mij ziet, dat is prettiger voor iedereen. Vraag niets, ik sla me er wel doorheen!

donderdag 24 oktober 2013

galicië

De laatste honderdvijftig kilometer van de Camino gaat door de streek Galicië. Een zeer mooie streek in noord oost Spanje. Het klimaat is er vooral niet Spaans. Als je de weerkaart van Europa ziet, zie je dat dit hoekje van Spanje vaak bewolkt is. Er valt meer regen dan elders in Spanje. Toen wij erdoorheen liepen zeiden we gekscherend tegen elkaar: “Het mestoverschot ligt hier gewoon op straat.” Overal ligt koeienstront en je wandelt er gewoon doorheen. De stenen graanhuizen zijn opvallend. De jeugd is veelal richting de steden vertrokken. Het is er vooral groen met veel eucalyptusbomen.

Het was druk tijdens de wandeling. Hoe dichter bij Santiago, hoe drukker de route. Erg jammer, anders hadden we meer van Galicië kunnen genieten.
Als je aan het einde van de wandeling in Santiago aankomt heb je het gevoel dat je de wereld aankan. Je hebt een tocht volbracht. Je bent jezelf tegengekomen en je hebt doorgezet.
Sommigen krijgen geen genoeg van de camino en lopen door tot Finistere, een klein dorpje aan de Atlantische Oceaan. Wij ook. Slechts 10 procent van de wandelaars loopt door, de rust keer dan weer terug.

Ramon Smits Alvaraz had een woonruimte in Galicië. Hij kwam er vaak en ik denk dat hij het hier prettig had. Helaas had Ramon niet het gevoel het leven weer aan te kunnen. Wat moet hij eenzaam zijn geweest, vooral die laatste dagen. Ik hoop dat hij op zijn eigen wijze de rust van Galicië en de camino heeft ervaren en gevonden. Rust zacht Ramon. Ik moet veel aan zijn familie denken.
Zelf hoop ik er in 2014 te lopen, al is het maar een klein stuk. Ik koppel dit aan leven en kracht.Dat is wat ik nodig heb!

woensdag 23 oktober 2013

schapenvacht

Vandaag hebben we in Eindhoven een wandeling gemaakt in het kader van de Dutch Design Week. De wandeling leidt ons onder andere langs ontwerperscollectief 0304. Dit collectief laat een serie handgemaakte krukjes zien. Deze zijn gemaakt van snoei- en afvalhout en schapenvacht. Ze zien er erg aaibaar uit.

De wol brengt mij in gedachten terug in de tijd. Ik zie mijn moeder in haar hippe periode (eind jaren zeventig). Ma ging leren spinnen, want dit zou erg rustgevend zijn. Voordat er gesponnen kon worden moet er natuurlijk wol zijn. Deze werd gekocht bij de schapenboer. Voornamelijk witte wol. Zo’n schapenvacht zit vol met stront, pis, allerlei stro en resten uit de wei. Het moest dus goed uitgeborsteld worden, gekaard zoals dat heet. Ma deed dit trouw, met schort om en op de tegels om zo de troep te beperken. En maar borstelen. Ook rustgevend, maar ook smerig. Hoe beter er geborsteld werd, hoe gemakkelijker je kon spinnen. Vervolgens werd de wol gesponnen tot mooie egale draden wol. Als de wol gesponnen was kon deze gewassen worden, het liefst in zout water. En klaar voor gebruik!

Haar kinderen waren al snel voorzien van een schapenwollen witte trui. De volgende serie truien werd gemaakt van witte en bruine wol. Daarna waren de soorten op. Ma besloot de wol voortaan natuurlijk te verven. Alle uienschillen moesten bewaard worden. Één kilo uienschillen zorgde voor een gelige kleur. Aluin was goed voor turkoois. Zo werden vele kleuren ontdekt. De truien werden gevarieerder.
Het spinnen op een spinnewiel was inderdaad een zeer rustgevende activiteit. Zowel voor ma als voor mij. Maar de onrust eromheen was een hoop gedoe. Wat moest je met zoveel gesponnen wol? Waar is eigenlijk dat spinnenwiel gebleven? Ze zal het toch niet weggegooid hebben?

dinsdag 22 oktober 2013

kennismaken

Toen we van Hilversum naar Amersfoort verhuisden hadden we een paar probleempjes. Één ervan was een nieuwe school voor de kinderen. Gelukkig mocht Jip in de Hilversumse vakantie een dagje  wennen op haar nieuwe school. We zouden er een leuke avond van maken. Jip en ik reden bijtijds naar Amersfoort. Daar zouden we wat kleine klusjes doen in het nieuwe huis, een spelletje spelen en alvast slapen, zodat ze de volgende dag op tijd naar school kon gaan.
Voor zo’n logeerpartij naar een leeg huis in de winter moet je heel wat meenemen, wil dit goed verlopen. Vol aandacht slepen we de auto vol. Matrassen, slaapzakken, spelletjes, wat drinken en verder bedenken we niet. Als we de Amersfoortse buurt verkennen zie ik Jip een beetje opknappen. Het kan hier best leuk worden. De speeltuin in de buurt ziet er goed uit en er spelen heel wat kinderen buiten. Het is heel wat om als zevenjarige van de ene plaats naar de andere te moeten gaan, zonder dat je daarover inspraak hebt.

We maken de bedden op en Jip mag kiezen wat het verhuisdiner wordt: Patat, pizza of chinees. Chinees ziet ze wel zitten. Ik kom terug met Fu Yong Hai en bami. Hoe ga je dit eten? Met de handen zien we niet zitten. Het is donker en ik kan niet bedenken dat Albert Heyn (100 meter verderop) open is. Ik bel bij de nieuwe buurman aan. “Goede avond buurman”, zeg ik, “Ik ben de nieuwe buurman. Mag ik van u twee keer een bestek lenen, anders hebben mijn dochter en ik een klein probleem.” Gelukkig was dit geen probleem, al begreep ik later dat de buurman me een rare vogel vond.

 De echte kennismaking hebben we later overgedaan. 

maandag 21 oktober 2013

kaal

Voor veel mannen is dit een woord waar ze moeite mee hebben. Kaal. Mannen willen helemaal niet kaal worden. Helaas kan je er weinig aan doen. Het schijnt gewoon iets in de genen te zijn. Ik heb begrepen dat wij mannen het haar krijgen dat op de vader van je moeder lijkt.

Vele vrienden van me zijn kaal. Vinden ze allang niet meer erg, maar toen het kalen begon vonden ze het ook niet grappig. Eerst wordt het een klein beetje verdoezeld, al zijn sommigen ook erg radicaal, ze scheren dan maar alles eraf  en worden zo kaal als een biljardbal. Kojak had hier vroeger succes mee, al vraag ik me af of dat nu ook nog zo zal zijn, nu er zoveel  zo rondlopen.

Mijn vader is vanaf zijn 25e kalend. Ik geloof niet dat hij dat leuk vond. Ik ken hem alleen maar met een kale kop en zo’n kransje haar eromheen. In de zomer heeft hij meestal een pet op om een zonnesteek te voorkomen. Met vakantie had hij ook regelmatig een zakdoek met vier knopen op zijn hoofd bij gebrek aan pet (weer vergeten).

Zijn vijf zonen willen niet echt kaal worden. Daar kan pa wel eens jaloers op zijn. Één zoon is een beetje op weg, maar vergeleken bij mijn vader valt dan allemaal best mee. De overige hebben nog een flinke bos haar. 

Zelf ben ik gezegend met een flinke bos haar. Er zit heel af en toe een grijze tussen, maar daarvoor ben ik vijftig geworden. Om de één of andere reden doet men er alles aan om mij kaal te zien. Zo krijg ik iedere maand een shot gif binnen. Maar hoe groot de hoeveelheid ook is, mijn haar blijft gewoon op mijn hoofd. Niet kapot te krijgen! Net zoals ik!

vrijdag 18 oktober 2013

hardlopen 2

Ik kreeg de smaak van de hardlooptochten goed te pakken. In 2012 zou ik ook in Amersfoort gaan lopen, besloot ik. Deze viel in juni en zou starten rond een uur of twee. Dat is normaal gesproken het warmste moment van de dag. Wijzer geworden van de singelloop http://koenschellekens.blogspot.com/2013/10/singelloop.html in Breda (het was toen zo’n 24 graden, dus erg warm om te lopen) besloot in mijn inschrijving in een vlaag van verstandverbijstering te veranderen. In plaats van 10 kilometer zou ik voor de halve marathon gaan, deze startte namelijk om 10 uur, voor de warmte. Ik had nog 4 maanden om te trainen. Er was een kans op succes.
Het huisfront was hier niet blij mee, ik moest nu twee tot drie keer in de week gaan trainen. Het zou wel handig als ik de training leuk ging vinden. Ik moet zeggen, met discipline zat het goed. Het echt leuk vinden niet. Sommigen worden verslaafd aan het lopen, ik niet. Inmiddels had ik wat collega’s zo gek gekregen om de halve mee te lopen, dus we pepten elkaar lekker op en gaven via facebook door hoeveel en hoelang we hadden getraind. Dit werkte goed als stimulans. Zus Marlies kwam ook meelopen, maar ik heb haar op het hart gedrukt dat ze uit mijn buurt bleef. Dat deed ze gelukkig ook, ze liep de hele marathon. Je hebt altijd baas boven baas.
Het werd een super succes. Na twee uur en vijftien minuten werd ik binnengegild. Ik was tevreden, dus naar de afterparty, bij café van Zanten. De baas stond al klaar met een biertje en het was uiteraard reuze gezellig. Gelukkig kon ik nu naar huis kruipen.
Ik hoop dit jaar toch nog één loop te kunnen doen. De Kerstmannenloop! Ik verheug me nu al op de afterparty.


donderdag 17 oktober 2013

superwinst

Naar mate de chemo’s vorderen, wordt de energie minder. Een beetje inspanning en ik lig op apengapen. Gelukkig hoef ik deze week niet de berg op richting ziekenhuis, ik zou niet weten hoe ik dat moet doen. De vorige keer ging ik zo langzaam dat ik bijna omviel.
Fietsen (niet wielrennen) was tot niet zo lang geleden mijn hobby. Ik vond het heerlijk om na het werk een extra rondje te maken in de polder richting Baarn of juist de andere kant op richting Barneveld. Soms fietste ik met Lydia, vaak alleen. Lekker het hoofd laten leeg waaien. Fietsen met ons tweeën hebben we sinds juni niet meer gedaan. Lydia komt dan doodmoe aan omdat het tempo te laag is. Ik omdat ik te hard heb gefietst.

Vandaag de stoute schoenen aangetrokken en langs de fietsenmaker gegaan. “Mag ik een proefritje op een elektrische fiets?”, vraag ik. Het voelt als verlies. Zo’n fiets is voor oude mensen, maar als ik niet meer kan fietsen ben ik mijn mobiliteit kwijt. Ik krijg een mooi exemplaar mee. De uitleg van de knopjes volgt. Ik luister aandachtig, maar onthouden doe ik het niet. “Ik ga toch niet zo’n ding kopen, ik ben net vijftig,” denk ik nog. Daar ga ik. Wat trapt dat ding zwaar. Dit kan niet de bedoeling zijn. Ik druk op de knopjes. Shit, het werkt niet. Had dan opgelet! Nog een keer drukken, nu langzamer en langer vasthouden. Wauw. De fiets schiet vooruit. Ik voel voor het eerst sinds weken de wind weer door mijn haren terwijl er geen wind staat.
Ik vrees dat ik om ben. Morgen gaat mijn rekening leeg en ga ik op zo’n fiets naar mijn werk. Fietsen wordt weer leuk. Hoezo verlies. Ik noem het superwinst! 

woensdag 16 oktober 2013

boefjes

Opeens word ik getagd in een eindexamenfoto van schooljaar 2007/2008. Hier hoef ik niets mee te doen, maar de herinneringen stromen binnen. Het was mijn eerste volledige schooljaar op MAVO Muurhuizen en ik moet zeggen niet mijn beste. Alhoewel, dat viel best mee, maar mijn mentorklas bestond uit vele boefjes. Allemaal leuke leerlingen, stuk voor stuk. Sommigen spreek ik nog wel eens in de stad en eentje loopt momenteel stage op onze school. Maar dit clubje haalde in de klas het slechtste bij elkaar naar boven.

Het is jammer dat ik me vooral de grootste boefjes herinner. Vandaag komen de andere leerlingen naar boven. Velen reageren op deze foto, geplaatst door Peter. Brett herkent iedereen. Hij wilt iedereen taggen op de foto. Helaas kunnen er volgens feestboek niet meer dan 50 mensen op een foto staan, daarna weigert deze functie dienst. Eva komt meteen met Laura aandragen, want die is nog niet genoemd. Deze twee waren toen ook onafscheidelijk. Patrick krijgt een plaagopmerking van Julius. Julius kan dat nog steeds. Ze herinneren zich allemaal het kerstgala, weten wie wel en niet binnen mocht komen en hebben het over een rookpas. Ze willen graag een reünie, zeker nu de school verbouwd is. Er wordt gedreigd dat als de school niet meewerkt, ze allemaal met de scooter naar binnen willen komen (daarvan schijnt nog een filmpje op you tube te staan) Er worden in de discussie steeds meer namen genoemd.

Wat opvalt is dat de grootste boefjes niet genoemd worden. Misschien moet ik die ook maar eens uit mijn hoofd schrappen. Dan blijft er een leuke groep pubers over die nu allemaal jonge twintigers zijn. Ach die boefjes, ze maakten wel de kleur op school. Zonder kleur wordt het lesgeven erg saai.

dinsdag 15 oktober 2013

bloedplassen

Als wij een spelletjesavond organiseren doe we altijd een keer het spel Finstere Flure, gemaakt door de Duitser Friedemann Friese. De maker van dit spel is mijns inziens prettig gestoord. Hij heeft meerdere spellen op zijn naam staan. Al deze spellen beginnen met een F en zijn uitgevoerd in het groen. 
In dit spel heten de figuranten onder andere Furst Fieso, hofmonster Furunkulus en de spelers Fremde. De meest lelijke speler mag beginnen. Het doel van het spel is het fort van Fyrst Fieso te bestormen. Dit fort wordt beschermd door hofmonster Furunkulus. Je hebt gewonnen als je met al je soldaten het fort bestormd en de overkant haalt. Er is een manier om sneller te gaan. Er liggen namelijk enkele bloedplassen in het spel. Als je als speler hierop stapt, glijd je uit en ga je sla je een aantal velden over, waardoor je sneller op de plaats van bestemming bent. Hierdoor noemen we het spel ook wel bloedplassen.


Na een feest heb ik het met Albert over de spelletjesavond en hij zegt: “Wanneer gaan we weer bloedplassen?” Op zich een onschuldige opmerking, gezien de bovenstaande omschrijving. Helaas heb ik inmiddels een andere associatie met bloedplassen. Toen ik in april bloed in mijn urine had ben ik richting huisarts gegaan en drie weken later had ik de volledige diagnose waar ik nu mee moet dealen. Niet grappig dus. Gelukkig herstelde ik binnen een seconde en begreep ik wat hij bedoeld. Hij liet me schrikken maar gelukkig kon ik al snel weer lachen. Ik hoop dan ook dat we snel gaan bloedplassen. 

maandag 14 oktober 2013

zondag

Zondag
Het regent. Het regent de hele dag. Het regent voor mijn gevoel al dagen en het schijnt nog nooit zo geregend te hebben. Nu hou ik van regen, http://koenschellekens.blogspot.com/2013/06/regen.html maar deze regen schijnt historisch te zijn. Het kan mij nauwelijks boeien. Ik ben blij met de regen en nog blijer dat ik er niet door hoeft.

Gisteren vierde ik mijn 50e verjaardag voor de afdeling Amersfoort. Het was erg gezellig. Lekker met Jacco muziek gemaakt, door de buren toegezongen en zeer vele en diverse cadeaus ontvangen. Met alle respect voor iedereen, er waren er twee die eruit sprongen.

Ten eerste kreeg ik het badschuim weer terug. Het is inmiddels de derde keer dat ik deze mag ontvangen. Het badschuim is een soort van doorgeefcadeau, voor als je echt niet weet wat je moet geven. Ik heb dat ding al twee keer doorgegeven, binnenkort zal ik weer een gelegenheid vinden om er vanaf te komen.

Het creatiefste cadeau kreeg ik van mijn collega’s: een workshop kantklossen gekregen voor het hele gezin. Mijn blogs worden goed gelezen.  http://koenschellekens.blogspot.com/2013/08/kantklossen.html  Ik heb begrepen dat de dochters Jip en Fee nog niet geheel weten of ze dit cadeau echt leuk vinden, ik in ieder geval wel.

Vandaag was een echte ouderwetse zondag. Ik heb zo goed als niets gedaan. Ik heb uiteraard de feestruimte nog even opgeruimd, maar daarna helemaal niets. Ik heb heerlijk in bed gelegen, een beetje bijkomen van een zware dag en nagenoten van een gaaf feest. Naar de regen liggen luisteren en een paar uur naar slechte televisie gekeken. Heerlijk. Helemaal niets. Morgen is er vast een productievere dag. 

vrijdag 11 oktober 2013

jaloers

Vandaag de verjaardag van ma. Ik ben op en neer gegaan, ondanks mijn vermoeidheid. De gehele week ben ik onevenredig moe. De week begon met behangen en vervolgens werd ik moe. Bijna iedere avond rond half negen naar bed gegaan. Stom vervelend. Op weg naar huis komt alles eruit in een bui die je toch alleen maar als depressief kan benoemen. Janken, janken en nog eens janken. Zo kan ik niet rijden, dus auto aan de kant van de weg. Ik realiseer me opeens waarom ik jank. Zij is 87 geworden en dat is best een wonder. Ik mag hopen dat ik 55 word, dat is dan ook een wonder. Ik ben gewoon simpelweg jaloers. Jaloers, een woord waarvan ik altijd zeg dat ik het niet in mijn vocabulaire voorkomt.

Met de pest in mijn lijf kom ik thuis, wat een ongelofelijke kutdag. Eigenlijk een kutweek. Gauw vergeten. En dan belt maat Jacco op. Ja hoor, ik laat me weer gaan. Dat was helemaal niet de bedoeling. Iets later zegt hij: “Even iets anders, ik heb onze opnames binnen. Misschien iets om vrolijk van te worden.” Ik zeg dat ik dat ook hoop, maar denk stiekem dat dat vandaag niet meer lukt.

Nu zit ik te luisteren naar de kunsten van De KOOS. Geweldig en helemaal fantastisch. Het is zo grappig om eindelijk mezelf te horen zingen en praten. Klinkt zeker niet slecht. Eigenlijk is het op sommige momenten briljant. De opnames zijn gelukt. Het plezier spat ervan af.
Ik ga met een overgelukkig gevoel slapen. En nu vasthouden. Ik ben niet jaloers, ik ben veel te blij dat ik pa en ma nog heb. Daar zijn heel wat mensen jaloers op, want dat kunnen maar weinig mensen van vijftig zeggen. 

donderdag 10 oktober 2013

misdadig

Het was begin jaren zeventig toen het noodlot voor mijn moeder toesloeg. Er werden knobbeltjes op de stembanden geconstateerd en deze moesten operatief worden verwijderd. De ziekenzorg was veertig jaar geleden totaal anders dan nu. Als men nu besluit tot een operatie ben je zo snel mogelijk weer thuis. Je wordt geen dag te lang in het ziekenhuis vastgehouden. Daarnaast vindt men nu dat je zo snel mogelijk weer moet werken en vooral moet doen wat goed voelt.

In die tijd werd je bij een operatie meteen opgenomen voor een aantal dagen. Ik meen te herinneren dat ze ma een week hebben gehouden. We kregen thuiszorg voor een aantal weken. Het probleem zat toen ma weer thuis was, ze mocht na de operatie 6 weken niet praten. Niet praten is voor sommige mensen moeilijk, voor mijn moeder was het bijna fataal. Om te communiceren had ze een soort leitje met een wisser om haar nek hangen, zodat ze de hoognodige boodschappen kon opschrijven. Helaas voor ma is ze een kind van de jaren twintig. Ze heeft een prachtig regelmatig handschrift met veel krullen en hanenpoten. Die waren erg slecht leesbaar voor haar jongste kinderen. Wat ma maar probeerde, we snapten er regelmatig niets van en hebben haar geregeld tot wanhoop gedreven. Als ma dan boos werd schreef ze iets onnauwkeuriger en gebruikte ze uitroeptekens. Dat vonden wij dan grappig, waarna er enkele ontploffingen konden plaats vinden.

Iedereen was uiteraard blij dat deze periode van onvrijwillig zwijgen voorbij was. Wat ik misdadig vind is dat deze operatie plaatsvond in de laatste maand vóór de zomervakantie, zodat tijdens de periode van zwijgen er zeven kinderen rondliepen in de leeftijd 6 t/m 17 die vakantie hadden. Arme ma!

PS:
Ze heeft deze periode en vele latere operaties overleefd. Vandaag, 10 oktober, wordt ze zevenentachtig! 

woensdag 9 oktober 2013

vera 2

Als je echt helemaal niet te doen hebt ga je de wc behangen. Dit plan lag er al een hele poos, maar ja dan moet het nog gebeuren. We waren niet voor niets vorige maand naar Priem in Gent (http://koenschellekens.blogspot.com/2013/09/priem.html) geweest. Overigens schrik niet, de onderste meter van de muren bestaat gewoon uit tegels, dit i.v.m. misplassen. Ons toilet was verder witkleurig met vele familiefoto’s en een stapel naslagwerken. Mijn hele leven staat in het toilet, vanaf de maakdatum. Dit is bijna een meter boeken die “het aanzien van” heten en inmiddels compleet is van 1962 tot en met heden. Tevens hangen er trouwfoto’s van mijn ouders en schoonouders, diverse familieportretten vanaf de jaren tachtig tot nu, een verjaardagkalender en nog een paar bijzondere foto’s waar we tot nu toe nog geen afstand van konden doen.

Het toilet uitruimen was al een hele klus. Daarna het behang op de muur. Uiteraard goed op de patronen letten en vooral strak strijken. Dat valt nog tegen in zo’n kleine ruimte. Het is al moeilijk om fatsoenlijk een ladder in ’t toilet te zetten.
Na anderhalf uur ben ik klaar. Het gehele toilet is bedekt met gele, oranje, witte en roze bloemen. Als het een geurbehang was denk ik dat het van door de grote bloemenzee was gaan stinken.
Bijna gesloopt maar voldaan begin ik met inruimen. Alles? Er moet wel geschift worden want anders zien we ’t behang niet meer. Dit is nog moeilijk. Wat mag wel terug en wat niet. Een aantal foto’s en hebbedingetjes redden het niet. Een aantal familiefoto’s verhuisd na jaren naar boven. Diverse gedichtenbundels gaan naar de zolder. En Vera (http://koenschellekens.blogspot.com/2013/06/vera.html) , tja daar nemen we  afscheid van.
Dag Vera!

dinsdag 8 oktober 2013

honderd

Van de meisjes die nu geboren worden, wordt de helft honderd. Bij de jongens is dat 33,3%. Wat moeten we met deze wijsheid? Ons zorgen maken of heel blij zijn. Als je honderd wordt moet je werken tot je vijfenzeventigste, anders is de oudedagvoorziening niet te betalen. Ik zie het al voor me, al die bejaarden aan het bed van het ziekenhuis of voor de klas. Het is dat heel gewoon dat je een arbeidsleven hebt van vijftig tot zestig jaar. Overigens zijn er nu ook al heel wat mensen die een halve eeuw werken.
Als ik nu al mijn soms zuchtende collega’s zie van rond de zestig, die denken dat ze hun tijd kunnen uitzitten, zij moeten er niet aan denken. 

Honderd jaar, waar moet men dan al die rollators en scootmobielen parkeren?  Het lijkt me rampzalig. Nu al weigert iedereen de fiets in de gratis stallingen in Amersfoort te parkeren, terwijl deze goed bereikbaar zijn. 
Nog een addertje onder ‘t gras, het leven stopt waarschijnlijk niet bij honderd. Als de helft van de meisjes honderd gaat worden, hoeveel worden niet gewoon honderdéén, honderdtwee enzovoorts. Hoe oud moet je worden om stokoud door het leven te gaan? Honderdtien? Honderdtwintig?
Foto’s van 5 generaties worden eerder regel dan uitzondering. Dat lijkt me nu weer bijzonder. Ik moet er niet aan denken om honderd te worden. Al zou het in mijn geval best grappig zijn als het zou lukken. 

Als ik nu naar mijn dochters kijk wens ik ze een lang en gelukkig leven. Maar honderd lijkt me nog steeds een beetje veel van het goede, ook voor hen.

maandag 7 oktober 2013

boktober

Het is weer herfst, de tijd van het bockbier. Bockbier is een donker biersoort met een alcoholpercentage van 6,5%. Het wordt vooral verkocht tussen begin oktober en half november. In Nederland heeft het bockbier vooral zijn intrede gedaan in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Verder zijn er allerlei sterke verhalen over te vinden, maar of deze echt waar zijn wordt ernstig betwijfeld. 
Voor mij is het jaarlijks een zoektocht naar het lekkerste bockbier. Inmiddels heeft bijna iedere brouwerij een variant, dus is er ieder jaar genoeg te proeven. 

Een aantal jaren hebben vrienden een heuse privé proeverij georganiseerd. Een ieder die kwam nam zijn “eigen” bockbier mee om dit aan de anderen te proeven. Met lijstjes werd er dan bepaald welke variant de lekkerste was. Nu is een bockbiertje erg lekker, maar na een stuk of vier van die dingen gaat de smaak enigszins tegenstaan. Meestal waren de laatste bieren die geproefd werden niet de lekkerste, maar dat kwam vooral door de volgorde van drinken. Tevens konden we met ons proefgroepje erg dronken worden, zodat er zelden nog iemand was die wist welk bockbier werd uitgeroepen tot het lekkerste. 

Inmiddels weet ik wel waar het lekkerste bockbier te halen valt. Ik heb meerdere proeverijen gehad, de ene meer succesvol dan de andere, maar het aller-lekkerste bockbier komt toch echt uit Breda. Brouwerij de Beyerd, van het beroemde café, maakt deze en al jaren word ik er heel blij van. Afgelopen vrijdag ben ik met maat Jacco op excursie in Breda geweest. Het was een prima avond, met veel te veel overheerlijke bockbieren. Tja, dat blijft toch iedere keer naar meer smaken.

Voor een alternatief verwijs ik iedereen naar de bockbierenmarkt op de Appelmarkt op 20 oktober te Amersfoort. Ook heel fijn!

vrijdag 4 oktober 2013

vrijdag

Vrijdag is mijn dag. Vrijdag is altijd mijn dag geweest. Vrijdag is de mooiste dag van de week. Vrijdag maakt me blij. Al jaren. 
Vrijdag is de dag dat ik het begin van het weekeinde vier. De dag dat ik na het werk wel een biertje mag drinken. Sterker, het is voor mij altijd de dag geweest dat ik geen vaste afspraken heb. Natuurlijk heb ik jaren op vrijdag de kinderen bij school opgehaald, maar dat bedoel ik niet. Als de kinderen bij een clubje wilden, moest het van mij altijd op fiets afstand zijn, of begin van de middag. Ik wil gewoon geen vaste afspraak op vrijdag. Op vrijdag rijd ik niet. Tenminste niet als vaste afspraak. Iedere vrijdag bekijk ik opnieuw wat ik doe of wat ik wil. Op vrijdag wil ik zelf bepalen wat ik doe. Heerlijk borrelen met buren, kwart voor biertjes drinken met collega’s, een tukkie doen. Heerlijk. Slecht eten hoort bij de vrijdag. Even tussendoor snacken omdat niemand zin heeft om te koken. Vrijdag is de dag dat ik wel eens verplichtingen vergeet.

Vrijdag, wat hou ik van vrijdag. Vrijdag is gewoon mijn dag. En daar komt niemand aan!

Zelfs nu heeft de voorziening rekening met mij gehouden. Op drie vrijdagen van de maand krijg ik een kleine chemo. Hierbij krijg ik ook een antimisselijkheidsmiddel. Dit middel geeft extra pep. Met als gevolg: Als ik op vrijdag mijn shot heb gehad voelt het alsof ik een superkick heb gekregen.  De avonden van de kleine chemo ben ik meestal in de kroeg te vinden, soms gevolgd door een restaurantbezoek. Thank God it’s Friday. Nog steeds de leukste dag van de week.
Dus vandaag weer even de berg op, kort bezoek aan ’t ziekenhuis en daarna heerlijk vrijdag vieren. Leve de vrijdag!

donderdag 3 oktober 2013

applaus

Ziek zijn met fatale afloop is niet zo ingewikkeld. Het is een kwestie van overleven en blijven ademen. Beetje positiviteit is meegenomen. Vrolijke kijk op het leven ook. Misschien is het moeilijkste je verlies nemen en accepteren wat je niet meer kan. Mooi weer kan helpen maar is niet perse noodzakelijk.

Voor het thuisfront ligt dit beduidend anders. Zij hebben te dealen met heel wat mensen om zich heen. Allereerst de nukken van de patiënt. Die zal zich voor de buitenwereld beter voordoen dan dat die is. De slechte momenten worden voor thuis bewaard. De momenten van instorten, het niet meer zien zitten, onredelijkheid, die worden voor thuis bewaard. De vuile was hang je nu eenmaal niet buiten.
Verder heb je een groep mensen die de patiënt ontzien. Zij vinden alles leuk en aardig, voelen met de patiënt mee en stellen hun vragen niet aan hem, maar aan de partner, als de patiënt er niet is.

Vervolgens mag het thuisfront zich opmaken voor de periode als het echt mis gaat. Er komt een moment van afscheid nemen en een periode daarna. Hoe moet het thuisfront zich daarop voorbereiden? De patiënt heeft het gemakkelijk. Hij hoeft zich daar niet al te veel mee bezig houden. Financiën moeten geregeld zijn, wat tips voor de laatste zaken en dan is hij klaar. Het thuisfront mag het grote onbekende dan ten uitvoer brengen, terwijl ze in een diep gat vallen.  Hoe? Er bestaan geen boeken voor. Sterker, men kan zich daar niet op voorbereiden, want men reageert weet niemand. Wat blijft staan is dat men daar wel mee bezig is.

Ik ben ervan overtuigd dat het thuisfront het veel zwaarder heeft dan de patiënt. Daarom vraag ik: “Een groot applaus voor het thuisfront!” 

woensdag 2 oktober 2013

proost!

Uiteraard wordt mij wel eens gevraagd of ik bezig ben met mijn begrafenis. Het antwoord is dan “nee”, terwijl dit niet geheel naar waarheid is. Uiteraard praat ik met vrouw en kinderen hier wel eens over, maar dat is nog zover weg. Nu weet iedereen dat ik vaak in liedjes denk en daar begint eigenlijk al het probleem. Hoe wil ik herinnerd worden en welk liedje past daar bij.
Ik heb heel wat begrafenissen en herdenkingen meegemaakt. Waar ik wat moeite mee heb is dat er dan een liedje wordt gedraaid. Het liedje wordt voor altijd aan de persoon gekoppeld. Niet altijd wordt de keuze van het liedje begrepen. Soms wordt de plank volkomen misgeslagen. En jij maar luisteren naar dat liedje.
Er zijn inmiddels een heleboel liedjes te vinden, waarvan men vindt dat ze bij begrafenissen horen. "Afscheid nemen bestaat niet" van Marco Borsato scoort erg hoog in de begrafenis top 50, net zoals "de steen" van Paul de Leeuw. (Wee degene die deze voor mij draait. Wat een draak van een lied en ook nog een slechte cover) "Tears in heaven" scoort ook hoog in deze top 50, net als "time to say goodbye".
Ik zeg niet dat vroeger alles beter was, maar wat is er mis met onze vertrouwde Mieke Telkamp. “Waarheen wijst de weg die wij moeten gaan, waarvoor zijn wij op aard.” Ze start zo mooi a capella. Bij het horen van de eerste noten zal iedereen zo snel mogelijk de herdenkingsbijeenkomst willen beëindigen. Als het koor begint is de ruimte leeg en weet iedereen welke weg ze moeten gaan, naar de dichtstbijzijnde kroeg. Dan is iedereen daar waar die moet zijn.  Een begrafenis zonder borrel is geen begrafenis. Met een borrel wil ik herdacht worden. Proost!

http://www.youtube.com/watch?v=rr2ilTRbGEs  Mieke Telkamp - Waarheen, waarvoor

dinsdag 1 oktober 2013

singelloop

Na twee jaar hardlopen werd ik door loopmaatje Ellis meegenomen naar een heuse hardloopwedstrijd. Dat is veel leuker en je weet waarvoor je traint. De tocht van Driebergen voerde ons door de bossen. 6 kilometer was ook een mooi begin. Niet te veel in een keer!
Ze had gelijk. Ook al loop je achter honderden mensen aan, ik vond het wel wat hebben. Met zo’n echt nummer op je borst en een heuse tijdwaarneming. Dit smaakte naar meer. Ik had al eens gelezen van de singelloop in Breda, dus daar ging ik voor. 10 kilometer, dat moest gaan lukken. Broer Stan en zus Marlies besloten mee te lopen. De Singelloop in Breda is een leuke tocht, langs de singels. Er staan vele mensen langs de kant en ook veel bandjes. Als je niet meer kan, word je vanzelf naar voren geschreeuwd. Ik had al gezien dat die eerste zondag van oktober erg warm zou worden, dus ik had wat extra getraind. Aan de start maakt ik één grote fout. Mijn zus wilde graag samenlopen, ze zou haar tempo aan mij aanpassen. Dat werkte dus niet goed. Bij het bord 5 kilometer stortte ik bijna in. Nu pas op de helft, ik had teveel haar tempo gelopen. En ja, zus wilde nu ook bij mij blijven. Het kostte wat moeite om haar weg te sturen en door te laten lopen. Na een korte wandeling kon ik weer enigszins hardlopen. Later bleek dat ik de eerste 5 kilometer in 24 minuten had gelopen. De tweede helft in 41 minuten! Broer Stan, bijna ongetraind, de etter, passeerde mij vlak voor de finish. 

Hardlopers zijn inderdaad doodlopers. Gelukkig maakte de afterparty bij Café de Beyerd veel goed. Ik had moeite om de trein naar Amersfoort te vinden.