vrijdag 29 november 2013

teleurgesteld

Lydia en ik kozen al snel voor kinderen. We waren tot de conclusie gekomen, dat we samen verder wilden en dat wel geen oude vader en moeder wilden worden. Daarnaast hadden we al snel door dat er duizenden redenen zijn om het “nemen” van kinderen uit te stellen, maar dat je het daarvan nooit gaat winnen. Zo gezegd, zo gedaan. Als je stopt met de pil kan het snel gaan en wij hadden dat geluk. Het was meteen raak, drie weken later was Jip onderweg. We waren wel wat geschrokken dat het zo snel ging. Het was misschien een beetje een onbezonnen actie, maar wel superleuk vanaf het begin. Als twintigers begonnen wij aan onze opvoedkundige taak.

Jaren later zit ik met een collega, een dertiger bij wiens vriendin de eierstokken al begonnen te klingelen, te praten over het nemen/krijgen van kinderen. Ik zeg hem twee dingen. “Als jouw vriendin kinderen wil, heb je je er bij neer te leggen,.”en “Kinderen komen nooit uit. Er zijn altijd redenen om het niet te doen, maar van die eierstokken win je niet.”
Nooit geweten dat ik zo kon overtuigen. 4 maanden later hoor ik dat vriendin drie maanden zwanger was van een tweeling. Groot was de hilariteit. Was in de jaren negentig niet de slogan ”zeg je nee, dan krijg je er twee” van Bart de Graaff?
Zijn zonen werden geboren. Ze kregen best aardige namen, maar mijn naam was er niet bij, zelfs niet als tweede of derde. Een kleine tegenvaller. Gelukkig werd dit goedgemaakt toen ik op kraamvisite kwam. Bij oma werd ik geïntroduceerd met: “Door hem ben je nu al oma geworden.” Achteraf gezien wel iets te veel eer.

donderdag 28 november 2013

wonder

De afgelopen twee weken was ik er klaar mee. Helemaal klaar. Van mij mocht de spuit erin. Afgelopen, over, finito, maar hopelijk ook rust. Ik had bijna geen energie en als ik energie had, was deze na een uur weer verdwenen. Geen energie hebben is slecht voor het hoofd. Als niets meer lukt of vanzelf gaat, wordt het leven voor mij niet leuk meer. Tot nu toe is mijn motto geweest:”Ik blijf ademen zolang het leuk is.” Dan moet je ook woord houden, vind ik.
Afgelopen maandag was het grote dieptepunt. Jankend riep ik uit dat ik echt niet meer wil. Niet  gezellig voor mijn familie, maar ja, ik ben ook maar een mens. Ik sleepte me toch weer voort, ook naar werk, en tijdens mijn spaarzame lessen die ik geef ontdekte ik dat ik dat toch nog wel erg leuk vind, lesgeven. Een lichtpuntje dus.
In de nacht van dinsdag op woensdag, ik ben zelden zo moe gaan slapen, kwam ik niet in slaap. Plots gebeurde het. Het leek wel of ik de vermoeidheid weg voelde glijden. Beetje bij beetje trok het uit mijn lichaam. De smaak in mijn mond werd anders. Het smaakte minder giftig. Zou het echt over gaan? Een wonder. Met een glimlach ben ik in slaap gevallen. Woensdag stond ik na een korte nacht tamelijk fit op. Ik kon de wereld weer aan. Het voelde weer goed. Nog steeds niet veel energie, maar dat is anders dan geen. Het leven wordt weer leuk.  

Niets was minder waar. Het werd een klote dag, met allerlei onverwachte onderzoeken. In plaats van ’s ochtends anderhalf uur in het ziekenhuis zoals gepland, kwam er ’s middags ook nog even 3 uur ziekenhuis bij. Weg leuke dag. Ik onderging het met een glimlach. Vasthouden nu! Ik blijf mooie momenten verzamelen.

woensdag 27 november 2013

sinterjacco

Buurman Jacco zou om twee uur een zak met cadeautjes voor de deur zetten en aanbellen. Wij zouden liedjes zingen en uiteraard erg verrast zijn. Wij zingen. De bel ging. Tergend langzaam loop ik naar de deur, die toevallig nog op slot zat. Fee, toen vijf jaar, kon haar plas maar net ophouden, zo spannend vond ze het.
Ik zie dat er iemand voor de deur staat. Wie zou dat nu zijn? Ik zie door de melkwitte ruit dat het Sinterklaas is. Dat hadden we toch niet afgesproken? Verbaasd doe ik de deur open en zie Sinterklaas is vol ornaat voor me staan. “Hallo SinterJacco,” zegt Fee. Ik hoor een aantal huizen verderop een deur dicht gaan, ik zie Sint een beetje bleek worden en zeg: “Welkom Sinterklaas, kom binnen.” Het wordt een ingewikkeld kwartiertje. Sint probeert zich goed in de plooi te houden. We spelen het spelletje allemaal mee en doen net of we Fee niet hebben gehoord bij de entree. Na een kwartier vertrekt Sint weer en Fee zegt:”Het was Jacco. Dat zag je toch meteen.” Op de vraag waarom ze dat denkt zegt ze:”Zijn schoenen.” We gaan verbijsterd verder met de Sinterklaasmiddag en hebben het er niet meer over. De middag is wel een beetje raar geworden.

Als alles is uitgepakt loopt Fee naar de voordeur en voor we er erg in hebben is ze al buiten. “Wat ga je doen?” roepen we maar ze is al weg. We kijken haar na en ze belt bij Jacco aan. “Hallo SinterJacco, bedankt voor alle cadeautjes. Leuk hè, dat je hulpsint mocht wezen. Volgend jaar komt de echte weer,”en ze rent weer naar huis. “Wat lief dat SinterJacco al die cadeautjes heeft gekocht”, voegt ze er thuis aan toe.

dinsdag 26 november 2013

stenen

Eén van de verschrikkelijkste liedjes is voor mij “de Steen” in de uitvoering van Paul de Leeuw. 
Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde
nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten
ik leverde bewijs van mijn bestaan
omdat door het verleggen van die ene steen
de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan

Het origineel is van Bram Vermeulen. Hij zingt het rauw en geloofwaardig. Paul de Leeuw zingt het nadrukkelijk geloofwaardig. Daar zit nu net het verschil in. Dat nadrukkelijke. Ik vind het erg lelijk.

Overigens, als er iemand een steen heeft verlegd op deze aarde ben ik het wel. Hele vakanties was ik in het water te vinden, rivierdammen bouwen. Als kleine jongen vond ik dit al leuk. Ik zie mij nog bezig in de Ardèche, waar ik jaren met mijn ouders vakantie vierde.

Eenmaal zelf een ouder, hoopte ik dat mijn kinderen dit leuk zouden vinden. Dat werd een kleine teleurstelling. Als we met vakantie bij een rivier waren, begon ik al snel te kijken of we ergens een dam konden bouwen. Meestal vond ik dan wel een plekje in de rivier waar het niet te koud is en waar genoeg stenen lagen. De kinderen hielpen me mee. “Leuk pap”, zeiden ze ook nog. Langer dan tien minuten hielden ze het niet vol. Daarna was ik alleen aan het bouwen.

Jammer, al moet ik zeggen dat Fee tijdens onze Spaanse wandeling een heel andere manier van bouwen had. Ze vond het geweldig om torentjes te bouwen als we rust namen. Grote stenen onder, en bovenop de kleintjes. Je ziet dit ook bij joodse graven. Na de wandeling heb ik haar dit nooit meer zien doen. Wie weet komt er een moment dat ze dit weer gaat doen.

maandag 25 november 2013

bendebekendeboeken

“Pap, er staat een koffer in de kamer.” “Dat heb je goed gezien, dochter.”zeg ik terug. De vraag is eigenlijk “Wat doet die koffer daar en wat zit erin?” Aangezien ik die vraag niet heb gehoord behoef ik geen antwoord te geven. Kijken hoelang de nieuwsgierigheid in toom gehouden wordt.

Een paar dagen later is Jip er ook. “Wat zit er in die koffer?” De bandboeken van mijn vroegere bandje, onlangs gebracht door twee oud-bandleden,” is het eerlijke antwoord. “Oh, van al die oude mannen van over de vijftig.”is het antwoord. “Mogen wij die zien?” Het eerste deel van de deze zin negeer ik, de rest knik ik bevestigend. De koffer gaat open. Er zitten een stuk of tien plakboeken in en een paar stapels foto’s. Ik leg uit dat dit de fotoboeken zijn van toen ik tussen de twintig en dertig was van mijn band. Over de carnaval en over de bandweekends. “Leuk”, zeggen de meiden en ze beginnen te kijken in boek één. In de meeste foto’s van de jongens herkennen ze niet de vijftigers van nu. Ach zo vaak zien ze die ook niet, dus het is ze vergeven.

“Wat deden jullie op zo’n bandweekend?”, is de volgende vraag. Ik leg uit dat de doelstelling muziek maken was maar dat het daar niet altijd van kwam. Vaak waren we ook druk met elkaar. Voetballen, kletsen, snacken, te veel bier drinken en vieze filmpjes kijken. De boeken gaan alweer dicht. “Nou dat geloven we verder wel”, zeggen ze. “De jongens van nu zijn niet veel verder dan jullie toen. Ze doen nog steeds hetzelfde.”

vrijdag 22 november 2013

behang

Er kwamen veel opmerkingen over onze behangetjes in ons huis. Waar kan je die nog kopen, is die retro niet duur. Toen we uitlegden dat dit allemaal voor een zeer redelijke prijs te koop was in Gent waren diverse vrienden en kennissen om. Ook zij gingen naar Priem in Gent http://koenschellekens.blogspot.com/2013/09/priem.html om de winkel met eigen ogen te aanschouwen en een aantal kwamen terug met een prachtig behang.

Zo ook mijn zwager en schone zuster. Tijdens hun zoektocht hadden zij in Gent een prachtig bloemenbehang op de kop weten te tikken. Bang dat ze waren om het niet goed te doen, huurden zij een behanger in, zodat het superstrak op de muur zou komen. Dat lukte ook. Ik kan best aardig behangen, maar zo strak en in zo weinig tijd lukt mij niet. Daar heb je een vakman voor nodig. Ik keek nog eens goed. Het zag er supergoed uit, maar toch zag ik iets raars. “Waarom hangt dat behang op zijn kop?”, zei ik plots, toen  ik doorhad wat voor raars ik zag. Ik kon mijn tong er wel vanaf bijten. Mijn schoonzuster zag het nu ook. Ze baalde, maar kon de fout niet herstellen. Ik baalde omdat ik mijn kop niet had kunnen houden.

Onlangs waren wij weer bij Priem. We hadden nog wat behang nodig voor een kamer boven en voor in het toilet. Eenmaal thuis heb ik het behang op de muren geplakt. Het toilet hangt echt superstrak. Helemaal trots op mezelf ga ik eens goed op de pot zitten. Dan zie ik iets raars. Het zal toch niet? Ik kijk nog een keer. Het hangt echt op zijn kop. Hoe dom kan je zijn. Gelukkig heb ik het zelf ontdekt. Mijn schone zuster durf ik niet onder ogen te komen. Wat zal ze lachen!

donderdag 21 november 2013

steen 2

Al een paar weken voel ik mijn buik. De pijn is absoluut draaglijk en een paar paracetamolletjes doen wonderen. Het is irritant je buik zo bewust te voelen. Het maakt je continue bewust dat er zaken in zitten die er niet in horen te zitten. Ik heb de buik al gemeten, maar de omtrek is niet groter geworden. Toch lijkt ie steeds dikker te zijn. Mijn broek kan niet meer goed dicht, maar gelukkig heb ik daar bretels voor. Het lijkt wel of er een steen in zit. Zo’n steen die geweldig in de weg zit en van alles verstopt. Zo’n steen die super zwaar op de maag weegt. Gewoon omdat zo’n steen er niet hoort te zitten. Soms lijkt het al dat kijken naar mijn buik al pijn doet.
Als ik mijn handen op mijn buik leg, bijvoorbeeld in bed, lijkt het of de buik extra warmte geeft. Ook al raar. Ik heb het al dagen koud, maar mijn buik wordt warmer. Ik kan er een eitje op bakken lijkt het soms.

Straks, donderdagochtend 21 november, mag ik naar de oncoloog. Zij gaat mij vertellen of de chemo’s zijn aangeslagen en of de kanker stabiel is gebleven of is gegroeid. Eigenlijk gaat zij vertellen of ik een paar maanden verlenging krijg of niet. Eigenlijk gaat zij mij vertellen of die steen echt is of gewoon psychisch. Het zou zo maar kunnen dat die steen verdwijnt bij goed nieuws. Dat lijkt me toch wel aardig om mee te maken. Al weet ik niet zo goed hoe het goede nieuws moet luiden.

Enne owee degene die mij sterkte wenst. Ik kom de dag wel door  http://koenschellekens.blogspot.com/2013/06/sterkte.html

Steen 1                http://koenschellekens.blogspot.com/2013/07/steen.html

Update 21 november 12.00 uur
Het is 2 - 1 geworden voor het negatieve nieuws. Verder kan ik er niet zo heel veel mee:
Nieuwe feiten:
Kanker is niet groter geworden (positief)
Er zit vocht in de buik. Teken dat de slechte cellen actief zijn (slecht nieuws)
rechternier functioneert niet goed Wordt onderzocht of dit tijdelijk is (slecht nieuws)
In februari opnieuw scannen en dan weer verder zien. Tot die tijd gewoon blijven ademen. Ik doe mijn best. :-)
Zolang het leuk is, blijf ik ook ademen.

woensdag 20 november 2013

zusjes

Bij de geboorte van Fee was dochter Jip niet zo onder de indruk van haar blauwe zusje. http://koenschellekens.blogspot.com/2013/10/blauw.html Een week later kwam het meisje thuis wonen en de teleurstelling was best groot dat je met zo’n zusje niet kan spelen, hooguit helpen de fles te geven. Ze gaf haar dagelijks een kus en ze gingen samen naar de crèche en dat was alle aandacht die er naar Fee uitging. Jip was gewoon te druk met haar eigen leven en vriendjes.

Zo ging dat nog een paar jaar door. Helaas voor Jip was Fee enigszins dwars geboren. Dat bleef ze de eerste jaren ook. Ze kon heel hard en heel veel huilen, voor Jip een reden om ergens anders te spelen. Fee eiste gewoon haar aandacht op en dat ging nog wel eens ten koste van Jip. Een echte band ontstond er helaas niet tussen de gezusters Schellekens. Liefde voor een zusje kan je niet afdwingen.

Toen Jip een jaar of vijf was begon ze te vragen om een nieuw zusje. Het vervelende zusje had ze al, nu wilde ze ook nog een leuk zusje voor haarzelf. Ai, wij ouders hadden nog wat te doen. We deden ons best maar liefde kan je niet afdwingen.

Jip was zes toen ze tijdens een vakantie de legendarische vraag stelde:”Wanneer gaan jullie scheiden?” Wij schrokken. De avond daarvoor hadden we net samen een borrel gedronken en waren we tot de conclusie gekomen dat het zo goed ging. We vroegen haar waarom ze deze vraag stelde. Haar antwoord was net zo ontwapenend:”Het maakt niet uit met wie ik mee ga, als zij (wijzend naar Fee) maar met die andere mee mag.” Daar sta je dan met je goed gedrag.
Gelukkig is het goed gekomen. Ze maken nu samen de binnenstad van Amersfoort onveilig. 

dinsdag 19 november 2013

boerderij

Veel mensen hebben een droom om op een boerderij te wonen. Toen wij tussen twee woningen in kwamen, ene huis verkocht, andere nog niet klaar, konden we een half jaar tussen Amersfoort en Nijkerk wonen. Het was een oude, bijna onbewoonbare boerderij met buren 500 meter verderop. Een paar grote bomen, een boel verwilderde poesjes en weilanden vol schapen en koeien. Echt een mooi plekje. 

De eerste maanden was het erg zomers weer. Je keek er je ogen uit, heerlijk buiten en we twijfelden of we er goed aan hadden gedaan, een nieuwe woning aan de rand van de binnenstad te kopen. Dit had ook wel wat. Het gaf een gevoel van vrij zijn, we zagen de mooiste luchten en roken de heerlijkste geuren. Ondanks de tocht en het vocht in de boerderij werd er niet geklaagd. Jip fietste iedere dag 28 kilometer heen en weer naar school, wat een bikkel. Er kwamen genoeg mensen aanwaaien, want het was een leuke fietstocht vanuit Amersfoort, en je zat bij ons heerlijk op t erf.  

Half september sloeg het weer om. De mooie luchten bleven, maar in plaats van zonnestralen kwamen er bakken regenwater uit. Het blauw tussen de wolken werd grauw. De drie kilometer schapen, koeien en weilanden voor de deur maakten plaats voor regen en depressies. Het werd donker rond de boerderij. We hadden al heel snel door dat het voor ons slechts een mooie zomer was geweest.  In de zomer was het geweldig, maar drie kilometer depressies en stilte werkten al snel op de gemoedsrust. Een paar weken eerder dan gepland verhuisden we terug naar de stad. Liever kamperen in een nieuwbouwhuis, dan nog één dag langer in die vochtige depressieve omgeving,
Het buitenleven is niets voor ons.

maandag 18 november 2013

spionage

Inmiddels zijn mijn blogs meer dan 50.000 keer bezocht. Dat kan allemaal door dezelfde persoon zijn, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk. Iedere keer als er een blog wordt gelezen gaat de teller omhoog. Als ik kijk naar het gemiddelde aantal lezers per blog kom ik uit op 380 per blog. Dit is wel heel veel en meer dan ik ooit had kunnen bedenken.
Nu moet ik eerlijkheidshalve zeggen dat de blog over Victor ruim 4000 keer bekeken is. Als ik deze eruit haal wordt het gemiddelde flink gedrukt en komt dit uit op 355. Nog steeds waanzinnig veel. 

Prettig om te weten, maar ik koop er natuurlijk niets voor. Het is wel fijn dat er lezers zijn en dat zij de blogjes schijnbaar leuk vinden. Bijna dagelijks zijn er 75 lezers die al voor 9 uur de blog hebben gelezen. Gezellig een verhaaltje van Koen bij ‘t ontbijt. Zoveel aandacht heb ik voor de klas nooit gekregen. Als ik om half negen begin met lesgeven moet ik vooral eerst zorgen dat de dames en heren leerlingen wakker worden. Tegen de tijd dat het zover is, is de eerste les al voorbij.

Overigens heb ik mijn twijfel of de blogs inderdaad 50.000 keer gelezen zijn. 44.443 hits komen uit Nederland, de overigen uit de gehele wereld. Dat kan uiteraard want diverse mensen lezen de blogs ook als ze met vakantie zijn en ik heb een paar fans die in het buitenland wonen. Toch wil ik graag spionage uitsluiten dus vraag ik bij deze of mijn Amerikaanse fans (goed voor 1.500 hits) en Russische fans (450 hits) zich bekend willen maken. Na publicatie heb ik binnen vijf minuten minimaal drie Amerikaanse bezoekers.Het idee dat de blogs gelezen worden door de geheime diensten is beangstigend. Of eigenlijk gewoon erg grappig?

vrijdag 15 november 2013

manuela

Sjoorkest Bendebekende gooide het over een andere boeg. Dit jaar zouden we onze instrumenten niet aanraken, we gaan zingen. Tijdens het bandweekeinde keken we welke nummers we zouden gaan vertolken. De nummers werden op drie cd's gezet zodat we 3 sets hadden. Met een voice-killer haalden we de middelste noten, en dus grotendeels de zang, uit de liedjes en die zongen we live tijdens onze sjo met carnaval.
We besloten niets tegen onze opdrachtgevers te zeggen, want in de contracten stond dat we 3 keer een set muziek verzorgen. Er staat niet in hoe. De keuze voor mijn lied werd Manuela. Ik was het hier niet geheel mee eens, want het is een vervelend nummer met een te veel tekst. Die zou ik thuis uit mijn hoofd leren.
Er waren twee problemen. Gedurende carnaval raakte ik meestal mijn stem kwijt. Tevens kon ik niet zo goed tegen een hele avond bier drinken met carnaval. 

Wij vonden onze nieuwe aanpak een groot succes, de opdrachtgevers waren niet overal even enthousiast. Op maandagavond speelden we in Oud-Gastel, net zoals de twee jaar daarvoor. Men verwachte weer een avond feest met een fanfareband, men kreeg een stel minder goede zangers met hese stemmen. Tijdens Manuela ging het mis. Mijn stem was geheel verdwenen en het bier had rijkelijk gevloeid. De fanclub van Jacques Herb zat in de zaal en voelde zich ernstig bekocht en verraden. “Hoe kan die kleine met bril zoiets doen.” Na mijn act ben ik maar gauw de zaal uit gevlucht om niet meer terug te komen. Veiligheid boven alles!
Niemand kon toen bedenken dat ik ruim vijfentwintig jaar laten via het snabbelcircuit nog heel wat vakanties bij elkaar zou gaan zingen. Manuela zingen we overigens zelden met De KOOS. Ik ken de tekst nog steeds niet uit mijn hoofd.   

http://www.youtube.com/watch?v=ZRmH-Rfa25E  Jacques Herb – Manuela. Brilliant gefilmd  J

donderdag 14 november 2013

simpel

Toen we tien jaar geleden over de Ramblas in Barcelona liepen, was er een standbeeldenact die ons niet los liet. Eenmaal in Amersfoort en de foto’s bekijkend kwamen Lydia en ik tot de conclusie dat we hier iets mee moesten gaan doen. Zo gezegd, zo gedaan. We gingen er eens rustig voor zitten en onze animatieact kreeg een vorm. Een standbeeldenact leek ons te beperkt. Zo lang kan ik niet stil staan, dus het werd een wandelact. Op de lapjesmarkt te Utrecht werden diverse roze stoffen verzameld en wij aan de slag. Samen hebben we heel wat avonden zitten uitproberen en ontwerpen tot het resultaat daar was.
We besloten het simpel te houden. We zouden in ons nieuwe kostuum gaan rondlopen en alleen maar belletjes blazen. Gewoon zeepbellen. Geen grote of bijzondere vormen. Gewoon de huis-tuin-en-keuken belletjes die we aan kinderen geven zodra ze kunnen lopen en blazen. Onze vuurdoop was met Koninginnedag. We besloten verkleed en al bellenblazend te gaan wandelen.  Konden we meteen kijken wat de effecten waren. Kinderen tot twaalf jaar vonden ons fantastisch. Ze wilden allemaal op de foto en soms bliezen ze vrolijk met ons mee. De ouders met kleine kinderen en ouderen waren ook enthousiast. Velen riepen, nadat ze in de bellen waren gezet “dankjewel” en waren verbaasd door het effect van zoveel eenvoud. Eigenlijk waren we dat zelf ook. Het plaatje is gewoon mooi, dat is alles. Iedereen wordt er blij van.
Inmiddels worden we zo’n tien keer per jaar ingehuurd. Voor ons heerlijk rustgevend, voor anderen betoverend. Om het eenvoudig te houden is onze artiesten naam eenvoudig gebleven: Belle en Blaas. Het leven is zo simpel en geluk zit in een klein hoekje.


woensdag 13 november 2013

lui

Jip is vanaf haar negende een fanatieke waterpolospeelster. Nou ja, speelster, ze is de keeper. En zeker geen slechte. Na een paar jaar kwam ze in de kring Utrecht, waardoor ze extra trainingen kon gaan volgen in Zeist. Op haar hoogtijdagen trainde ze 12 tot 14 uur per week. Ze was fanatiek en sloeg zelden een training over. Daarnaast eiste van haar team ook een flinke discipline. Het gaat ergens om dus moet je er ook voor werken als het niet lukt. Een prima instelling voor topsport. Ze heeft voor de waterpolo heel wat zaken opgeofferd, maar zo zag zij dat niet. Ze maakte de keuze voor polo, dus moet je daar andere zaken voor laten. Zo simpel is dat.


Toen ze veertien was verhuisden we tijdelijk voor een half jaar naar een boerderij tussen Amersfoort en Nijkerk in. Verder van school kon bijna niet, 14 kilometer heen en uiteraard 14 kilometer terug. Drie keer in de week kwam daar nog een fietstocht naar de training bij. 10 kilometer heen, 10 kilometer terug. Ze heeft hier nooit over geklaagd. Dit was namelijk meteen een goede training voor het uithoudingsvermogen. 
Na een paar maanden komt ze toch wel erg mopperend thuis van school. Ze heeft het gehele weekeinde een toernooi gehad, fietst op maandag weer naar school en krijgt van de gymdocent te horen dat ze samen met Anouk erg lui is. Nu kan ik me voorstellen dat puberende meisjes, die voor de honderdste keer moeten hockeyen waar ze geen zin in hebben, lastig kunnen zijn, maar lui? De verbazing van deze docent was groot toen hij hoorde dat zowel Jip als Anouk tweede van Nederland waren geworden met hun provinciale team. “Een beetje verdiepen in je leerlingen en je weet dit”, zei zijn collega tegen hem. Over lui gesproken. 

dinsdag 12 november 2013

vera 3

Zo’n veertien jaar geleden stierf Vera, totaal onverwachts. Ze had een longembolie en was plotsklaps overleden. Haar dood had een enorme impact op ons gezin. Doordat Vera op het moment van overlijden geen relatie had, kwam er na haar overlijden geen vervolg meer. We hoefden niet op te letten hoe het met haar partner ging, want die was er niet. Ze had geen kinderen, dus deze lijn was meteen klaar, hield op te bestaan. Misschien was dat wel het meest bizarre, na Vera was er niets meer.

Na een dag gingen we bij haar thuis kijken en daar maakten we kennis met haar broers, schoonzussen en vader. Wat een warm bad!
De avond voor de crematie gingen we met de kinderen nog even kijken. Zij waren zwaar onder de indruk. Jip (toen 7) heeft haar aangeraakt en is vervolgens aan een tekentafel gaan zitten om een mooie tekening te maken. Fee (toen 4 jaar) gaf Vera een dikke kus. Ze vond haar net Sneeuwwitje, alleen “wordt deze niet wakker” en vroeg: “Waar is Vera’s moeder?” Haar vader was wel in de woonkamer. Moeder was een jaar eerder overleden. Lydia zegt tussen haar tranen door iets onduidelijks wat neerkwam op “daarboven ergens”.

We kletsten wat, dronken een glas wijn en bekeken de mooie tekening die Jip had gemaakt. Deze werd bij de kist gelegd. Wij naar huis, dat wil zeggen, als we Fee hebben gevonden. “” Waar is dat kind nu weer gebleven?” Ze kon hooguit in de tuin zijn, maar ze bleef onvindbaar. Ik hoorde wat gerommel boven. Toch maar even kijken en daar zat ze, ze keek op een kamer onder het bed. “Die moeder was toch boven,”zei ze, “maar waar dan? Ik kan haar niet vinden.” Ik geloof dat ik haar iets moest uitleggen.


maandag 11 november 2013

uitvaart

Het was een volle bak in het crematorium. Ik denk wel meer dan zevenhonderd mensen. Velen moesten buiten de zaal naar een groot scherm kijken. Ik had voor de zekerheid een tuinstoel meegenomen, want ik vreesde al dat ik geen zitplaats zou hebben. Het zag er niet uit om met die stoel te lopen. Toch was het reuze handig, diverse mensen keken wel een beetje jaloers.

Het was een mooie bijeenkomst. Bij een uitvaart leer je de overleden persoon altijd weer op een andere manier kennen. Zo ook bij Victor. Er werd gesproken, anekdotes opgehaald, muziek geluisterd, foto’s bekeken, gehuild en veel gelachen. Victor was dan ook een bijzondere man.
Vervolgens verhuist het hele gezelschap, nadat ze definitief afscheid hebben genomen naar café De Bommel te Breda. Deze kroeg was op vrijdagavond zijn huiskamer, vandaar dat het voor deze gelegenheid is afgehuurd. Ook hier is het een drukte van jewelste. Bier en wijn stromen rijkelijk en het wordt een steeds vrolijker boel. Gelukkig maar! Toch blijft het ingewikkeld; het lijkt alsof Victor ieder moment binnen kan komen. Uiteindelijk speelt de band. Zonder Vic. Respect!

Lydia en ik kijken elkaar aan. We beseffen dat er een grote kans is, dat ik de volgende ben. Ik vraag aan haar of ze vandaag al wat inspiratie heeft gekregen en het antwoord heb ik eigenlijk niet gehoord. We vinden het wel erg druk en wijten dit aan het feit dat hij en jong is en een zeer kort ziekteproces heeft gehad.

“Het zal bij mij straks echt wel wat anders worden”, zeg ik, als we richting broer gaan, waar we blijven slapen. “Ik ben veel langer ziek, dus dat scheelt al een slok mensen, en ik word niet in Breda begraven. Velen moeten dus met de auto nog naar huis.” Dat laatste zal vele liters schelen. :-)

vrijdag 8 november 2013

blij

Gisteren, donderdagmiddag. Ik lig onder een warme slaapzak op de bank. Ik heb het al dagen koud. Het lijkt wel alsof ik nooit meer warm word. Het gaat redelijk, vergeleken met de eerste dagen van deze week. Ben wat grieperig en heb het koud. Al dagen! Ik verplicht me te eten want ik ben in een week 5 kilo afgevallen. Nu nog die kou weg en ik ben er weer. Dat wordt tijd. Morgen is de laatste (korte) chemo. De 6 grote en 18 kleine chemo’s  zitten er dan op. Daarna afwachten of het effect heeft gehad. De hele week zie ik ontzettend tegen die laatste chemo op.

Net als ik in slaap val word ik wakker gebeld door een onbekend nummer. Toch maar opnemen. Het is het ziekenhuis. Ik hoor een vertwijfelde stem, het hoofd van de chemoafdeling. Aan haar stem hoor ik dat het slecht nieuws is. “Meneer Schellekens,” zegt de stem, “Uw bloedwaardes van vanmorgen zijn niet goed”. Dat is niet geheel onverwachts, ik voel me niet voor niet zo klote. Dit houdt in dat het lichaam heeft niet goed is hersteld en een nieuwe chemo niet aan kan. “Shit”, denk ik, “dan wordt het een week uitgesteld.” De stem vervolgt: “Dokter Baas geeft deze aan u cadeau, zij denkt dat die ene chemo meer of minder niet zal uitmaken.” Ik ben het deze keer volkomen met dokter Baas eens en ben blij. Dat laat ik merken ook. Dat vindt de andere kant van de lijn een beetje raar. Ze heeft nog nooit een in haar ogen slecht-nieuwsgesprek zo snel zien veranderen in goed nieuws. Ik begrijp de verwarring, maar volg vooral mijn eigen gevoel. 

Ik heb het 's avonds maar meteen gevierd!. 

donderdag 7 november 2013

familieportret

Ieder jaar gaan mijn ouders met hun gehele gezin uit eten. Dit heeft jaarlijks wat voeten in aarde. Zie het gehele zootje maar eens gelijktijdig bij elkaar te krijgen. Het is vaak een onmogelijke opdracht. Vandaar dat de datum gewoon in januari geprikt wordt. “Houden jullie er rekening mee dat we dit jaar op 17 september uit eten gaan.” Handig om dit zo vroeg te weten, kan iedereen er rekening mee houden met vakanties, weekeinddiensten, festivals, sportwedstrijden etcetera. Het gros was dan uiteindelijk aanwezig, maar zelden waren we er echt allemaal. Al doen we allemaal ons best om erbij aanwezig te zijn, maar er zijn nu eenmaal zaken, waar je niet onderuitkomt.

De locatie wordt door pa en ma in Breda uitgezocht. Vaak gaan ze van te voren proef eten om e.e.a. af te spreken en vervolgens morgen wij op de bewuste dag in september/oktober aanschuiven. Hoewel het soms wat gedoe geeft, is de sfeer altijd goed. De broers en zussen blijven het leuk vinden om elkaar te zien, de rest past zich aan. 

Terugkerend hoogtepunt is er het familieportret. We poseren allemaal met frisse tegenzin, maar weten dat we bij iedereen ergens komen te hangen. Inmiddels hangen er een stuk of tien van die portretten bij mij op het toilet. De groep is inmiddels uitgegroeid  33 personen. Als je de foto’s bij elkaar ziet zie je de geschiedenis van de familie in een notendop. (nieuwe relaties, nieuwe kinderen)


Het blijft wel grappig dat mijn ouders het “het jaarlijkse etentje”noemen. Als de familie Schellekens bij elkaar is gaat het namelijk zelden over eten. Qua eten zijn wij cultuurbarbaren. Als de drank maar rijkelijk stroomt, wordt het bordje gewoon netjes leeggegeten. Er wordt vooral veel en hard geouwehoerd en gedronken.

woensdag 6 november 2013

vijver

Toen wij zeven jaar geleden ons nieuwbouwwijkje in Amersfoort betrokken, was iedereen druk met het in orde maken van huis en tuin. Mijn buurman maakte het erg bijzonder. In zijn huis deed hij niet zoveel, in zijn tuin des te meer. Er moest en zou een vijver komen.

Nu heb ik meerdere vijvers gezien en een beetje water in de tuin vind ik leuk. Bij hem werd meer dan de helft van de tuin vijver. Ik schat een lengte van een meter of zeven en op het breedste punt zo’n 5 meter breed. Echt hele grote tuinen hebben we niet, dus een groot deel van de tuin werd in beslag genomen door de vijver. Het ding werd uitgegraven door een graafmachine, het zand netjes afgevoerd, vijverfolie erin en vervolgens vullen met water. Vissen erin, salamanders, watervlooien, planten. De vijver werd geweldig, al leek het meer op een natuurzwembad.

De wilde eenden waren ook dol op de vijver. Ze kwamen aanvliegen en je zag ze vlak voor de vijver inhouden, de vleugels intrekken en landen op het water. Voor de buurman was het nog een hele klus om van de ene naar de andere kant van de tuin te komen. Er werd vervolgens een loopbrug gebouwd. Deze splitste de vijver als het ware in tweeën, maar maakte het bewegen in de tuin een stuk gemakkelijker. De wilde eenden waren niet zo wild enthousiast. Ik zie ze weer aankomen vliegen. Het zelfde ritueel alleen vlak voor de landing paniek. De landingsbaan is weg en in beslag genomen door een brug. De eerste twee eenden klapten er bovenop. De overige vlogen ternauwernood verder. Ik heb de wilde eenden nooit meer gezien.

We hebben nieuwe buren. Ze hebben de vijver gedempt. Gisteren zag ik een verdwaasde reiger zitten op de schuur.

dinsdag 5 november 2013

nieuwe buren

We krijgen nieuwe buren. Na zeven jaar wordt er verhuisd en waarschijnlijk daarna verbouwd om het huis weer in orde te krijgen voor een nieuw gezin. Langs alle kanten word ik gewaarschuwd. “Koen, ze hebben drie kinderen. Leeftijd 1,5; 5 en 7 jaar. Daar zal jij vast niet blij mee zijn.” Nu moet ik zeggen, de buren zonder kinderen waren uiteraard erg prettig. En inderdaad, toen 5 jaar geleden de halve buurt zwanger was stond ik niet te trappelen, want die kinderen worden groter, maar om nu bestempeld te worden als de buurman die niet van kinderen houdt vind ik ver gaan.

Ik ben namelijk dol op kinderen. Ze zijn creatief, maken plezier, hebben een andere, frisse kijk op het leven en zijn vooral inventief en soms innovatief. Oh ja, ze maken soms herrie en kunnen elkaar het leven zuur maken, zodat er vervolgens gehuild wordt. Lijkt me allemaal in orde. Mijn kinderen hebben elkaar ook regelmatig de hersens ingeslagen.


Waar ik niet zo dol op ben zijn de inconsequente ouders en dan vooral de harde, soms gillende moederstemmen.  Opvoeden is best ingewikkeld en dat kost tijd. Daar hoor je je als ouder in te verdiepen. Met alleen maar stemverheffing kom je er niet. Ook deze: “Ik tel tot drie,” waarna het kind blijf doordrammen en moeder niet verder komt dan twee heb ik een gruwelijke hekel. Volgens mij mag je een kind best wel mee naar binnen nemen om te bestraffen en niet buiten zodat de gehele buurt mag meegenieten. Tevens mogen we wat meer luisteren naar de kinderen en eens opletten wat ze echt bedoelen, als ze iets vragen.

Volgende week heet ik mijn nieuwe buren en buurtkinderen van harte welkom. Ik hoop alleen dat moeder geen harde stem heeft en niet tegen haar kinderen gilt. 

maandag 4 november 2013

laatste 2

Dat het de laatste chemo is zal ik weten. Alles is anders en dat ervaar ik niet positief. Het lijf begint op te raken. Het zit vol gif en ik voel allerlei zaken die ik nog nooit voelde.

Mijn benen zijn loodzwaar, alsof ik gisteren een marathon heb gelopen. Dit voelt al een paar dagen zo. De buik is gevoelig. Heb weinig smaak en hoofdpijn. Pijn is een groot woord, maar bij iedere beweging ben ik bewust dat ik een buik heb. Dat is ooit wel eens anders geweest. Een paar weken geleden leek het nog alsof iemand een grap met me uithaalde en die hele kanker niet waar was. Dat voelt nu echt anders.
De depressie ligt op de loer. Probeer het hoofd koel te houden, maar ook dat is best ingewikkeld. En dan vervolgens die verschrikkelijke kou. Ik heb het heel mijn leven al warm. Als iemand de verwarming in huis hoger wil hebben zeg ik altijd “doe gewoon een trui aan.” Ik liep het liefste op blote voeten, ook in de winter. Het woord koud kwam niet in mijn vocabulaire voor. Hier kan je je tegen kleden, maar nu, je moet me eens in bed zien liggen. Ik heb dikke gebreide sokken aan (gelukkig heb ik nog een paar van mijn moeder), draag een pyjama met lange mouwen en lig onder een dubbel dekbed. En ik heb het koud, zo verschrikkelijk koud.

Eind jaren negentig en in de zero’s schreef Francine Oomen de kinderserie “Hoe overleef ik….”.
Zo voel ik mij nu ook. Vrijdag nog één shot, dan nog één slechte week, en dan?
Geen idee, maar ik kijk er wel naar uit.


Caramba – het leven is knap waardeloos http://www.youtube.com/watch?v=dLbSsVRSoCc
Om van het leven weer vrolijk te worden.

zaterdag 2 november 2013

voor victor

“Hij is dood.”staat er in de sms van mijn broer die ik rond middernacht krijg. “Gelukkig”, denk ik, ”verder lijden wordt hem bespaard.” Er volgen geen tranen. Berusting in de dood, het gaat snel.
Anders was dat begin van de avond, toen broerlief belde met de mededeling dat het “eigenlijk al over is” en nu nog wachten “op het laatste nieuws”. Ik hang de telefoon op. Daarna stromen de tranen. Hij is definitief geveld. Ongelofeloos.

Hij is Victor, een bandlid van Misère uit Breda. Ik kan denken, één van de vijftien, maar dan doe ik hem erg te kort. Victor is Victor.
Victor is groot en veel. Victor leeft groot en veel. Victor is avontuur. Victor pakt aan. Victor is ingewikkeld. Victor is recht door zee. Victor is liefde voor vrouw en gezin. Victor is creatief. Victor is aanwezig en hartelijk. Victor is Victor.
Victor leefde groots, te groots. Hij leefde veel, te veel. Victor kon geweldig dronken zijn, te dronken. Victor wordt nooit 50, zeiden we, daarvoor leeft hij te intensief. Maar langzaam bij beetje kwam die vijftig in zicht. Victor gaat wel vijftig worden, hoe is het mogelijk, werd er tegen elkaar gezegd. Victor, die al wel eens gedotterd was, ongezond kon leven, maar er iedere keer weer bovenop kwam. Hij gaat Abraham halen!

Toen kwam die klote ziekte. Een maand geleden. Hij had er even mee doorgelopen. Te lang? Wat is te lang. Iedereen is onoverwinnelijk. Victor zeker. Alhoewel die pijn werd ondraaglijk. Victor en ondraaglijke pijn. Een slechte combinatie. We worden bijna soulmates, kanka boys. Hij belt mij en ik probeer mijn verhaal te vertellen. Iedere kankerkanker is anders, maar hij krijgt weer een beetje moed.

We spreken af. Binnenkort een biertje doen en vooral blijven ademen. Zeker zolang het leuk is.
Voor Victor werd het niet meer leuk.
De teller blijft een dikke 50 dagen voor de 50 steken. Verdomme!

vrijdag 1 november 2013

poepje

Mijn gang naar het toilet gaat niet altijd over rozen.
(Zie blog heavy shit http://koenschellekens.blogspot.nl/2013/09/heavy-shit.html )
Als de stoelgang weer op gang moet komen is dit niet altijd een prettige gebeurtenis. Ik voel dit al een poosje vooraf aankomen, maar ik kijk er niet naar uit. Niet zeuren en ondergaan, denk ik dan. Dat is toch gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Er zijn gelukkig zaken die de stoelgang verzachten. Een herinnering aan dochter Jip doet wonderen. Zij was bezig met de zindelijkheidstraining en kon al heel goed zelf naar de WC. Eerst moest er een brilverkleiner onder de WC-bril worden gelegd, zodat zij ook kon blijven zitten op het toilet. Vervolgens klom ze met een extra trapje op de bril en gaat mevrouw zitten. Dit kon ze uren volhouden. Ze zat te zingen en te kletsen en bleef net zolang zitten totdat het gebeurd was. Als ze geen aandrang had, was het best moeilijk haar van het toilet af te halen. Ze moest toch poepen of niet soms.

Één keer was ik het wachten zo beu, dat ik haar met zachte dwang van het toilet afhaalde. Dit pikte ze niet. Ik werd naar de trap gedirigeerd, daar moest ik wachten en zij klom weer terug op de WC bril. “Ik moet zo”, zei ze. Ik luister. Wat zegt ze nu? Ik hoor een meisjesstem roepen:”Poepje, waar ben je?” Ze verdraait haar stem en zegt “Ik zit in een heel klein holletje en kom nu naar buiten.” Ik hoor een korte kreun en ze roept: “Klaar!”
Zo kan het ook. Dus als je mij hoort murmelen en ik zit op het toilet zou het zo maar kunnen dat ik mijn poepje roep.