dinsdag 31 december 2013

eerste hulp

In de Nederlandse ziekenhuizen bestaat een eerste hulp afdeling. Deze wordt ook wel spoedeisende hulp genoemd. Men schijnt daar heen te gaan als men spoedeisende hulp nodig heeft, want daar is deze voor bedoeld.

Zo ik afgelopen zondag. Na een moeilijk nacht zonder veel lucht, oprispingen en pijn trok ik het niet meer. Beleefd als we zijn bellen we eerst of we eraan kunnen komen. FOUT. Nooit bellen gewoon gaan. Anderhalf uur later is er een vervangende arts in huis die constateert dat ik inderdaad naar de spoedeisende hulp moet dus om tien uur ben ik daar aanwezig. Er wordt op mij gewacht. Zodra ik binnen ben wordt er meteen bloed afgenomen en doet men wat onderzoeken op mijn buik. Er zit inderdaad vocht in. Dit was al bekend, alleen was de actie in overleg met artsen uit gesteld.

Probleem geconstateerd, oplossing nabij. WEER FOUT! Er is geen radioloog voorhanden. Deze komt alleen maar bij levensbedreigende situaties en ik ga zondag nog niet dood. “U blijft hier, we houden u goed in de gaten of het nog gaat en morgenochtend bent u de eerste.” Meer keuze is er niet, ik ben blij dat ik in ieder geval rust heb en knik. Ik rommel de zondag door, kan in het nieuwe ziekenhuis zelfs een beetje slapen en het is maandag. Wachten, wachten, wachten. Om half vier, helemaal lichamelijk en geestelijk kapot, 31, 5 uur na mijn eerste telefoontje word ik geholpen. Eindelijk lucht, nieuwe pijn en een berg frustraties. De volgende keer gaat het echt sneller. Excuses overal voor het lange wachten.

Waar lag het nu aan? Achteraf lag het probleem bij mezelf. Vanaf aankomst had ik ieder uur jankend moeten bellen dat ik het niet meer redde, dan had men die radioloog gebeld en de drain eerder geplaatst. Nu moest de arts assistent zelf beslissen, en die durven zelden naar de arts te bellen. Het was een handeling van een kwartier! Welkom in de medische wereld!

maandag 30 december 2013

dorst

Mijn officiële eerste naam is Marcoen. Volledig Marcoen Cornelis Maria. Maria is gemakkelijk te bedenken, al mijn katholieke familieleden heten zo. Alle ooms, tantes neven en nichten aan Schelkant, broers, zussen etc. Cornelis is naar mijn Peetoom Kees. Ma vond dat peetvaders altijd genoemd moesten worden. Maar waar haalden ze Marcoen nu toch vandaan.

Mijn roepnaam is Koen. Nadat de opa’s en oma’s vernoemd waren konden/ mochten ze vrij kiezen. Koen, dapper stoer, mijn vader heeft er met mijn verjaardag uitgebreid bij stilgestaan. Maar het had ook Koenraad kunnen worden. Nu kan je zeggen, die doopnaam wordt toch nooit gebruikt maar dat is minder waar. Mijn peetvader en peetmoeder, en dus ook hun zonen, hebben me altijd zo genoemd, alsof zij de roepnaam nooit gezien hebben. Zij denken nog steeds dat ik zelf de naam heb veranderd. Overigens noemden ze me tot mijn twintigste Marcoentje genoemd. Nog erger.

Inmiddels jaren ouder begin ik de naam Marcoen steeds mooier en bijzonderder te vinden. Er zijn er maar weinig van, het klinkt best sjiek (wat een snob) en staat als een huis. Marcoen.
In Nederland wordt de heilige Marcoen vereerd te Hunsel en te Dorst, (dorp vlakbij Breda). Ik denk dat de link ligt in het dorp Dorst. Dat heb ik namelijk ook erg vaak. Misschien reden om vanaf nu mijn officiële naam te gaan gebruiken als roepnaam?

Wikepedia schrijft:
“De heilige Marcoen of Marculphus is een rooms-katholiek heilige en missionaris.
Hij leefde in Normandië van omstreeks 490 - 1 mei 558. In 522 werd hij in Coutances tot priester gewijd en trok daarna rond als missionaris. Met behulp van de Merovingische koning Childebert I stichtte hij een klooster te Nanteuil. Als dank schonk Marcoen aan de koning het vermogen om koningszeer (scrofulose) te genezen.
Marcoen stierf als abt van Nanteuil.






vrijdag 27 december 2013

mobiele barkruk

Als je hulptroepen nodig hebt, moet je zorgen dat je zorgt dat ze er zijn. Neem je verlies, of beter, pak je winst. Gezien mijn ervaringen met de elektrische fiets besluit ik voor de winst te gaan en als het moet mag het wat kosten.

Afgelopen weken merkte ik dat de conditie weer wat minder ging. Misschien een rolstoel proberen? Dat lijkt me wat ver gaan, dus eerst de tussenweg, op zoek naar een stok. “Let op dat je zo’n handige neemt, dan kan je er ook op zitten?” Zijn die er dan? Volgens mij is een stok altijd onhandig.
Uiteindelijk beland ik bij een winkel voor buitensporten. Na wat dingen te hebben uitgeprobeerd (losse stok en klapstoeltje) komt deze man inderdaad met de oplossing. Een combinatie van beiden. Tja, wat heb je dan. Een mindere stok. Deze kan wel versteld worden maar niet geheel op de manier op de juiste hoogte voor mij. Toch maar even mee oefenen. Gaat best. Wat heb je dan nog meer. Een minder zittende stoel. Maar waarvoor is die dan bedoeld? Gewoon om even uit te rusten bij een lange rij voor het museum in Parijs of bij de kassa, of gewoon even 5 minuten tijdens een wandeling.

Ik besluit er toch maar voor te gaan. Het grote voordeel is namelijk dat het wel zo compact is dus minder gesjouw en ruimte inneemt. Het allergrootste voordeel heb ik inmiddels ontdekt. De hoogte van het stoeltje is een stuk hoger als die van een gewoon klapstoeltje. Naast rustpunt functioneert het prima als mobiele barkruk. Het ding is de superuitvinding. Voor de kerst heb ik er heerlijk op gezeten tijdens het kwartvoorkerstbiertje. In de metro van Parijs was het de uitkomst. Wij gaan samen nog veel leuke momenten meemaken.

donderdag 26 december 2013

kerst 1986

Ik woonde in Tilburg aan de gasthuisring met zeven personen. Ieder een aardige kamer en een gezamenlijk woonkamer en keuken. Ik was aan het afstuderen en de kerst stond voor de deur. Natuurlijk klopte mijn planning niet en liep ik dagen achter. De oplossing werd de Kerst. 
Dit jaar doe ik niet mee aan het kerstgedruis, besluit in Tilburg te blijven en van de woonkamer drie dagen lang mijn atelier te maken om mijn meters lange stoffen te bewerken. Iedereen is toch bij de familie en vond het een goed plan. Iedereen?

De samenwonende benedenburen hadden ook iets dergelijks bedacht maar dan anders. Haar ouders lagen dat jaar in scheiding en kerst zou voor het eerst anders worden, zonder basisgezin. Het volgende werd bedacht. Zowel pa als ma, alsmede broer en zus, werden in hun ruimte uitgenodigd voor het kerstdiner. Was het ‘gebroken’ gezin toch nog compleet en hoefde niemand te kiezen voor pa of ma.

Dit kon onhandig worden, maar uiteindelijk werden beide plannen doorgezet. Het werd voor mij een uiterst bijzondere kerst. Aan de ene kant had ik veel ruimte en tijd om keihard te werk. Muziek op, sloten koffie en later bier, rookwaren binnen handbereik en pizza in de oven. Ma belde regelmatig of ik niet eenzaam was, dus die telefoon liet ik maar rinkelen.
Eenzaam was ik in ieder geval niet. Het werd een zeer bijzondere kerst. Tussen de bedrijven door kwam regelmatig iemand met een bijna verhit hoofd bij me zitten. Ik gaf de persoon wat werk, zodat ik sneller opschoot, zij konden even uitblazen van de soms wel opgelopen spanningen. Naast harde werker was ik gepromoveerd tot katalysator en mediator.  

dinsdag 24 december 2013

kerstontbijt


De boom staat al een week. Het kerststalletje is ingericht. De gehele kerststal staat en alle beeldjes staan in bidhouding, alleen ligt het kind er nog niet. Dat mag pas na de nachtmis. Waar ma deze verstopte wisten we niet. De kerstavond kan beginnen.

Op kerstavond kregen we geen eten. Voor de Heilige Communie hoort de maag leeg te zijn. De jongsten moesten vroeg naar bed, dochters en ma begonnen zich op te tutten, pa dekte alvast de ontbijttafel zodat alles startklaar stond zodra we uit de kerk waren, de oudste zoon keek alles verdwaasd aan. Hij wilde wel thuis blijven zodat het worstenbrood warm was, zodra we uit de kerk terug waren. Helaas voor hem, hij moest gewoon mee. Ruim een uur voordat de mis begon gingen we dan, anders was er geen plaats. Ook al kwamen we iedere week, op dit soort dagen was er anders nooit plaats. Eer de kerkdienst begon, waren wij lang genoeg stil geweest en begon langzaam aan het geklier. Pa en ma zaten uiteraard ergens tussen ons in, tot stilte manend, stiekem knijpend, ergerend en ook negerend. Anderhalf uur later, zo’n nachtdienst duurt uiteraard extra lang, mochten we dan eindelijk uitgelaten naar buiten. Buiten werd Zalig Kerstmis aan bekenden gewenst en dan liepen we richting huis. Uitgelaten en uitgehongerd werd er gauw koffie en thee gezet, worstebrood warm gemaakt, beschuit met muisjes op tafel (er was immers een kind geboren) en Jezus werd in de kribbe gestopt. Aanvallen!
Binnen zeer korte termijn at iedereen zijn maaltijd op. Ik denk dat we meestal al na een kwartier klaar waren. Echt gezellig werd het met zo’n uitgehongerd zootje niet. Ik denk dat dat pas gebeurde als pa en ma, met de oudsten na afloop nog even rustig een glaasje dronken. 

metro

De kinderen willen liever een stuk lopen in Parijs. Veel leuker dan de metro. We ritselen een rolstoel en gaan. Dat valt nog niet mee. Een rolstoel in een museum is toch echt wat anders. De stoepen zijn vooral niet rolstoelvriendelijk en rolstoel rijden is ook een kunst. Gelukkig gaat het na een minuut of vijf wat beter en kan ik me er ook beter aan overgeven. Ik heb het gevoel dat we erg langzaam gaan, maar als ik om me heen kijk halen we zeer mensen in. Andere beleving dus. Ik krijg het al snel koud. Jip, mijn rijdster, vooral niet Ze wordt roder zweet zich rot. Ik vrees dat ze morgen spierpijn heeft. We bekijken het pantheon, deze keer ook van binnen, en de buurt erom heen.
We besluiten terug te gaan met de metro. Dat wordt ‘m helemaal. 
Nu moet ik eraan geloven, de metro is zo rolstoelonvriendelijk en ik kan best lopen. Maar hoe sleep je zo’n ding nu door die metropoortjes heen, terwijl het druk is. Ik heb de oplossing. In mijn uiterste kracht geef ik mijn stok aan Jip, til dat ding ingeklapt en al boven mijn hoofd, doe het kaartje in het apparaat en klaar.

Dat had ik gedacht. Tot en met het optillen ging het goed, maar ja het vasthouden hè. Het ding klettert naar beneden, zit meteen klem tussen het poortje, omstanders kijken verbijsterd (wonder van Parijs?) Jip en Fee liggen in een deuk en Ik val op de grond van het lachen. Wat een zeer goede actie.
Uiteindelijk eind goed al goed. Maar één ding weet ik echt zeker. Metro en rolstoel in Parijs: Je moet echt een keuze maken.

maandag 23 december 2013

lichtjes

Iedere woensdagavond kwam oma Schellekens bij mijn ouders in Ulvenhout. Dit was een vast programma. Pa nam haar om half zes mee uit het werk, oma kreeg een advocaatje en vervolgens eten wat de pot schaft. Dat zal een gehaktbal zijn geweest met aardappelen en groente, want woensdag gehaktdag en er heerste structuur in Huize Schellekens.

Vervolgens werd oma naar de woonkamer gedirigeerd waar jongste broer Stan en ik ons over haar ontfermden. Meestal speelden we jokeren en probeerden haar te laten winnen. Ze kon niet tegen haar verlies en dan werd ze lastig! Om acht uur journaal met koffie, daarna ging ma eindelijk zitten met de woorden “Hè, wat ongezellig, nu heeft iedereen de koffie al op”,  en werd oma door pa naar huis gebracht. Bij dat laatste gingen we niet al te graag mee. Het was een flink eind schuifelen met oma aan je arm van auto naar haar kamer in het bejaardenhuis.

Vanaf half november tot begin januari werd het programma anders. Pa reed dan de lichtjesroute door de stad en wilden wij wel mee.. In mijn ogen waren alle straten vervuld met feestverlichting en er waren toen bijna geen voetgangersdomeinen. Dus op de terugweg werd er door de binnenstad van Breda gereden en vol bewondering naar al dat schoons gekeken. Boschstraat, Catharinestraat, , Grote Markt, Ginnekenstraat (even naar Tante Jo en Ome Felix zwaaien) en weer naar huis. Als in december de Sint door Kerst werd vervangen, keken we weer alsof het weer helemaal nieuw was. We vonden het prachtig!

Nu hangen die lichtjes overal. Zelfs de buitenkant van de flat  van het appartement van pa en ma hangt zo vol met lampjes, dat je er niet omheen kan. Sterker, je durft je er bijna niet meer te laten zien.

zondag 22 december 2013

kerst 2013

Toen ik op 16 mei aan de oncoloog vroeg de tijd die mij nog restte zei ze: “We spreken over maanden als u niets doet. Als u wel iets gaat doen spreken we ook over maanden, maar misschien krijgt u dan wat extra tijd.” Dit zijn echt de mededelingen waar je op zo’n moment op zit te wachten. Hier kan je helemaal niets mee. Als snel grapte ik dat het ook een beetje goed nieuws was. Ik heb zo’n hekel aan kerst, dus dit jaar zou deze aan mij voorbij gaan. Dan hebben we dat alvast gehad.

Het jaar vorderde gestaag. Plannen bijstellen en ik heb wel iets gedaan, een stuk of 23 chemo’s achter mijn mik is niet niets. Opeens staan we ervoor. Kerst voor de deur. We besluiten, zoals we al jaren doen, gewoon op stedentrip te gaan met het gezin, nu naar Parijs. We plannen gewoon dit jaar voor de derde keer Parijs. De eerste twee keren in mei en oktober gingen niet door, dus gaan we het gewoon nog een keer proberen.

Goed gemutst, voorbereidingen getroffen., hulpmiddelen mee, beetje angstig of ik het wel red, ging het gezin vanmorgen de taxi in op weg naar station. Een dikke vijf uur later liggen we op bed van de hotel kamer in Hotel Tiquetonne. De trein is zo gek nog niet. Het voelt bijna als thuiskomen, we zijn hier vaker geweest. Gare du Nord, metro Ettienne Marcel, Rue Tiquetonne, sfeer, Afrikaans restaurant op de hoek, kroeg in de straat weer ontdekt en nu even genieten van de geluiden in het hotel.

Zojuist een rondje gelopen. Les Halles, Notre Dame, Seine. Wie weet ga ik kerst eindelijk echt leuk vinden. Het begint in ieder geval al goed.







vrijdag 20 december 2013

kwartvoorkerstbiertje

De kerstvakantie staat vandaag voor de deur. Altijd weer een gevaarlijke dag. De meeste klussen op het werk zijn geklaard, iedereen is moe en men zegt dat we echt aan vakantie toe zijn. Tja wat kan je dan nog doen. Gewoon vakantie vieren.
Traditiegetrouw gebeurt dat al jaren in de kroeg. De werkdag eindigt meestal al bijtijds, zodat het kroegbezoek al om half 2 begint. Niet erg. Ga je ook weer op tijd naar huis en heb je nog iets aan de middag en avond. Overigens je hoeft niet mee.

De werkelijkheid is meestal iets grilliger. Het kwartvoorkerstbiertje collegagroepje loopt nog even richting stad, probeert vooral niet als eerste in de kroeg te staan, maar als ik rond een uur of twee aankom, zijn er toch altijd wel een paar begonnen aan een eerste drankje. Het begint netjes. Rustig, beetje babbelen, het jaar doornemen en vooral niet over leerlingen en collega’s praten, maar zoeken naar een goed gesprek.
Vervolgens wordt het iets wilder, de drank komt toch in de man/vrouw. Het tempo gaat omhoog, de grappen worden harder en de snacks worden besteld. Het op tijd naar huis gaan wordt uiteraard ook uitgesteld en al spoedig klinkt een eerste telefoon van huisfront of er nog iemand richting huis komt. Mijn gehele thuisfront komt me meestal halen en blijft gewoonlijk ook hangen.
Uiteindelijk wordt er vertrokken. Maar recht naar huis is letterlijk en figuurlijk een ander verhaal. Er zijn nog zoveel kroegen.

Als ik later op de avond het gevaarlijke café van Zanten  http://koenschellekens.blogspot.com/2013/08/gevaar.html  op de hoek verlaat heb ik meestal weer een mooie middagavond gehad, ook al kan ik hem vooraf uittekenen.

Vandaag ga ik het helemaal anders doen. Tja, met dit voornemen ben ik al zo vaak een kwartvoorbiertje gaan drinken. Meemaken dan maar!

donderdag 19 december 2013

namen

Hoe bedenk je de naam van je kind? Een leuke en moeilijke vraag. Wat is de juiste naam voor je kind en past het bij de achternaam? Hoeveel namen wil je het geven? Hoe krijg je overeenstemming? Welke namen hebben een ‘verkeerde’ associatie? Veel vragen. Tijden van lijstjes kwamen langs, mooiste en lelijkste namen, jongens- en meidennamen, compromissen etcetera.

Op één front waren we het snel eens. De naam mag niet afgekort kunnen worden. Lydia werd zo vaak afgekort tot Ly of Lia, dat gaat ons kind niet gebeuren. Dus kort maar krachtig. 

Meidennaam Jip was snel gevonden. We vonden dit erg stoer mooi en ondanks dat het een jongensnaam is, vonden we dit als meidennaam zeer geschikt. De jongensnaam werd een compromis, maar gelukkig hadden we deze niet nodig. Voor de liefhebbers, het werd Mathieu. (kan je dus wel afkorten) 

Dochter twee was iets ingewikkelder. Nadat Lot afviel (inmiddels woonden we in Hilversum en daar waren wel heel veel Liselotte, Marlotte, Charlotte, Lindelotte en overige varianten) kwamen we via Puck uit op Fee. Kort, krachtig, sprookjesachtig. Voor de jongen hadden we deze keer Rijk bedacht. Later weet je pas zeker of de naam ook echt bij het kind past. Ik denk dat dat goed gelukt is.

Als je eenmaal een naam hebt, is dit uiteraard de mooiste die er is. Het is natuurlijk wel spannend wat de buitenwereld ervan vindt. Je krijgt namelijk ook kritiek. De duidelijkste was die van mijn moeder toen ze de naam van Fee hoorde: “Wel erg consequent, drie letters, weer zo karig.” Bedankt he oma!
Ik denk dat we haar achter af beter een dubbele naam hadden kunnen geven, vernoemd naar beide oma’s. Het was dan Corry-Fee geworden. Maar of Fee hier gelukkig van was geworden?

woensdag 18 december 2013

wijnvoorraad

Pa had een heerlijke fles wijn ontdekt in Italië. Een rode wijn in een bijzondere fles. Er zat een soort deuk in de fles. Hij was er erg gecharmeerd van. Wij ook. Behalve dat de wijn lekker was, zag het er ook nog leuk uit. De verhouding kwaliteit prijs was goed, hij had wat financiële middelen over, dus er werd een plannetje gesmeed. Ik heb geen idee hoeveel flessen hij destijds heeft besteld, maar in mijn herinnering waren het er vijfhonderd. 

Zo konden we maanden/ jaren voort. De wijn werd achter “het voorraadgordijn” gestapeld op de zolder achter een logeerbed. Enigszins uit het zicht, maar toch gemakkelijk pakbaar. Je moet het jezelf niet al te moeilijk maken. De wijn werd niet door iedereen met goedkeuring goedgekeurd. De echte wijnliefhebber vond het slechts een slobberwijn, dus regelmatig werd er nog “echte” wijn gekocht. Pa dacht hierdoor dat zijn voorraad onuitputtelijk was. Regelmatig vroeg hij aan ons: “Wie wil er een fles wijn boven pakken.”zodat deze hardwerkende man niet naar de zolder hoefde te lopen. Niemand vond dit erg om te doen, het was voor het goede doel.

Dit ging tamelijk lang goed. Echter. Al die vele pubers en studenten in huis hadden natuurlijk vele feestjes. Nu was bij ons thuis de regel dat je voor feestjes je eigen cadeautjes regelde. Naarmate de winter vorderde werd de wijnvoorraad steeds kleiner. Tijdens de eindexamenperiode (en de dito feesten) was er bijna geen wijn meer te vinden. Deze heeft niemand durven meenemen. Ik heb geen idee wie hem het slechte nieuws heeft mogen brengen. Ik in ieder gaval niet.   

dinsdag 17 december 2013

zwart gat

Daar lig ik dan. Midden in de nacht. 04.00 uur. Klaarwakker! Het was een bijzondere dag. Echt een day after. Afgelopen zondag, 15 december gaf ik mijn voorstelling: “Leef het leven, een kankermonoloog.” Drie stuks achter elkaar. Het ging zoals het moest zijn. Er zat rust in. Emotie. Humor. Twee supermuzikanten (Jip en Fee). De hotelboot was vol, overvol. Alle bezoekers leken tevreden, op die drie enkelingen met kinderen na Ach die vertrokken na vijf minuten, want een vertelling is geen theater, hoorde ik later. Het was overigens geen kindertheater. Je kan niet iedereen tevreden houden.

Je leeft hier weken naar toe. Bijna iedere komma is overdacht en het repetitieproces met de dochters was gaaf om mee te maken. Vandaag, maandag, een mooie recensie gelezen en nu het zwarte gat. Dat laatste zal wel meevallen, Het geeft natuurlijk ook weer ruimte in mijn hoofd.
Wel had ik vandaag een dagje rust en bijkomen. Na een ochtendje werken erg gesloopt dus een middagtukkie. Dat werd er één van een uurtje of vijf. Tussendoor wel even wakker, maar al snel weer vertrokken. ‘s Avonds nog wat gehangen en televisie gekeken. En dan toch maar weer pitten. Doodmoe, maar nog steeds voldaan. Tja vanaf een uur of 0.00 klaarwakker. Helaas geen fijne nachtradio, maar ook dat kan de pret niet drukken.

Tja die energieverdeling is af en toe wel moeilijk. Maar ieder moment dat ik even wakker ben van deze dag, loop ik rond met een enorme grijns op mijn gezicht. Van oor tot oor. We hebben het met ons drieën maar mooi gedaan. Stiekem smaakt het wel naar meer. Misschien toch een kleine tournee? Of zit ik toch in een zwart gat? Volgens mij heb ik is dat nog een beetje van de adrenaline.


maandag 16 december 2013

gevonden vliegtuigen

Bij iedereen op het werk loopt vast iemand rond waar je geen idee van hebt wat die doet. De persoon is druk met wat netwerken, kletst met iedereen, ziet er druk uit en heeft altijd papieren in zijn handen en is heel druk met het drukken van de snor. Als je bedenkt dat hem nodig hebt blijkt deze of op een andere locatie te zitten, of net ergens op cursus te zijn. Heel af en toe is er een zichtbaar (half) resultaat het zichtbaar, maar dan moet je dit wel willen zien.

Bij mijn vorige baan was deze man een teamleider, die niet gelukkig was met zijn functioneren. De baan paste niet bij hem, dus nam hij ontslag voor de functie, niet van de organisatie Deze had, volgens hem, zijn expertise nog hard nodig. Ik denk dat dit een gouden zet was. De organisatie heeft hem nodig gehad. In de tien jaar die volgden voordat hij met pensioen ging, kwamen en gingen er vele teamleiders de organisatie in en uit. Hij bleef gewoon op zijn nieuwe plek. Ik neem aan dat hij goed gewaardeerd werd, anders had hij het niet zo lang volgehouden.
Wij collega’s waardeerden zijn werk ook erg goed. We noemden hem chef gevonden vliegtuigen. In al die jaren zijn we er niet één op het werk tegen gekomen. Sterker nog, hij had het zo druk dat er  een assistent bij kwam. Deze werd chef lege dozen genoemd. Ook hij deed zijn werk. Misschien wel iets te goed want na drie kwart jaar werd chef lege dozen wegbezuinigd.  Chef gevonden vliegtuigen bleef en had zijn werk supergoed voorbereid. Er zijn, in de twee jaar dat hij met pensioen is, nog steeds geen gevonden vliegtuigen aangetroffen.

vrijdag 13 december 2013

excuses

Ik heb nog wel eens de neiging met mijn mening vooraan te staan. Volgens mij een familiekwaal, maar laat ik het maar over mezelf hebben. Op de een of  andere manier vind ik het regelmatig nodig om mijn mening te verkondigen. Meestal is hiertegen geen bezwaar, maar het wordt zeker niet altijd gewaardeerd. Soms is het echt beter om je mond te houden. Ik vraag mij regelmatig af hoe het zo is gekomen. Laat ik eens een poging doen.

Ik ben de op één na jongste van een groot gezin en het kleinste mannelijke lid. Een gezin van ondernemers. Mijn vader, zoon van een Bredase slager had een onderneming. Goed naar de klanten luisteren, meegaan met de klanten, maar uiteindelijk opkomen voor jezelf en het kaas niet van je brood laten eten. Deze waarde is ons meegegeven. Tevens moet je in een groot gezin je mening wel laten gelden, anders kom je niet aan bod. Wat ik gelukkig ook heb meegekregen is het toegeven je fouten. Als ik het mis heb, kan ik dat, uiteraard niet meteen, maar uiteindelijk ruiterlijk toegeven. Als we er maar over praten. Liever de zaken scherp zetten en een meningsverschil hebben dan over je heen laten lopen.

Begrijpelijk is het een manier die niet door iedereen gewaardeerd wordt. Niet iedereen is blij om ongezouten mijn ongevraagde mening te krijgen. Tevens sta ik in mijn onnozelheid hierdoor wel eens op tenen, waarvan ik niet eens wist dat het tenen waren.
Mijn zijn kan ik niet meer veranderen, lijkt me rijkelijk laat. Laat ik het er dan maar op houden, dat het in ieder geval uit een goed hart komt, ook al komt het soms wat rot uit de strot.

donderdag 12 december 2013

langzaam

Het fietsenrek is half leeg. Als ik de centrale hal van het stadhuis inloop, is deze verlaten. Ik ben ruim tien minuten te vroeg op mijn afspraak om mijn paspoort te verlengen. Dit is de derde poging deze week. De vorige twee gingen verloren door mindere omstandigheden. Het is fijn dat je voor dit soort zaken een afspraak kan maken, er is geen wacht rij.

Twee loketmedewerkers zitten te wachten achter hun loket. Ik meld me aan bij de receptie. De receptioniste kan mijn naam niet vinden. “Had u eergisteren ook een afspraak?”,vraagt ze? Ik leg uit dat dit het geval is, maar dat ik er nu ook ééntje heb. Enkele minuten volgen. Ik heb de tijd en neem er gelukkig maar de tijd voor. “Kunt u het niet vinden?”, vraag ik vriendelijk. “Ik denk dat het ook zonder afspraak kan gaan, lijkt u niet?” Dat is niet de bedoeling. Na een kleine vijf minuten zegt ze:”Weet u wat? Ik maak gewoon een nieuwe afspraak voor u. Wanneer kunt u?” Verbijsterd kijk ik haar aan. “Wat dacht u van ehhhh….. nu?” Ze kijkt in de agenda. Ze klinkt bevestigend. Het schijnt te gaan lukken. Tergend langzaam voert ze mijn naam in na een “Kunt u even spellen?” en vijf minuten later krijg ik een briefje met afspraak en nummertje voor de wacht rij. Wacht rij? Niemand te zien.
Precies op de vanmorgen afgesproken tijd gaat er een belletje, ik ben aan de beurt, 10 minuten later en 50 euro lichter in mijn nieuwe legitimatie besteld. Ik ben vriendelijk en rustig gebleven. 
Het kan ook komen doordat ik vanmiddag voor het eerst tegen de pijn een liep klein stukje hasjcake heb gegeten. Zou ik de wereld daardoor een ietsje pietsje anders hebben ervaren?    

woensdag 11 december 2013

kerstboom

Ik krijg gelijk. Dit jaar komt er geen  kerstboom. Ieder jaar dag gedoe, mijn moeder in de vlekken, de hond in de stress en de boom is toch lelijk. Sterker nog, het is milieu onvriendelijk en als zestienjarige ben ik zeer milieubewust, als het mij uitkomt.

Ma stemt in om samen kransen uit de tuin te maken. Daar kunnen ook ballen en lampjes in. Ze zien er best grappig uit, die kransen. Ze probeert zich achter mijn mening te verscharen, maar ik hoor bijna iedere dag dat ze het toch nog niet weet, zo zonder boom met Kerst. Wel erg kaal. Mijn jongste broer en vader kan het niet zoveel schelen, de overigen wonen niet meer thuis, dus hun mening telt niet. Gewoon een jaar zonder boom. Een goed statement, vind ik zelf en ben trots op mijn moeder dat ze achter me blijft staan.

Het is het weekeinde voor Kerstmis. Ik ben iets te goed op stap geweest met mijn maten en we slingeren vervolgens richting huis. We rijden langs de melkboer, die kerstbomen verkoopt. Er liggen een paar losse bomen. “Hé Schell, Ik heb even een boompje gepakt, jullie hebben er nog geen”, roept er ééntje. We fietsen door, nu met boom op de rug. Na vijf minuten wordt gevraagd of ik die boom even overneem, “Hij wordt nogal zwaar.” Ik niet te beroerd. Verdorie, ze fietsen keihard weg en ik word klemgereden door n politiebusje. Onnozele hals die ik ben. Daar sta ik met mijn goede gedrag.

Ik heb erg slecht geslapen, die nacht. Ik wist dat de volgende morgen er een busje voor zou komen rijden en daarin twee politiemannen. Ik wist dat ik hoofdpijn zou hebben. Ik wist ook dat ik een groot probleem had.


dinsdag 10 december 2013

lichtpunt

Plotseling is alles anders. Wat een rustige ochtend zou worden met hoop op hoop, werd een pijnlijke ervaring. Eerst naar de huisarts voor wat extra hulp. Vervolgens naar huis om dit lichamelijk te verwerken. Dat was niet grappig. Kruipend door het huis om uiteindelijk na twee uur afgevoerd te worden naar de eerste hulp. Daar begon de ellende pas echt goed. “Waar heeft u pijn?” “Overal”, was mijn antwoord, “Maak niet uit wat je doet, schiet me gewoon dood.” Na een uurtje zakt de pijn en kan ik weer denken. “Shit, dat was geen kattenpis.”

Later die middag krijg ik lang beloofde klysma’s. Een verzwaring van die ik dit weekeinde al had mogen uitproberen, met dito meer pijn. Ik heb de heleboel minimaal een uur bij elkaar gekreund. Wat kan een mens diep zinken. Later, als de pijn genormaliseerd is, kan je gelukkig weer wat relativeren. Dit was echt niet grappig. Ik word emotioneel en bedenk dat ik doodgaan toch op een andere manier had voorgesteld. Sterker nog, daar ben ik nog niet aan toe?

Ik begin te beseffen dat ik dinsdag geen try-out kan geven en dat raakt me enorm. Samen met Jip en Fee het podium op, daar had ik naar uitgekeken. En dan…. een lichtpunt.
“U doet morgenavond gewoon die voorstelling. We plannen er alles omheen en dan kunt u van 19.00 tot 22.00 gaan. Daarna zien we wel.” Gelukkig, ze denken mee. Dat geeft een rust en een gelukzalig gevoel.

En nu, dinsdag, 13.00 uur, ben ik opeens thuis. “We hebben er vertrouwen in dat het weer op gang komt”, kreeg ik te horen. Helemaal vertrouwen doe ik het nog niet, maar ik ga er weer voor. Vanavond gewoon een try-out geven. Ik heb er zin in en volgens mij iedereen. Leef het leven!

maandag 9 december 2013

verstopt

Daar is ie dan, de lang verwachte verstopping. Inmiddels al tweeënhalve week geen ontlasting gehad. Dit voelt erg onplezierig. De buik doet pijn, waarvan weet ik niet meer. In ieder geval ook van de verstopping. Ik neem iedere dag dag twee ontlastingpoeders, maar die werken vooralsnog niet. Dit weekeinde kreeg ik iets nieuws. Microlax. Een tube met een lange spuit eraan. Het is de bedoeling om deze anaal in te brengen, dan leeg te spuiten en vervolgens zo lang mogelijk de billen tegen elkaar houden, zodat de vloeistof naar binnen kan dringen. Dit is bijna onmogelijk. Het liggen op mijn buik is sowieso al een pijnlijke ervaring, met al die bobbels in mijn buik. Toch is dit half noodzakelijk om dat ding op de gewenste manier binnen te brengen. Tevens zijn de spieren, voor zover ze nog aanwezig zijn er zo op getraind om zaken vanuit de anus naar buiten te krijgen, en dus niet naar binnen. Je ligt dus als het ware erg onnatuurlijk te liggen voor het goede doel. Concentreren, niet toegeven aan last en vooral doorzetten. Een kwartier is erg lang. Doorzetten, vooral doorgaan. Laat je vooral niet leeglopen, het moet naar binnen, in plaats van naar buiten. Probeer er een stop in te doen, denk aan iets leuks. Dat laatste moet je vooral niet doen, want dat ontspant en bij ontspanning gaat het de verkeerde kant uit. Zelden ervaren dat een kwartier zo lang kan zijn.

Helaas heeft het niet gewerkt. Misschien ga ik morgen maar smeken om een klysma om de darmen schoon te krijgen. Sommigen gebruiken dit voor seksueel genot (klysmafilie), lees ik op wikipedia. Hier kan ik me helemaal niets bij voorstellen. Wikipedia vooral niet geloven. Klysma toch nog maar een dagje uitstellen, denk ik.

vrijdag 6 december 2013

poesje

Mijn vader en moeder hadden vroeger hun stoute grapjes. Het was natuurlijk de bedoeling dat deze zaken bewaard werden in hun slaapkamer, en niet in handen van de kinderen kwamen. Dit was nog wel eens ingewikkeld. Zeven kinderen in huis, die regelmatig op strooptocht gingen naar iets lekkers, hou die maar eens tegen.

Deze laatste zin vraagt om uitleg. In de loop der jaren kenden wij de vele verstopplekken waar pa en ma een soort mondvoorraad hadden voor lekkere zaken. Als ze bij de Davro (soort Makro) waren geweest, zagen we allerlei lekkernijen binnen komen. Deze kwamen niet in de voorraadkasten of dito potten. Waar dan wel? Waar waren die chocotofs? Of marsen? Of dropjes? Of ….. vul maar in. Een rooftocht zou zeker die week volgen door één van de ettertjes.

Zo kwamen we op een keer een paarse slip met zwarte kant tegen, met een gele poes erop. Hilarisch.  Bij navraag bleek dat pa dit ooit in Parijs voor ma had gekocht. Goed bewaren, kunnen we nog plezier van hebben.

Uiteindelijk heb ik de slip meegenomen als zestienjarige meegenomen op schoolzeilkamp. Deze kwam vast goed van pas. Dat was achteraf een beetje dom. Tijdens het hangen speelden we in het ruim met een groep het spelletje ezelen. Wie de ezel werd, moest verplicht de slip aan te doen en heel hard te roepen: “IIII,AAAA, ik ben een ezel.”

Mijn huidige schone zuster Maria, toen klasgenoot, kan zich dit voorval nog herinneren als de dag van gisteren. En soms, te pas en te onpas, komt deze herinnering als een soort van dreigement weer naar boven. Zo blijft Maria mij in haar macht hebben. Ik geloof niet dat zij er een foto van heeft. J Waar de slip is gebleven? Nooit meer gezien.

donderdag 5 december 2013

ziekenhuisbezoek

Tijdens mijn 24 uurs-bezoeken aan het Hilton_Amersfoort verbazen vele bezoekers mij.
Ik krijg meestal minimaal bezoek. Ik spreek vooraf welke twee mensen komen en met hen heb ik een mooi en goed gesprek. Meer heb ik niet nodig. Het zijn meestal gesprekken van anderhalf uur en verder vermaak ik mij wel. Lydia en de kinderen komen ook niet. Hebben ze ook een dagje vrij en je zit elkaar toch maar aan te kijken.
Daar denken mijn medekamergenoten vaak anders over. Hun echtgenoten zitten er alle bezoekuren. Meestal kijken ze naar elkaar. Één echtpaar had het altijd erg gezellig. Het gehele bezoekuur zaten ze te lezen, elkaars hand vast houdend. Meestal had hij koffie en iets lekkers bij zich, af en toe keken ze elkaar hoopvol aan en zeiden ze wat tegen elkaar. Ze probeerden er iets huiselijks van te maken.
Sommige patiënten gaan vlak voor het bezoekuur zielig op bed liggen zodat er goed zielig bijliggen. De eega’s tetteren dan twee uur lang. Om daarna weer opnieuw te beginnen. ’s Middags en ’s avonds begint hetzelfde ritueel.
De (klein)kinderen zijn vaak een probleem, want die blijven uiteraard niet zolang stil. Meestal de moeders beginnen ze dan tot stilte manen, vaak niet op een prettige manier.
Een buurman flikt het iedere keer om vlak voor het bezoekuur de televisie en koptelefoon aan te zetten. Deze gaat uit als vrouwlief vertrekt.

Afgelopen vrijdag, 29 november, zat er een nieuw dieptepunt tegenover mij. Ik was al niet zo in mijn hum, want de operatie was mislukt en ik had een katheter door mijn piemel, niet fijn.
Zij, in bed, kermend van de pijn. Hij gaat vrolijk liedjes zingen met als zwaartepunt de après-ski versie van “Waarheen wijst de weg”. Erger kan niet. Ik heb net niet met mijn schoenen gegooid.   

http://www.youtube.com/watch?v=RQz3A2DMAbw Stef Ekkel - waarheen waarvoor. Even uitzitten, dan heb je ook wat.

woensdag 4 december 2013

poepje 2

Ik ben met Jip, toen drie jaar, in de zee. Heerlijk spelen met je kind. Kind in armbandjes en zwembandje om. Lekker ravotten. Kind weggooien en weer naar je toe laten zwemmen, balletje gooien, dobberen op de golven. Heerlijk! Plots komt hier een einde aan. “Papa, ik moet naar de wc.” klinkt het. Dat is niet echt handig, zo middenin het water. Aan het strand zie ik niet zo snel een strandtent dus al snel zeg ik:” Laat het maar lopen in de zee. Nu mag het.” Voor ik er erg in heb, geeft ze me haar zwembroekje, want anders wordt die vies. Nu ligt ze even stil in het water. Ze maakt er wel een hele show van, denk ik nog, ze zal toch niet… “Daar is ie dan”, zegt ze. Ik zie het nu ook. Een prachtig poepje komt boven drijven. Dat had ik anders bedacht. Wat nu? 
Het is gelukkig niet druk in de zee. We proberen het poepje met golfbewegingen dieper de zee in te sturen. Het lijkt te lukken en is ook weer een nieuw waterspelletje. Als we weer richting strand gaan, lijkt het erop dat het poepje geen afscheid wil nemen, het achtervolgt ons. Hoe lang duurt het voordat zo’n drol is opgelost, bedenk ik. Echt leuk vind ik het niet meer in het water. Gelukkig is het stil in de zee en zien we bijna niemand in het water. We lopen naar de kant en gaan het water uit, het poepje alleen achter latend. Geen echt chique oplossing maar ik kan even niets anders bedenken.

Als ik 5 minuten later terug kom met een schepje, kan ik het poepje niet meer vinden. Probleem opgelost. Als het nu maar geen probleem van een ander is geworden.

poepje 1 http://koenschellekens.blogspot.com/2013/11/poepje.html

dinsdag 3 december 2013

viool

Na een jaar algemene muziekles wilde Fee viool gaan spelen. Dat was niet geheel onze keuze. Ik kon haar met zachte dwang richting piano sturen. Dit had een praktische kant. Een piano stond er al en goed viool spelen vind ik mooi. Het oefenen op een viool vind ik tenenkrommend, ook al snap ik dat oefening kunst baart.

Na twee jaar pianoles mocht ze de overstap naar de viool maken, zoals beloofd. Ze beloofde vooral op haar kamer te oefenen. Soms kwamen er mooie klanken uit, meestal ging het door merg en been. De viooldocent was razend enthousiast over haar vorderingen, zelf vond ik dit moeilijk hoorbaar. Ieder jaar werd afgesloten met een uitvoering. Ik zie ons gezin er nog zitten. Alle ouders trots op hun kinderen. Ik ook, met moeite. Ik hoorde een erg enthousiast kind, dat vol vuur de ene na de andere valse noot produceerde. Mijn duim had ik kapot gebeten zodat ik niet de slappe lach kreeg. Ik heb hier nog dagen last van gehad.

Een jaar later was er weer een uitvoering. Deze was nog feestelijker, mede doordat buurjongen Karel ook op vioolles was gegaan. Naast zijn ouders had hij zijn opa’s en oma’s meegenomen . Buurvrouw Mirjam, Jip en ik hebben er voor schandaal gezeten. We hebben elkaar niet aangekeken, alleen naar de grond en naar de enthousiast filmende opa. Tranen met tuiten liepen over onze wangen. Maar lachende geluiden maakte ik niet. Ik had zo hard in mijn hand gebeten dat ik deze een week niet heb kunnen gebruiken. Tevens was ik blij dat ik een lange blouse aan had. Zo was niet zichtbaar dat er in mijn broek een paar druppels zaten.

Ik heb de filmopnames nooit gezien. Fee speelt weer piano en ze zingt. En ik ben beretrots! 

maandag 2 december 2013

bijtring

Afgelopen vrijdag, 29 november, was ik aan de beurt voor een catheterisatie van de urinebuis. Op deze manier zou de afvoer van rechternier naar blaas normaliseren. Het is een relatief simpele ingreep. Alles gebeurt via de piemelbuis. Hele camera’s gaan erdoor heen, slangen, knipschaartjes, veilen, pincetten enzovoorts gaan via de piemel het lichaam in. Als je het zo hoort klinkt het erg bijzonder, als je het visualiseert wordt het erg au. Niet doen dus. Zo’n ingreep duurt zo’n 20 minuten gedaan. Bij mij waren ze langer dan een uur bezig. Ik kreeg extra zorg, Op een  gegeven moment stonden er drie urologen aan de operatietafel. Als dit maar goed gaat. Met een ruggenprik voel je niets, maar je hoort wel alles. Het ging dus niet goed. Na een kleine anderhalf uur werd verteld dat de ingreep niet was gelukt en dat alles bleef zoals het was.
Teleurgesteld en met een katheter in de urinebuis om de blaas leeg te maken kwam ik weer terug op mijn zaaltje. Zo’n slang door de piemel is niet echt fijn als de verdoving begint uit te werken. Dit hadden ze me niet vooraf verteld. Ik werd boos en na overleg werd de buis eruit getrokken. Dubbel au! Vervolgens voelde het dat ik uur ieder uur moeten plassen. Dus iedere keer weer dat zure vocht door de interne wond. Heel erg au. Gelukkig werd dit na zo’n 24 uur minder en 48 uur later lijkt alles weer normaal, alsof er niets is gebeurd.

Ik raad mannen die een soortgelijke ingreep krijgen, aan een bijtring mee te nemen. Heerlijk om tijdens het plassen je pijn te verbijten, het helpt echt. Je koopt ze in de babywinkel.
Tja mannen zijn net kleine kinderen, zeker als het om hun piemel gaat.