dinsdag 31 december 2013

eerste hulp

In de Nederlandse ziekenhuizen bestaat een eerste hulp afdeling. Deze wordt ook wel spoedeisende hulp genoemd. Men schijnt daar heen te gaan als men spoedeisende hulp nodig heeft, want daar is deze voor bedoeld.

Zo ik afgelopen zondag. Na een moeilijk nacht zonder veel lucht, oprispingen en pijn trok ik het niet meer. Beleefd als we zijn bellen we eerst of we eraan kunnen komen. FOUT. Nooit bellen gewoon gaan. Anderhalf uur later is er een vervangende arts in huis die constateert dat ik inderdaad naar de spoedeisende hulp moet dus om tien uur ben ik daar aanwezig. Er wordt op mij gewacht. Zodra ik binnen ben wordt er meteen bloed afgenomen en doet men wat onderzoeken op mijn buik. Er zit inderdaad vocht in. Dit was al bekend, alleen was de actie in overleg met artsen uit gesteld.

Probleem geconstateerd, oplossing nabij. WEER FOUT! Er is geen radioloog voorhanden. Deze komt alleen maar bij levensbedreigende situaties en ik ga zondag nog niet dood. “U blijft hier, we houden u goed in de gaten of het nog gaat en morgenochtend bent u de eerste.” Meer keuze is er niet, ik ben blij dat ik in ieder geval rust heb en knik. Ik rommel de zondag door, kan in het nieuwe ziekenhuis zelfs een beetje slapen en het is maandag. Wachten, wachten, wachten. Om half vier, helemaal lichamelijk en geestelijk kapot, 31, 5 uur na mijn eerste telefoontje word ik geholpen. Eindelijk lucht, nieuwe pijn en een berg frustraties. De volgende keer gaat het echt sneller. Excuses overal voor het lange wachten.

Waar lag het nu aan? Achteraf lag het probleem bij mezelf. Vanaf aankomst had ik ieder uur jankend moeten bellen dat ik het niet meer redde, dan had men die radioloog gebeld en de drain eerder geplaatst. Nu moest de arts assistent zelf beslissen, en die durven zelden naar de arts te bellen. Het was een handeling van een kwartier! Welkom in de medische wereld!

maandag 30 december 2013

dorst

Mijn officiële eerste naam is Marcoen. Volledig Marcoen Cornelis Maria. Maria is gemakkelijk te bedenken, al mijn katholieke familieleden heten zo. Alle ooms, tantes neven en nichten aan Schelkant, broers, zussen etc. Cornelis is naar mijn Peetoom Kees. Ma vond dat peetvaders altijd genoemd moesten worden. Maar waar haalden ze Marcoen nu toch vandaan.

Mijn roepnaam is Koen. Nadat de opa’s en oma’s vernoemd waren konden/ mochten ze vrij kiezen. Koen, dapper stoer, mijn vader heeft er met mijn verjaardag uitgebreid bij stilgestaan. Maar het had ook Koenraad kunnen worden. Nu kan je zeggen, die doopnaam wordt toch nooit gebruikt maar dat is minder waar. Mijn peetvader en peetmoeder, en dus ook hun zonen, hebben me altijd zo genoemd, alsof zij de roepnaam nooit gezien hebben. Zij denken nog steeds dat ik zelf de naam heb veranderd. Overigens noemden ze me tot mijn twintigste Marcoentje genoemd. Nog erger.

Inmiddels jaren ouder begin ik de naam Marcoen steeds mooier en bijzonderder te vinden. Er zijn er maar weinig van, het klinkt best sjiek (wat een snob) en staat als een huis. Marcoen.
In Nederland wordt de heilige Marcoen vereerd te Hunsel en te Dorst, (dorp vlakbij Breda). Ik denk dat de link ligt in het dorp Dorst. Dat heb ik namelijk ook erg vaak. Misschien reden om vanaf nu mijn officiële naam te gaan gebruiken als roepnaam?

Wikepedia schrijft:
“De heilige Marcoen of Marculphus is een rooms-katholiek heilige en missionaris.
Hij leefde in Normandië van omstreeks 490 - 1 mei 558. In 522 werd hij in Coutances tot priester gewijd en trok daarna rond als missionaris. Met behulp van de Merovingische koning Childebert I stichtte hij een klooster te Nanteuil. Als dank schonk Marcoen aan de koning het vermogen om koningszeer (scrofulose) te genezen.
Marcoen stierf als abt van Nanteuil.






vrijdag 27 december 2013

mobiele barkruk

Als je hulptroepen nodig hebt, moet je zorgen dat je zorgt dat ze er zijn. Neem je verlies, of beter, pak je winst. Gezien mijn ervaringen met de elektrische fiets besluit ik voor de winst te gaan en als het moet mag het wat kosten.

Afgelopen weken merkte ik dat de conditie weer wat minder ging. Misschien een rolstoel proberen? Dat lijkt me wat ver gaan, dus eerst de tussenweg, op zoek naar een stok. “Let op dat je zo’n handige neemt, dan kan je er ook op zitten?” Zijn die er dan? Volgens mij is een stok altijd onhandig.
Uiteindelijk beland ik bij een winkel voor buitensporten. Na wat dingen te hebben uitgeprobeerd (losse stok en klapstoeltje) komt deze man inderdaad met de oplossing. Een combinatie van beiden. Tja, wat heb je dan. Een mindere stok. Deze kan wel versteld worden maar niet geheel op de manier op de juiste hoogte voor mij. Toch maar even mee oefenen. Gaat best. Wat heb je dan nog meer. Een minder zittende stoel. Maar waarvoor is die dan bedoeld? Gewoon om even uit te rusten bij een lange rij voor het museum in Parijs of bij de kassa, of gewoon even 5 minuten tijdens een wandeling.

Ik besluit er toch maar voor te gaan. Het grote voordeel is namelijk dat het wel zo compact is dus minder gesjouw en ruimte inneemt. Het allergrootste voordeel heb ik inmiddels ontdekt. De hoogte van het stoeltje is een stuk hoger als die van een gewoon klapstoeltje. Naast rustpunt functioneert het prima als mobiele barkruk. Het ding is de superuitvinding. Voor de kerst heb ik er heerlijk op gezeten tijdens het kwartvoorkerstbiertje. In de metro van Parijs was het de uitkomst. Wij gaan samen nog veel leuke momenten meemaken.

donderdag 26 december 2013

kerst 1986

Ik woonde in Tilburg aan de gasthuisring met zeven personen. Ieder een aardige kamer en een gezamenlijk woonkamer en keuken. Ik was aan het afstuderen en de kerst stond voor de deur. Natuurlijk klopte mijn planning niet en liep ik dagen achter. De oplossing werd de Kerst. 
Dit jaar doe ik niet mee aan het kerstgedruis, besluit in Tilburg te blijven en van de woonkamer drie dagen lang mijn atelier te maken om mijn meters lange stoffen te bewerken. Iedereen is toch bij de familie en vond het een goed plan. Iedereen?

De samenwonende benedenburen hadden ook iets dergelijks bedacht maar dan anders. Haar ouders lagen dat jaar in scheiding en kerst zou voor het eerst anders worden, zonder basisgezin. Het volgende werd bedacht. Zowel pa als ma, alsmede broer en zus, werden in hun ruimte uitgenodigd voor het kerstdiner. Was het ‘gebroken’ gezin toch nog compleet en hoefde niemand te kiezen voor pa of ma.

Dit kon onhandig worden, maar uiteindelijk werden beide plannen doorgezet. Het werd voor mij een uiterst bijzondere kerst. Aan de ene kant had ik veel ruimte en tijd om keihard te werk. Muziek op, sloten koffie en later bier, rookwaren binnen handbereik en pizza in de oven. Ma belde regelmatig of ik niet eenzaam was, dus die telefoon liet ik maar rinkelen.
Eenzaam was ik in ieder geval niet. Het werd een zeer bijzondere kerst. Tussen de bedrijven door kwam regelmatig iemand met een bijna verhit hoofd bij me zitten. Ik gaf de persoon wat werk, zodat ik sneller opschoot, zij konden even uitblazen van de soms wel opgelopen spanningen. Naast harde werker was ik gepromoveerd tot katalysator en mediator.  

dinsdag 24 december 2013

kerstontbijt


De boom staat al een week. Het kerststalletje is ingericht. De gehele kerststal staat en alle beeldjes staan in bidhouding, alleen ligt het kind er nog niet. Dat mag pas na de nachtmis. Waar ma deze verstopte wisten we niet. De kerstavond kan beginnen.

Op kerstavond kregen we geen eten. Voor de Heilige Communie hoort de maag leeg te zijn. De jongsten moesten vroeg naar bed, dochters en ma begonnen zich op te tutten, pa dekte alvast de ontbijttafel zodat alles startklaar stond zodra we uit de kerk waren, de oudste zoon keek alles verdwaasd aan. Hij wilde wel thuis blijven zodat het worstenbrood warm was, zodra we uit de kerk terug waren. Helaas voor hem, hij moest gewoon mee. Ruim een uur voordat de mis begon gingen we dan, anders was er geen plaats. Ook al kwamen we iedere week, op dit soort dagen was er anders nooit plaats. Eer de kerkdienst begon, waren wij lang genoeg stil geweest en begon langzaam aan het geklier. Pa en ma zaten uiteraard ergens tussen ons in, tot stilte manend, stiekem knijpend, ergerend en ook negerend. Anderhalf uur later, zo’n nachtdienst duurt uiteraard extra lang, mochten we dan eindelijk uitgelaten naar buiten. Buiten werd Zalig Kerstmis aan bekenden gewenst en dan liepen we richting huis. Uitgelaten en uitgehongerd werd er gauw koffie en thee gezet, worstebrood warm gemaakt, beschuit met muisjes op tafel (er was immers een kind geboren) en Jezus werd in de kribbe gestopt. Aanvallen!
Binnen zeer korte termijn at iedereen zijn maaltijd op. Ik denk dat we meestal al na een kwartier klaar waren. Echt gezellig werd het met zo’n uitgehongerd zootje niet. Ik denk dat dat pas gebeurde als pa en ma, met de oudsten na afloop nog even rustig een glaasje dronken. 

metro

De kinderen willen liever een stuk lopen in Parijs. Veel leuker dan de metro. We ritselen een rolstoel en gaan. Dat valt nog niet mee. Een rolstoel in een museum is toch echt wat anders. De stoepen zijn vooral niet rolstoelvriendelijk en rolstoel rijden is ook een kunst. Gelukkig gaat het na een minuut of vijf wat beter en kan ik me er ook beter aan overgeven. Ik heb het gevoel dat we erg langzaam gaan, maar als ik om me heen kijk halen we zeer mensen in. Andere beleving dus. Ik krijg het al snel koud. Jip, mijn rijdster, vooral niet Ze wordt roder zweet zich rot. Ik vrees dat ze morgen spierpijn heeft. We bekijken het pantheon, deze keer ook van binnen, en de buurt erom heen.
We besluiten terug te gaan met de metro. Dat wordt ‘m helemaal. 
Nu moet ik eraan geloven, de metro is zo rolstoelonvriendelijk en ik kan best lopen. Maar hoe sleep je zo’n ding nu door die metropoortjes heen, terwijl het druk is. Ik heb de oplossing. In mijn uiterste kracht geef ik mijn stok aan Jip, til dat ding ingeklapt en al boven mijn hoofd, doe het kaartje in het apparaat en klaar.

Dat had ik gedacht. Tot en met het optillen ging het goed, maar ja het vasthouden hè. Het ding klettert naar beneden, zit meteen klem tussen het poortje, omstanders kijken verbijsterd (wonder van Parijs?) Jip en Fee liggen in een deuk en Ik val op de grond van het lachen. Wat een zeer goede actie.
Uiteindelijk eind goed al goed. Maar één ding weet ik echt zeker. Metro en rolstoel in Parijs: Je moet echt een keuze maken.

maandag 23 december 2013

lichtjes

Iedere woensdagavond kwam oma Schellekens bij mijn ouders in Ulvenhout. Dit was een vast programma. Pa nam haar om half zes mee uit het werk, oma kreeg een advocaatje en vervolgens eten wat de pot schaft. Dat zal een gehaktbal zijn geweest met aardappelen en groente, want woensdag gehaktdag en er heerste structuur in Huize Schellekens.

Vervolgens werd oma naar de woonkamer gedirigeerd waar jongste broer Stan en ik ons over haar ontfermden. Meestal speelden we jokeren en probeerden haar te laten winnen. Ze kon niet tegen haar verlies en dan werd ze lastig! Om acht uur journaal met koffie, daarna ging ma eindelijk zitten met de woorden “Hè, wat ongezellig, nu heeft iedereen de koffie al op”,  en werd oma door pa naar huis gebracht. Bij dat laatste gingen we niet al te graag mee. Het was een flink eind schuifelen met oma aan je arm van auto naar haar kamer in het bejaardenhuis.

Vanaf half november tot begin januari werd het programma anders. Pa reed dan de lichtjesroute door de stad en wilden wij wel mee.. In mijn ogen waren alle straten vervuld met feestverlichting en er waren toen bijna geen voetgangersdomeinen. Dus op de terugweg werd er door de binnenstad van Breda gereden en vol bewondering naar al dat schoons gekeken. Boschstraat, Catharinestraat, , Grote Markt, Ginnekenstraat (even naar Tante Jo en Ome Felix zwaaien) en weer naar huis. Als in december de Sint door Kerst werd vervangen, keken we weer alsof het weer helemaal nieuw was. We vonden het prachtig!

Nu hangen die lichtjes overal. Zelfs de buitenkant van de flat  van het appartement van pa en ma hangt zo vol met lampjes, dat je er niet omheen kan. Sterker, je durft je er bijna niet meer te laten zien.

zondag 22 december 2013

kerst 2013

Toen ik op 16 mei aan de oncoloog vroeg de tijd die mij nog restte zei ze: “We spreken over maanden als u niets doet. Als u wel iets gaat doen spreken we ook over maanden, maar misschien krijgt u dan wat extra tijd.” Dit zijn echt de mededelingen waar je op zo’n moment op zit te wachten. Hier kan je helemaal niets mee. Als snel grapte ik dat het ook een beetje goed nieuws was. Ik heb zo’n hekel aan kerst, dus dit jaar zou deze aan mij voorbij gaan. Dan hebben we dat alvast gehad.

Het jaar vorderde gestaag. Plannen bijstellen en ik heb wel iets gedaan, een stuk of 23 chemo’s achter mijn mik is niet niets. Opeens staan we ervoor. Kerst voor de deur. We besluiten, zoals we al jaren doen, gewoon op stedentrip te gaan met het gezin, nu naar Parijs. We plannen gewoon dit jaar voor de derde keer Parijs. De eerste twee keren in mei en oktober gingen niet door, dus gaan we het gewoon nog een keer proberen.

Goed gemutst, voorbereidingen getroffen., hulpmiddelen mee, beetje angstig of ik het wel red, ging het gezin vanmorgen de taxi in op weg naar station. Een dikke vijf uur later liggen we op bed van de hotel kamer in Hotel Tiquetonne. De trein is zo gek nog niet. Het voelt bijna als thuiskomen, we zijn hier vaker geweest. Gare du Nord, metro Ettienne Marcel, Rue Tiquetonne, sfeer, Afrikaans restaurant op de hoek, kroeg in de straat weer ontdekt en nu even genieten van de geluiden in het hotel.

Zojuist een rondje gelopen. Les Halles, Notre Dame, Seine. Wie weet ga ik kerst eindelijk echt leuk vinden. Het begint in ieder geval al goed.







vrijdag 20 december 2013

kwartvoorkerstbiertje

De kerstvakantie staat vandaag voor de deur. Altijd weer een gevaarlijke dag. De meeste klussen op het werk zijn geklaard, iedereen is moe en men zegt dat we echt aan vakantie toe zijn. Tja wat kan je dan nog doen. Gewoon vakantie vieren.
Traditiegetrouw gebeurt dat al jaren in de kroeg. De werkdag eindigt meestal al bijtijds, zodat het kroegbezoek al om half 2 begint. Niet erg. Ga je ook weer op tijd naar huis en heb je nog iets aan de middag en avond. Overigens je hoeft niet mee.

De werkelijkheid is meestal iets grilliger. Het kwartvoorkerstbiertje collegagroepje loopt nog even richting stad, probeert vooral niet als eerste in de kroeg te staan, maar als ik rond een uur of twee aankom, zijn er toch altijd wel een paar begonnen aan een eerste drankje. Het begint netjes. Rustig, beetje babbelen, het jaar doornemen en vooral niet over leerlingen en collega’s praten, maar zoeken naar een goed gesprek.
Vervolgens wordt het iets wilder, de drank komt toch in de man/vrouw. Het tempo gaat omhoog, de grappen worden harder en de snacks worden besteld. Het op tijd naar huis gaan wordt uiteraard ook uitgesteld en al spoedig klinkt een eerste telefoon van huisfront of er nog iemand richting huis komt. Mijn gehele thuisfront komt me meestal halen en blijft gewoonlijk ook hangen.
Uiteindelijk wordt er vertrokken. Maar recht naar huis is letterlijk en figuurlijk een ander verhaal. Er zijn nog zoveel kroegen.

Als ik later op de avond het gevaarlijke café van Zanten  http://koenschellekens.blogspot.com/2013/08/gevaar.html  op de hoek verlaat heb ik meestal weer een mooie middagavond gehad, ook al kan ik hem vooraf uittekenen.

Vandaag ga ik het helemaal anders doen. Tja, met dit voornemen ben ik al zo vaak een kwartvoorbiertje gaan drinken. Meemaken dan maar!

donderdag 19 december 2013

namen

Hoe bedenk je de naam van je kind? Een leuke en moeilijke vraag. Wat is de juiste naam voor je kind en past het bij de achternaam? Hoeveel namen wil je het geven? Hoe krijg je overeenstemming? Welke namen hebben een ‘verkeerde’ associatie? Veel vragen. Tijden van lijstjes kwamen langs, mooiste en lelijkste namen, jongens- en meidennamen, compromissen etcetera.

Op één front waren we het snel eens. De naam mag niet afgekort kunnen worden. Lydia werd zo vaak afgekort tot Ly of Lia, dat gaat ons kind niet gebeuren. Dus kort maar krachtig. 

Meidennaam Jip was snel gevonden. We vonden dit erg stoer mooi en ondanks dat het een jongensnaam is, vonden we dit als meidennaam zeer geschikt. De jongensnaam werd een compromis, maar gelukkig hadden we deze niet nodig. Voor de liefhebbers, het werd Mathieu. (kan je dus wel afkorten) 

Dochter twee was iets ingewikkelder. Nadat Lot afviel (inmiddels woonden we in Hilversum en daar waren wel heel veel Liselotte, Marlotte, Charlotte, Lindelotte en overige varianten) kwamen we via Puck uit op Fee. Kort, krachtig, sprookjesachtig. Voor de jongen hadden we deze keer Rijk bedacht. Later weet je pas zeker of de naam ook echt bij het kind past. Ik denk dat dat goed gelukt is.

Als je eenmaal een naam hebt, is dit uiteraard de mooiste die er is. Het is natuurlijk wel spannend wat de buitenwereld ervan vindt. Je krijgt namelijk ook kritiek. De duidelijkste was die van mijn moeder toen ze de naam van Fee hoorde: “Wel erg consequent, drie letters, weer zo karig.” Bedankt he oma!
Ik denk dat we haar achter af beter een dubbele naam hadden kunnen geven, vernoemd naar beide oma’s. Het was dan Corry-Fee geworden. Maar of Fee hier gelukkig van was geworden?

woensdag 18 december 2013

wijnvoorraad

Pa had een heerlijke fles wijn ontdekt in Italië. Een rode wijn in een bijzondere fles. Er zat een soort deuk in de fles. Hij was er erg gecharmeerd van. Wij ook. Behalve dat de wijn lekker was, zag het er ook nog leuk uit. De verhouding kwaliteit prijs was goed, hij had wat financiële middelen over, dus er werd een plannetje gesmeed. Ik heb geen idee hoeveel flessen hij destijds heeft besteld, maar in mijn herinnering waren het er vijfhonderd. 

Zo konden we maanden/ jaren voort. De wijn werd achter “het voorraadgordijn” gestapeld op de zolder achter een logeerbed. Enigszins uit het zicht, maar toch gemakkelijk pakbaar. Je moet het jezelf niet al te moeilijk maken. De wijn werd niet door iedereen met goedkeuring goedgekeurd. De echte wijnliefhebber vond het slechts een slobberwijn, dus regelmatig werd er nog “echte” wijn gekocht. Pa dacht hierdoor dat zijn voorraad onuitputtelijk was. Regelmatig vroeg hij aan ons: “Wie wil er een fles wijn boven pakken.”zodat deze hardwerkende man niet naar de zolder hoefde te lopen. Niemand vond dit erg om te doen, het was voor het goede doel.

Dit ging tamelijk lang goed. Echter. Al die vele pubers en studenten in huis hadden natuurlijk vele feestjes. Nu was bij ons thuis de regel dat je voor feestjes je eigen cadeautjes regelde. Naarmate de winter vorderde werd de wijnvoorraad steeds kleiner. Tijdens de eindexamenperiode (en de dito feesten) was er bijna geen wijn meer te vinden. Deze heeft niemand durven meenemen. Ik heb geen idee wie hem het slechte nieuws heeft mogen brengen. Ik in ieder gaval niet.   

dinsdag 17 december 2013

zwart gat

Daar lig ik dan. Midden in de nacht. 04.00 uur. Klaarwakker! Het was een bijzondere dag. Echt een day after. Afgelopen zondag, 15 december gaf ik mijn voorstelling: “Leef het leven, een kankermonoloog.” Drie stuks achter elkaar. Het ging zoals het moest zijn. Er zat rust in. Emotie. Humor. Twee supermuzikanten (Jip en Fee). De hotelboot was vol, overvol. Alle bezoekers leken tevreden, op die drie enkelingen met kinderen na Ach die vertrokken na vijf minuten, want een vertelling is geen theater, hoorde ik later. Het was overigens geen kindertheater. Je kan niet iedereen tevreden houden.

Je leeft hier weken naar toe. Bijna iedere komma is overdacht en het repetitieproces met de dochters was gaaf om mee te maken. Vandaag, maandag, een mooie recensie gelezen en nu het zwarte gat. Dat laatste zal wel meevallen, Het geeft natuurlijk ook weer ruimte in mijn hoofd.
Wel had ik vandaag een dagje rust en bijkomen. Na een ochtendje werken erg gesloopt dus een middagtukkie. Dat werd er één van een uurtje of vijf. Tussendoor wel even wakker, maar al snel weer vertrokken. ‘s Avonds nog wat gehangen en televisie gekeken. En dan toch maar weer pitten. Doodmoe, maar nog steeds voldaan. Tja vanaf een uur of 0.00 klaarwakker. Helaas geen fijne nachtradio, maar ook dat kan de pret niet drukken.

Tja die energieverdeling is af en toe wel moeilijk. Maar ieder moment dat ik even wakker ben van deze dag, loop ik rond met een enorme grijns op mijn gezicht. Van oor tot oor. We hebben het met ons drieën maar mooi gedaan. Stiekem smaakt het wel naar meer. Misschien toch een kleine tournee? Of zit ik toch in een zwart gat? Volgens mij heb ik is dat nog een beetje van de adrenaline.


maandag 16 december 2013

gevonden vliegtuigen

Bij iedereen op het werk loopt vast iemand rond waar je geen idee van hebt wat die doet. De persoon is druk met wat netwerken, kletst met iedereen, ziet er druk uit en heeft altijd papieren in zijn handen en is heel druk met het drukken van de snor. Als je bedenkt dat hem nodig hebt blijkt deze of op een andere locatie te zitten, of net ergens op cursus te zijn. Heel af en toe is er een zichtbaar (half) resultaat het zichtbaar, maar dan moet je dit wel willen zien.

Bij mijn vorige baan was deze man een teamleider, die niet gelukkig was met zijn functioneren. De baan paste niet bij hem, dus nam hij ontslag voor de functie, niet van de organisatie Deze had, volgens hem, zijn expertise nog hard nodig. Ik denk dat dit een gouden zet was. De organisatie heeft hem nodig gehad. In de tien jaar die volgden voordat hij met pensioen ging, kwamen en gingen er vele teamleiders de organisatie in en uit. Hij bleef gewoon op zijn nieuwe plek. Ik neem aan dat hij goed gewaardeerd werd, anders had hij het niet zo lang volgehouden.
Wij collega’s waardeerden zijn werk ook erg goed. We noemden hem chef gevonden vliegtuigen. In al die jaren zijn we er niet één op het werk tegen gekomen. Sterker nog, hij had het zo druk dat er  een assistent bij kwam. Deze werd chef lege dozen genoemd. Ook hij deed zijn werk. Misschien wel iets te goed want na drie kwart jaar werd chef lege dozen wegbezuinigd.  Chef gevonden vliegtuigen bleef en had zijn werk supergoed voorbereid. Er zijn, in de twee jaar dat hij met pensioen is, nog steeds geen gevonden vliegtuigen aangetroffen.

vrijdag 13 december 2013

excuses

Ik heb nog wel eens de neiging met mijn mening vooraan te staan. Volgens mij een familiekwaal, maar laat ik het maar over mezelf hebben. Op de een of  andere manier vind ik het regelmatig nodig om mijn mening te verkondigen. Meestal is hiertegen geen bezwaar, maar het wordt zeker niet altijd gewaardeerd. Soms is het echt beter om je mond te houden. Ik vraag mij regelmatig af hoe het zo is gekomen. Laat ik eens een poging doen.

Ik ben de op één na jongste van een groot gezin en het kleinste mannelijke lid. Een gezin van ondernemers. Mijn vader, zoon van een Bredase slager had een onderneming. Goed naar de klanten luisteren, meegaan met de klanten, maar uiteindelijk opkomen voor jezelf en het kaas niet van je brood laten eten. Deze waarde is ons meegegeven. Tevens moet je in een groot gezin je mening wel laten gelden, anders kom je niet aan bod. Wat ik gelukkig ook heb meegekregen is het toegeven je fouten. Als ik het mis heb, kan ik dat, uiteraard niet meteen, maar uiteindelijk ruiterlijk toegeven. Als we er maar over praten. Liever de zaken scherp zetten en een meningsverschil hebben dan over je heen laten lopen.

Begrijpelijk is het een manier die niet door iedereen gewaardeerd wordt. Niet iedereen is blij om ongezouten mijn ongevraagde mening te krijgen. Tevens sta ik in mijn onnozelheid hierdoor wel eens op tenen, waarvan ik niet eens wist dat het tenen waren.
Mijn zijn kan ik niet meer veranderen, lijkt me rijkelijk laat. Laat ik het er dan maar op houden, dat het in ieder geval uit een goed hart komt, ook al komt het soms wat rot uit de strot.

donderdag 12 december 2013

langzaam

Het fietsenrek is half leeg. Als ik de centrale hal van het stadhuis inloop, is deze verlaten. Ik ben ruim tien minuten te vroeg op mijn afspraak om mijn paspoort te verlengen. Dit is de derde poging deze week. De vorige twee gingen verloren door mindere omstandigheden. Het is fijn dat je voor dit soort zaken een afspraak kan maken, er is geen wacht rij.

Twee loketmedewerkers zitten te wachten achter hun loket. Ik meld me aan bij de receptie. De receptioniste kan mijn naam niet vinden. “Had u eergisteren ook een afspraak?”,vraagt ze? Ik leg uit dat dit het geval is, maar dat ik er nu ook ééntje heb. Enkele minuten volgen. Ik heb de tijd en neem er gelukkig maar de tijd voor. “Kunt u het niet vinden?”, vraag ik vriendelijk. “Ik denk dat het ook zonder afspraak kan gaan, lijkt u niet?” Dat is niet de bedoeling. Na een kleine vijf minuten zegt ze:”Weet u wat? Ik maak gewoon een nieuwe afspraak voor u. Wanneer kunt u?” Verbijsterd kijk ik haar aan. “Wat dacht u van ehhhh….. nu?” Ze kijkt in de agenda. Ze klinkt bevestigend. Het schijnt te gaan lukken. Tergend langzaam voert ze mijn naam in na een “Kunt u even spellen?” en vijf minuten later krijg ik een briefje met afspraak en nummertje voor de wacht rij. Wacht rij? Niemand te zien.
Precies op de vanmorgen afgesproken tijd gaat er een belletje, ik ben aan de beurt, 10 minuten later en 50 euro lichter in mijn nieuwe legitimatie besteld. Ik ben vriendelijk en rustig gebleven. 
Het kan ook komen doordat ik vanmiddag voor het eerst tegen de pijn een liep klein stukje hasjcake heb gegeten. Zou ik de wereld daardoor een ietsje pietsje anders hebben ervaren?    

woensdag 11 december 2013

kerstboom

Ik krijg gelijk. Dit jaar komt er geen  kerstboom. Ieder jaar dag gedoe, mijn moeder in de vlekken, de hond in de stress en de boom is toch lelijk. Sterker nog, het is milieu onvriendelijk en als zestienjarige ben ik zeer milieubewust, als het mij uitkomt.

Ma stemt in om samen kransen uit de tuin te maken. Daar kunnen ook ballen en lampjes in. Ze zien er best grappig uit, die kransen. Ze probeert zich achter mijn mening te verscharen, maar ik hoor bijna iedere dag dat ze het toch nog niet weet, zo zonder boom met Kerst. Wel erg kaal. Mijn jongste broer en vader kan het niet zoveel schelen, de overigen wonen niet meer thuis, dus hun mening telt niet. Gewoon een jaar zonder boom. Een goed statement, vind ik zelf en ben trots op mijn moeder dat ze achter me blijft staan.

Het is het weekeinde voor Kerstmis. Ik ben iets te goed op stap geweest met mijn maten en we slingeren vervolgens richting huis. We rijden langs de melkboer, die kerstbomen verkoopt. Er liggen een paar losse bomen. “Hé Schell, Ik heb even een boompje gepakt, jullie hebben er nog geen”, roept er ééntje. We fietsen door, nu met boom op de rug. Na vijf minuten wordt gevraagd of ik die boom even overneem, “Hij wordt nogal zwaar.” Ik niet te beroerd. Verdorie, ze fietsen keihard weg en ik word klemgereden door n politiebusje. Onnozele hals die ik ben. Daar sta ik met mijn goede gedrag.

Ik heb erg slecht geslapen, die nacht. Ik wist dat de volgende morgen er een busje voor zou komen rijden en daarin twee politiemannen. Ik wist dat ik hoofdpijn zou hebben. Ik wist ook dat ik een groot probleem had.


dinsdag 10 december 2013

lichtpunt

Plotseling is alles anders. Wat een rustige ochtend zou worden met hoop op hoop, werd een pijnlijke ervaring. Eerst naar de huisarts voor wat extra hulp. Vervolgens naar huis om dit lichamelijk te verwerken. Dat was niet grappig. Kruipend door het huis om uiteindelijk na twee uur afgevoerd te worden naar de eerste hulp. Daar begon de ellende pas echt goed. “Waar heeft u pijn?” “Overal”, was mijn antwoord, “Maak niet uit wat je doet, schiet me gewoon dood.” Na een uurtje zakt de pijn en kan ik weer denken. “Shit, dat was geen kattenpis.”

Later die middag krijg ik lang beloofde klysma’s. Een verzwaring van die ik dit weekeinde al had mogen uitproberen, met dito meer pijn. Ik heb de heleboel minimaal een uur bij elkaar gekreund. Wat kan een mens diep zinken. Later, als de pijn genormaliseerd is, kan je gelukkig weer wat relativeren. Dit was echt niet grappig. Ik word emotioneel en bedenk dat ik doodgaan toch op een andere manier had voorgesteld. Sterker nog, daar ben ik nog niet aan toe?

Ik begin te beseffen dat ik dinsdag geen try-out kan geven en dat raakt me enorm. Samen met Jip en Fee het podium op, daar had ik naar uitgekeken. En dan…. een lichtpunt.
“U doet morgenavond gewoon die voorstelling. We plannen er alles omheen en dan kunt u van 19.00 tot 22.00 gaan. Daarna zien we wel.” Gelukkig, ze denken mee. Dat geeft een rust en een gelukzalig gevoel.

En nu, dinsdag, 13.00 uur, ben ik opeens thuis. “We hebben er vertrouwen in dat het weer op gang komt”, kreeg ik te horen. Helemaal vertrouwen doe ik het nog niet, maar ik ga er weer voor. Vanavond gewoon een try-out geven. Ik heb er zin in en volgens mij iedereen. Leef het leven!

maandag 9 december 2013

verstopt

Daar is ie dan, de lang verwachte verstopping. Inmiddels al tweeënhalve week geen ontlasting gehad. Dit voelt erg onplezierig. De buik doet pijn, waarvan weet ik niet meer. In ieder geval ook van de verstopping. Ik neem iedere dag dag twee ontlastingpoeders, maar die werken vooralsnog niet. Dit weekeinde kreeg ik iets nieuws. Microlax. Een tube met een lange spuit eraan. Het is de bedoeling om deze anaal in te brengen, dan leeg te spuiten en vervolgens zo lang mogelijk de billen tegen elkaar houden, zodat de vloeistof naar binnen kan dringen. Dit is bijna onmogelijk. Het liggen op mijn buik is sowieso al een pijnlijke ervaring, met al die bobbels in mijn buik. Toch is dit half noodzakelijk om dat ding op de gewenste manier binnen te brengen. Tevens zijn de spieren, voor zover ze nog aanwezig zijn er zo op getraind om zaken vanuit de anus naar buiten te krijgen, en dus niet naar binnen. Je ligt dus als het ware erg onnatuurlijk te liggen voor het goede doel. Concentreren, niet toegeven aan last en vooral doorzetten. Een kwartier is erg lang. Doorzetten, vooral doorgaan. Laat je vooral niet leeglopen, het moet naar binnen, in plaats van naar buiten. Probeer er een stop in te doen, denk aan iets leuks. Dat laatste moet je vooral niet doen, want dat ontspant en bij ontspanning gaat het de verkeerde kant uit. Zelden ervaren dat een kwartier zo lang kan zijn.

Helaas heeft het niet gewerkt. Misschien ga ik morgen maar smeken om een klysma om de darmen schoon te krijgen. Sommigen gebruiken dit voor seksueel genot (klysmafilie), lees ik op wikipedia. Hier kan ik me helemaal niets bij voorstellen. Wikipedia vooral niet geloven. Klysma toch nog maar een dagje uitstellen, denk ik.

vrijdag 6 december 2013

poesje

Mijn vader en moeder hadden vroeger hun stoute grapjes. Het was natuurlijk de bedoeling dat deze zaken bewaard werden in hun slaapkamer, en niet in handen van de kinderen kwamen. Dit was nog wel eens ingewikkeld. Zeven kinderen in huis, die regelmatig op strooptocht gingen naar iets lekkers, hou die maar eens tegen.

Deze laatste zin vraagt om uitleg. In de loop der jaren kenden wij de vele verstopplekken waar pa en ma een soort mondvoorraad hadden voor lekkere zaken. Als ze bij de Davro (soort Makro) waren geweest, zagen we allerlei lekkernijen binnen komen. Deze kwamen niet in de voorraadkasten of dito potten. Waar dan wel? Waar waren die chocotofs? Of marsen? Of dropjes? Of ….. vul maar in. Een rooftocht zou zeker die week volgen door één van de ettertjes.

Zo kwamen we op een keer een paarse slip met zwarte kant tegen, met een gele poes erop. Hilarisch.  Bij navraag bleek dat pa dit ooit in Parijs voor ma had gekocht. Goed bewaren, kunnen we nog plezier van hebben.

Uiteindelijk heb ik de slip meegenomen als zestienjarige meegenomen op schoolzeilkamp. Deze kwam vast goed van pas. Dat was achteraf een beetje dom. Tijdens het hangen speelden we in het ruim met een groep het spelletje ezelen. Wie de ezel werd, moest verplicht de slip aan te doen en heel hard te roepen: “IIII,AAAA, ik ben een ezel.”

Mijn huidige schone zuster Maria, toen klasgenoot, kan zich dit voorval nog herinneren als de dag van gisteren. En soms, te pas en te onpas, komt deze herinnering als een soort van dreigement weer naar boven. Zo blijft Maria mij in haar macht hebben. Ik geloof niet dat zij er een foto van heeft. J Waar de slip is gebleven? Nooit meer gezien.

donderdag 5 december 2013

ziekenhuisbezoek

Tijdens mijn 24 uurs-bezoeken aan het Hilton_Amersfoort verbazen vele bezoekers mij.
Ik krijg meestal minimaal bezoek. Ik spreek vooraf welke twee mensen komen en met hen heb ik een mooi en goed gesprek. Meer heb ik niet nodig. Het zijn meestal gesprekken van anderhalf uur en verder vermaak ik mij wel. Lydia en de kinderen komen ook niet. Hebben ze ook een dagje vrij en je zit elkaar toch maar aan te kijken.
Daar denken mijn medekamergenoten vaak anders over. Hun echtgenoten zitten er alle bezoekuren. Meestal kijken ze naar elkaar. Één echtpaar had het altijd erg gezellig. Het gehele bezoekuur zaten ze te lezen, elkaars hand vast houdend. Meestal had hij koffie en iets lekkers bij zich, af en toe keken ze elkaar hoopvol aan en zeiden ze wat tegen elkaar. Ze probeerden er iets huiselijks van te maken.
Sommige patiënten gaan vlak voor het bezoekuur zielig op bed liggen zodat er goed zielig bijliggen. De eega’s tetteren dan twee uur lang. Om daarna weer opnieuw te beginnen. ’s Middags en ’s avonds begint hetzelfde ritueel.
De (klein)kinderen zijn vaak een probleem, want die blijven uiteraard niet zolang stil. Meestal de moeders beginnen ze dan tot stilte manen, vaak niet op een prettige manier.
Een buurman flikt het iedere keer om vlak voor het bezoekuur de televisie en koptelefoon aan te zetten. Deze gaat uit als vrouwlief vertrekt.

Afgelopen vrijdag, 29 november, zat er een nieuw dieptepunt tegenover mij. Ik was al niet zo in mijn hum, want de operatie was mislukt en ik had een katheter door mijn piemel, niet fijn.
Zij, in bed, kermend van de pijn. Hij gaat vrolijk liedjes zingen met als zwaartepunt de après-ski versie van “Waarheen wijst de weg”. Erger kan niet. Ik heb net niet met mijn schoenen gegooid.   

http://www.youtube.com/watch?v=RQz3A2DMAbw Stef Ekkel - waarheen waarvoor. Even uitzitten, dan heb je ook wat.

woensdag 4 december 2013

poepje 2

Ik ben met Jip, toen drie jaar, in de zee. Heerlijk spelen met je kind. Kind in armbandjes en zwembandje om. Lekker ravotten. Kind weggooien en weer naar je toe laten zwemmen, balletje gooien, dobberen op de golven. Heerlijk! Plots komt hier een einde aan. “Papa, ik moet naar de wc.” klinkt het. Dat is niet echt handig, zo middenin het water. Aan het strand zie ik niet zo snel een strandtent dus al snel zeg ik:” Laat het maar lopen in de zee. Nu mag het.” Voor ik er erg in heb, geeft ze me haar zwembroekje, want anders wordt die vies. Nu ligt ze even stil in het water. Ze maakt er wel een hele show van, denk ik nog, ze zal toch niet… “Daar is ie dan”, zegt ze. Ik zie het nu ook. Een prachtig poepje komt boven drijven. Dat had ik anders bedacht. Wat nu? 
Het is gelukkig niet druk in de zee. We proberen het poepje met golfbewegingen dieper de zee in te sturen. Het lijkt te lukken en is ook weer een nieuw waterspelletje. Als we weer richting strand gaan, lijkt het erop dat het poepje geen afscheid wil nemen, het achtervolgt ons. Hoe lang duurt het voordat zo’n drol is opgelost, bedenk ik. Echt leuk vind ik het niet meer in het water. Gelukkig is het stil in de zee en zien we bijna niemand in het water. We lopen naar de kant en gaan het water uit, het poepje alleen achter latend. Geen echt chique oplossing maar ik kan even niets anders bedenken.

Als ik 5 minuten later terug kom met een schepje, kan ik het poepje niet meer vinden. Probleem opgelost. Als het nu maar geen probleem van een ander is geworden.

poepje 1 http://koenschellekens.blogspot.com/2013/11/poepje.html

dinsdag 3 december 2013

viool

Na een jaar algemene muziekles wilde Fee viool gaan spelen. Dat was niet geheel onze keuze. Ik kon haar met zachte dwang richting piano sturen. Dit had een praktische kant. Een piano stond er al en goed viool spelen vind ik mooi. Het oefenen op een viool vind ik tenenkrommend, ook al snap ik dat oefening kunst baart.

Na twee jaar pianoles mocht ze de overstap naar de viool maken, zoals beloofd. Ze beloofde vooral op haar kamer te oefenen. Soms kwamen er mooie klanken uit, meestal ging het door merg en been. De viooldocent was razend enthousiast over haar vorderingen, zelf vond ik dit moeilijk hoorbaar. Ieder jaar werd afgesloten met een uitvoering. Ik zie ons gezin er nog zitten. Alle ouders trots op hun kinderen. Ik ook, met moeite. Ik hoorde een erg enthousiast kind, dat vol vuur de ene na de andere valse noot produceerde. Mijn duim had ik kapot gebeten zodat ik niet de slappe lach kreeg. Ik heb hier nog dagen last van gehad.

Een jaar later was er weer een uitvoering. Deze was nog feestelijker, mede doordat buurjongen Karel ook op vioolles was gegaan. Naast zijn ouders had hij zijn opa’s en oma’s meegenomen . Buurvrouw Mirjam, Jip en ik hebben er voor schandaal gezeten. We hebben elkaar niet aangekeken, alleen naar de grond en naar de enthousiast filmende opa. Tranen met tuiten liepen over onze wangen. Maar lachende geluiden maakte ik niet. Ik had zo hard in mijn hand gebeten dat ik deze een week niet heb kunnen gebruiken. Tevens was ik blij dat ik een lange blouse aan had. Zo was niet zichtbaar dat er in mijn broek een paar druppels zaten.

Ik heb de filmopnames nooit gezien. Fee speelt weer piano en ze zingt. En ik ben beretrots! 

maandag 2 december 2013

bijtring

Afgelopen vrijdag, 29 november, was ik aan de beurt voor een catheterisatie van de urinebuis. Op deze manier zou de afvoer van rechternier naar blaas normaliseren. Het is een relatief simpele ingreep. Alles gebeurt via de piemelbuis. Hele camera’s gaan erdoor heen, slangen, knipschaartjes, veilen, pincetten enzovoorts gaan via de piemel het lichaam in. Als je het zo hoort klinkt het erg bijzonder, als je het visualiseert wordt het erg au. Niet doen dus. Zo’n ingreep duurt zo’n 20 minuten gedaan. Bij mij waren ze langer dan een uur bezig. Ik kreeg extra zorg, Op een  gegeven moment stonden er drie urologen aan de operatietafel. Als dit maar goed gaat. Met een ruggenprik voel je niets, maar je hoort wel alles. Het ging dus niet goed. Na een kleine anderhalf uur werd verteld dat de ingreep niet was gelukt en dat alles bleef zoals het was.
Teleurgesteld en met een katheter in de urinebuis om de blaas leeg te maken kwam ik weer terug op mijn zaaltje. Zo’n slang door de piemel is niet echt fijn als de verdoving begint uit te werken. Dit hadden ze me niet vooraf verteld. Ik werd boos en na overleg werd de buis eruit getrokken. Dubbel au! Vervolgens voelde het dat ik uur ieder uur moeten plassen. Dus iedere keer weer dat zure vocht door de interne wond. Heel erg au. Gelukkig werd dit na zo’n 24 uur minder en 48 uur later lijkt alles weer normaal, alsof er niets is gebeurd.

Ik raad mannen die een soortgelijke ingreep krijgen, aan een bijtring mee te nemen. Heerlijk om tijdens het plassen je pijn te verbijten, het helpt echt. Je koopt ze in de babywinkel.
Tja mannen zijn net kleine kinderen, zeker als het om hun piemel gaat.  

vrijdag 29 november 2013

teleurgesteld

Lydia en ik kozen al snel voor kinderen. We waren tot de conclusie gekomen, dat we samen verder wilden en dat wel geen oude vader en moeder wilden worden. Daarnaast hadden we al snel door dat er duizenden redenen zijn om het “nemen” van kinderen uit te stellen, maar dat je het daarvan nooit gaat winnen. Zo gezegd, zo gedaan. Als je stopt met de pil kan het snel gaan en wij hadden dat geluk. Het was meteen raak, drie weken later was Jip onderweg. We waren wel wat geschrokken dat het zo snel ging. Het was misschien een beetje een onbezonnen actie, maar wel superleuk vanaf het begin. Als twintigers begonnen wij aan onze opvoedkundige taak.

Jaren later zit ik met een collega, een dertiger bij wiens vriendin de eierstokken al begonnen te klingelen, te praten over het nemen/krijgen van kinderen. Ik zeg hem twee dingen. “Als jouw vriendin kinderen wil, heb je je er bij neer te leggen,.”en “Kinderen komen nooit uit. Er zijn altijd redenen om het niet te doen, maar van die eierstokken win je niet.”
Nooit geweten dat ik zo kon overtuigen. 4 maanden later hoor ik dat vriendin drie maanden zwanger was van een tweeling. Groot was de hilariteit. Was in de jaren negentig niet de slogan ”zeg je nee, dan krijg je er twee” van Bart de Graaff?
Zijn zonen werden geboren. Ze kregen best aardige namen, maar mijn naam was er niet bij, zelfs niet als tweede of derde. Een kleine tegenvaller. Gelukkig werd dit goedgemaakt toen ik op kraamvisite kwam. Bij oma werd ik geïntroduceerd met: “Door hem ben je nu al oma geworden.” Achteraf gezien wel iets te veel eer.

donderdag 28 november 2013

wonder

De afgelopen twee weken was ik er klaar mee. Helemaal klaar. Van mij mocht de spuit erin. Afgelopen, over, finito, maar hopelijk ook rust. Ik had bijna geen energie en als ik energie had, was deze na een uur weer verdwenen. Geen energie hebben is slecht voor het hoofd. Als niets meer lukt of vanzelf gaat, wordt het leven voor mij niet leuk meer. Tot nu toe is mijn motto geweest:”Ik blijf ademen zolang het leuk is.” Dan moet je ook woord houden, vind ik.
Afgelopen maandag was het grote dieptepunt. Jankend riep ik uit dat ik echt niet meer wil. Niet  gezellig voor mijn familie, maar ja, ik ben ook maar een mens. Ik sleepte me toch weer voort, ook naar werk, en tijdens mijn spaarzame lessen die ik geef ontdekte ik dat ik dat toch nog wel erg leuk vind, lesgeven. Een lichtpuntje dus.
In de nacht van dinsdag op woensdag, ik ben zelden zo moe gaan slapen, kwam ik niet in slaap. Plots gebeurde het. Het leek wel of ik de vermoeidheid weg voelde glijden. Beetje bij beetje trok het uit mijn lichaam. De smaak in mijn mond werd anders. Het smaakte minder giftig. Zou het echt over gaan? Een wonder. Met een glimlach ben ik in slaap gevallen. Woensdag stond ik na een korte nacht tamelijk fit op. Ik kon de wereld weer aan. Het voelde weer goed. Nog steeds niet veel energie, maar dat is anders dan geen. Het leven wordt weer leuk.  

Niets was minder waar. Het werd een klote dag, met allerlei onverwachte onderzoeken. In plaats van ’s ochtends anderhalf uur in het ziekenhuis zoals gepland, kwam er ’s middags ook nog even 3 uur ziekenhuis bij. Weg leuke dag. Ik onderging het met een glimlach. Vasthouden nu! Ik blijf mooie momenten verzamelen.

woensdag 27 november 2013

sinterjacco

Buurman Jacco zou om twee uur een zak met cadeautjes voor de deur zetten en aanbellen. Wij zouden liedjes zingen en uiteraard erg verrast zijn. Wij zingen. De bel ging. Tergend langzaam loop ik naar de deur, die toevallig nog op slot zat. Fee, toen vijf jaar, kon haar plas maar net ophouden, zo spannend vond ze het.
Ik zie dat er iemand voor de deur staat. Wie zou dat nu zijn? Ik zie door de melkwitte ruit dat het Sinterklaas is. Dat hadden we toch niet afgesproken? Verbaasd doe ik de deur open en zie Sinterklaas is vol ornaat voor me staan. “Hallo SinterJacco,” zegt Fee. Ik hoor een aantal huizen verderop een deur dicht gaan, ik zie Sint een beetje bleek worden en zeg: “Welkom Sinterklaas, kom binnen.” Het wordt een ingewikkeld kwartiertje. Sint probeert zich goed in de plooi te houden. We spelen het spelletje allemaal mee en doen net of we Fee niet hebben gehoord bij de entree. Na een kwartier vertrekt Sint weer en Fee zegt:”Het was Jacco. Dat zag je toch meteen.” Op de vraag waarom ze dat denkt zegt ze:”Zijn schoenen.” We gaan verbijsterd verder met de Sinterklaasmiddag en hebben het er niet meer over. De middag is wel een beetje raar geworden.

Als alles is uitgepakt loopt Fee naar de voordeur en voor we er erg in hebben is ze al buiten. “Wat ga je doen?” roepen we maar ze is al weg. We kijken haar na en ze belt bij Jacco aan. “Hallo SinterJacco, bedankt voor alle cadeautjes. Leuk hè, dat je hulpsint mocht wezen. Volgend jaar komt de echte weer,”en ze rent weer naar huis. “Wat lief dat SinterJacco al die cadeautjes heeft gekocht”, voegt ze er thuis aan toe.

dinsdag 26 november 2013

stenen

Eén van de verschrikkelijkste liedjes is voor mij “de Steen” in de uitvoering van Paul de Leeuw. 
Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde
nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten
ik leverde bewijs van mijn bestaan
omdat door het verleggen van die ene steen
de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan

Het origineel is van Bram Vermeulen. Hij zingt het rauw en geloofwaardig. Paul de Leeuw zingt het nadrukkelijk geloofwaardig. Daar zit nu net het verschil in. Dat nadrukkelijke. Ik vind het erg lelijk.

Overigens, als er iemand een steen heeft verlegd op deze aarde ben ik het wel. Hele vakanties was ik in het water te vinden, rivierdammen bouwen. Als kleine jongen vond ik dit al leuk. Ik zie mij nog bezig in de Ardèche, waar ik jaren met mijn ouders vakantie vierde.

Eenmaal zelf een ouder, hoopte ik dat mijn kinderen dit leuk zouden vinden. Dat werd een kleine teleurstelling. Als we met vakantie bij een rivier waren, begon ik al snel te kijken of we ergens een dam konden bouwen. Meestal vond ik dan wel een plekje in de rivier waar het niet te koud is en waar genoeg stenen lagen. De kinderen hielpen me mee. “Leuk pap”, zeiden ze ook nog. Langer dan tien minuten hielden ze het niet vol. Daarna was ik alleen aan het bouwen.

Jammer, al moet ik zeggen dat Fee tijdens onze Spaanse wandeling een heel andere manier van bouwen had. Ze vond het geweldig om torentjes te bouwen als we rust namen. Grote stenen onder, en bovenop de kleintjes. Je ziet dit ook bij joodse graven. Na de wandeling heb ik haar dit nooit meer zien doen. Wie weet komt er een moment dat ze dit weer gaat doen.

maandag 25 november 2013

bendebekendeboeken

“Pap, er staat een koffer in de kamer.” “Dat heb je goed gezien, dochter.”zeg ik terug. De vraag is eigenlijk “Wat doet die koffer daar en wat zit erin?” Aangezien ik die vraag niet heb gehoord behoef ik geen antwoord te geven. Kijken hoelang de nieuwsgierigheid in toom gehouden wordt.

Een paar dagen later is Jip er ook. “Wat zit er in die koffer?” De bandboeken van mijn vroegere bandje, onlangs gebracht door twee oud-bandleden,” is het eerlijke antwoord. “Oh, van al die oude mannen van over de vijftig.”is het antwoord. “Mogen wij die zien?” Het eerste deel van de deze zin negeer ik, de rest knik ik bevestigend. De koffer gaat open. Er zitten een stuk of tien plakboeken in en een paar stapels foto’s. Ik leg uit dat dit de fotoboeken zijn van toen ik tussen de twintig en dertig was van mijn band. Over de carnaval en over de bandweekends. “Leuk”, zeggen de meiden en ze beginnen te kijken in boek één. In de meeste foto’s van de jongens herkennen ze niet de vijftigers van nu. Ach zo vaak zien ze die ook niet, dus het is ze vergeven.

“Wat deden jullie op zo’n bandweekend?”, is de volgende vraag. Ik leg uit dat de doelstelling muziek maken was maar dat het daar niet altijd van kwam. Vaak waren we ook druk met elkaar. Voetballen, kletsen, snacken, te veel bier drinken en vieze filmpjes kijken. De boeken gaan alweer dicht. “Nou dat geloven we verder wel”, zeggen ze. “De jongens van nu zijn niet veel verder dan jullie toen. Ze doen nog steeds hetzelfde.”

vrijdag 22 november 2013

behang

Er kwamen veel opmerkingen over onze behangetjes in ons huis. Waar kan je die nog kopen, is die retro niet duur. Toen we uitlegden dat dit allemaal voor een zeer redelijke prijs te koop was in Gent waren diverse vrienden en kennissen om. Ook zij gingen naar Priem in Gent http://koenschellekens.blogspot.com/2013/09/priem.html om de winkel met eigen ogen te aanschouwen en een aantal kwamen terug met een prachtig behang.

Zo ook mijn zwager en schone zuster. Tijdens hun zoektocht hadden zij in Gent een prachtig bloemenbehang op de kop weten te tikken. Bang dat ze waren om het niet goed te doen, huurden zij een behanger in, zodat het superstrak op de muur zou komen. Dat lukte ook. Ik kan best aardig behangen, maar zo strak en in zo weinig tijd lukt mij niet. Daar heb je een vakman voor nodig. Ik keek nog eens goed. Het zag er supergoed uit, maar toch zag ik iets raars. “Waarom hangt dat behang op zijn kop?”, zei ik plots, toen  ik doorhad wat voor raars ik zag. Ik kon mijn tong er wel vanaf bijten. Mijn schoonzuster zag het nu ook. Ze baalde, maar kon de fout niet herstellen. Ik baalde omdat ik mijn kop niet had kunnen houden.

Onlangs waren wij weer bij Priem. We hadden nog wat behang nodig voor een kamer boven en voor in het toilet. Eenmaal thuis heb ik het behang op de muren geplakt. Het toilet hangt echt superstrak. Helemaal trots op mezelf ga ik eens goed op de pot zitten. Dan zie ik iets raars. Het zal toch niet? Ik kijk nog een keer. Het hangt echt op zijn kop. Hoe dom kan je zijn. Gelukkig heb ik het zelf ontdekt. Mijn schone zuster durf ik niet onder ogen te komen. Wat zal ze lachen!

donderdag 21 november 2013

steen 2

Al een paar weken voel ik mijn buik. De pijn is absoluut draaglijk en een paar paracetamolletjes doen wonderen. Het is irritant je buik zo bewust te voelen. Het maakt je continue bewust dat er zaken in zitten die er niet in horen te zitten. Ik heb de buik al gemeten, maar de omtrek is niet groter geworden. Toch lijkt ie steeds dikker te zijn. Mijn broek kan niet meer goed dicht, maar gelukkig heb ik daar bretels voor. Het lijkt wel of er een steen in zit. Zo’n steen die geweldig in de weg zit en van alles verstopt. Zo’n steen die super zwaar op de maag weegt. Gewoon omdat zo’n steen er niet hoort te zitten. Soms lijkt het al dat kijken naar mijn buik al pijn doet.
Als ik mijn handen op mijn buik leg, bijvoorbeeld in bed, lijkt het of de buik extra warmte geeft. Ook al raar. Ik heb het al dagen koud, maar mijn buik wordt warmer. Ik kan er een eitje op bakken lijkt het soms.

Straks, donderdagochtend 21 november, mag ik naar de oncoloog. Zij gaat mij vertellen of de chemo’s zijn aangeslagen en of de kanker stabiel is gebleven of is gegroeid. Eigenlijk gaat zij vertellen of ik een paar maanden verlenging krijg of niet. Eigenlijk gaat zij mij vertellen of die steen echt is of gewoon psychisch. Het zou zo maar kunnen dat die steen verdwijnt bij goed nieuws. Dat lijkt me toch wel aardig om mee te maken. Al weet ik niet zo goed hoe het goede nieuws moet luiden.

Enne owee degene die mij sterkte wenst. Ik kom de dag wel door  http://koenschellekens.blogspot.com/2013/06/sterkte.html

Steen 1                http://koenschellekens.blogspot.com/2013/07/steen.html

Update 21 november 12.00 uur
Het is 2 - 1 geworden voor het negatieve nieuws. Verder kan ik er niet zo heel veel mee:
Nieuwe feiten:
Kanker is niet groter geworden (positief)
Er zit vocht in de buik. Teken dat de slechte cellen actief zijn (slecht nieuws)
rechternier functioneert niet goed Wordt onderzocht of dit tijdelijk is (slecht nieuws)
In februari opnieuw scannen en dan weer verder zien. Tot die tijd gewoon blijven ademen. Ik doe mijn best. :-)
Zolang het leuk is, blijf ik ook ademen.

woensdag 20 november 2013

zusjes

Bij de geboorte van Fee was dochter Jip niet zo onder de indruk van haar blauwe zusje. http://koenschellekens.blogspot.com/2013/10/blauw.html Een week later kwam het meisje thuis wonen en de teleurstelling was best groot dat je met zo’n zusje niet kan spelen, hooguit helpen de fles te geven. Ze gaf haar dagelijks een kus en ze gingen samen naar de crèche en dat was alle aandacht die er naar Fee uitging. Jip was gewoon te druk met haar eigen leven en vriendjes.

Zo ging dat nog een paar jaar door. Helaas voor Jip was Fee enigszins dwars geboren. Dat bleef ze de eerste jaren ook. Ze kon heel hard en heel veel huilen, voor Jip een reden om ergens anders te spelen. Fee eiste gewoon haar aandacht op en dat ging nog wel eens ten koste van Jip. Een echte band ontstond er helaas niet tussen de gezusters Schellekens. Liefde voor een zusje kan je niet afdwingen.

Toen Jip een jaar of vijf was begon ze te vragen om een nieuw zusje. Het vervelende zusje had ze al, nu wilde ze ook nog een leuk zusje voor haarzelf. Ai, wij ouders hadden nog wat te doen. We deden ons best maar liefde kan je niet afdwingen.

Jip was zes toen ze tijdens een vakantie de legendarische vraag stelde:”Wanneer gaan jullie scheiden?” Wij schrokken. De avond daarvoor hadden we net samen een borrel gedronken en waren we tot de conclusie gekomen dat het zo goed ging. We vroegen haar waarom ze deze vraag stelde. Haar antwoord was net zo ontwapenend:”Het maakt niet uit met wie ik mee ga, als zij (wijzend naar Fee) maar met die andere mee mag.” Daar sta je dan met je goed gedrag.
Gelukkig is het goed gekomen. Ze maken nu samen de binnenstad van Amersfoort onveilig. 

dinsdag 19 november 2013

boerderij

Veel mensen hebben een droom om op een boerderij te wonen. Toen wij tussen twee woningen in kwamen, ene huis verkocht, andere nog niet klaar, konden we een half jaar tussen Amersfoort en Nijkerk wonen. Het was een oude, bijna onbewoonbare boerderij met buren 500 meter verderop. Een paar grote bomen, een boel verwilderde poesjes en weilanden vol schapen en koeien. Echt een mooi plekje. 

De eerste maanden was het erg zomers weer. Je keek er je ogen uit, heerlijk buiten en we twijfelden of we er goed aan hadden gedaan, een nieuwe woning aan de rand van de binnenstad te kopen. Dit had ook wel wat. Het gaf een gevoel van vrij zijn, we zagen de mooiste luchten en roken de heerlijkste geuren. Ondanks de tocht en het vocht in de boerderij werd er niet geklaagd. Jip fietste iedere dag 28 kilometer heen en weer naar school, wat een bikkel. Er kwamen genoeg mensen aanwaaien, want het was een leuke fietstocht vanuit Amersfoort, en je zat bij ons heerlijk op t erf.  

Half september sloeg het weer om. De mooie luchten bleven, maar in plaats van zonnestralen kwamen er bakken regenwater uit. Het blauw tussen de wolken werd grauw. De drie kilometer schapen, koeien en weilanden voor de deur maakten plaats voor regen en depressies. Het werd donker rond de boerderij. We hadden al heel snel door dat het voor ons slechts een mooie zomer was geweest.  In de zomer was het geweldig, maar drie kilometer depressies en stilte werkten al snel op de gemoedsrust. Een paar weken eerder dan gepland verhuisden we terug naar de stad. Liever kamperen in een nieuwbouwhuis, dan nog één dag langer in die vochtige depressieve omgeving,
Het buitenleven is niets voor ons.

maandag 18 november 2013

spionage

Inmiddels zijn mijn blogs meer dan 50.000 keer bezocht. Dat kan allemaal door dezelfde persoon zijn, maar dat lijkt me onwaarschijnlijk. Iedere keer als er een blog wordt gelezen gaat de teller omhoog. Als ik kijk naar het gemiddelde aantal lezers per blog kom ik uit op 380 per blog. Dit is wel heel veel en meer dan ik ooit had kunnen bedenken.
Nu moet ik eerlijkheidshalve zeggen dat de blog over Victor ruim 4000 keer bekeken is. Als ik deze eruit haal wordt het gemiddelde flink gedrukt en komt dit uit op 355. Nog steeds waanzinnig veel. 

Prettig om te weten, maar ik koop er natuurlijk niets voor. Het is wel fijn dat er lezers zijn en dat zij de blogjes schijnbaar leuk vinden. Bijna dagelijks zijn er 75 lezers die al voor 9 uur de blog hebben gelezen. Gezellig een verhaaltje van Koen bij ‘t ontbijt. Zoveel aandacht heb ik voor de klas nooit gekregen. Als ik om half negen begin met lesgeven moet ik vooral eerst zorgen dat de dames en heren leerlingen wakker worden. Tegen de tijd dat het zover is, is de eerste les al voorbij.

Overigens heb ik mijn twijfel of de blogs inderdaad 50.000 keer gelezen zijn. 44.443 hits komen uit Nederland, de overigen uit de gehele wereld. Dat kan uiteraard want diverse mensen lezen de blogs ook als ze met vakantie zijn en ik heb een paar fans die in het buitenland wonen. Toch wil ik graag spionage uitsluiten dus vraag ik bij deze of mijn Amerikaanse fans (goed voor 1.500 hits) en Russische fans (450 hits) zich bekend willen maken. Na publicatie heb ik binnen vijf minuten minimaal drie Amerikaanse bezoekers.Het idee dat de blogs gelezen worden door de geheime diensten is beangstigend. Of eigenlijk gewoon erg grappig?

vrijdag 15 november 2013

manuela

Sjoorkest Bendebekende gooide het over een andere boeg. Dit jaar zouden we onze instrumenten niet aanraken, we gaan zingen. Tijdens het bandweekeinde keken we welke nummers we zouden gaan vertolken. De nummers werden op drie cd's gezet zodat we 3 sets hadden. Met een voice-killer haalden we de middelste noten, en dus grotendeels de zang, uit de liedjes en die zongen we live tijdens onze sjo met carnaval.
We besloten niets tegen onze opdrachtgevers te zeggen, want in de contracten stond dat we 3 keer een set muziek verzorgen. Er staat niet in hoe. De keuze voor mijn lied werd Manuela. Ik was het hier niet geheel mee eens, want het is een vervelend nummer met een te veel tekst. Die zou ik thuis uit mijn hoofd leren.
Er waren twee problemen. Gedurende carnaval raakte ik meestal mijn stem kwijt. Tevens kon ik niet zo goed tegen een hele avond bier drinken met carnaval. 

Wij vonden onze nieuwe aanpak een groot succes, de opdrachtgevers waren niet overal even enthousiast. Op maandagavond speelden we in Oud-Gastel, net zoals de twee jaar daarvoor. Men verwachte weer een avond feest met een fanfareband, men kreeg een stel minder goede zangers met hese stemmen. Tijdens Manuela ging het mis. Mijn stem was geheel verdwenen en het bier had rijkelijk gevloeid. De fanclub van Jacques Herb zat in de zaal en voelde zich ernstig bekocht en verraden. “Hoe kan die kleine met bril zoiets doen.” Na mijn act ben ik maar gauw de zaal uit gevlucht om niet meer terug te komen. Veiligheid boven alles!
Niemand kon toen bedenken dat ik ruim vijfentwintig jaar laten via het snabbelcircuit nog heel wat vakanties bij elkaar zou gaan zingen. Manuela zingen we overigens zelden met De KOOS. Ik ken de tekst nog steeds niet uit mijn hoofd.   

http://www.youtube.com/watch?v=ZRmH-Rfa25E  Jacques Herb – Manuela. Brilliant gefilmd  J

donderdag 14 november 2013

simpel

Toen we tien jaar geleden over de Ramblas in Barcelona liepen, was er een standbeeldenact die ons niet los liet. Eenmaal in Amersfoort en de foto’s bekijkend kwamen Lydia en ik tot de conclusie dat we hier iets mee moesten gaan doen. Zo gezegd, zo gedaan. We gingen er eens rustig voor zitten en onze animatieact kreeg een vorm. Een standbeeldenact leek ons te beperkt. Zo lang kan ik niet stil staan, dus het werd een wandelact. Op de lapjesmarkt te Utrecht werden diverse roze stoffen verzameld en wij aan de slag. Samen hebben we heel wat avonden zitten uitproberen en ontwerpen tot het resultaat daar was.
We besloten het simpel te houden. We zouden in ons nieuwe kostuum gaan rondlopen en alleen maar belletjes blazen. Gewoon zeepbellen. Geen grote of bijzondere vormen. Gewoon de huis-tuin-en-keuken belletjes die we aan kinderen geven zodra ze kunnen lopen en blazen. Onze vuurdoop was met Koninginnedag. We besloten verkleed en al bellenblazend te gaan wandelen.  Konden we meteen kijken wat de effecten waren. Kinderen tot twaalf jaar vonden ons fantastisch. Ze wilden allemaal op de foto en soms bliezen ze vrolijk met ons mee. De ouders met kleine kinderen en ouderen waren ook enthousiast. Velen riepen, nadat ze in de bellen waren gezet “dankjewel” en waren verbaasd door het effect van zoveel eenvoud. Eigenlijk waren we dat zelf ook. Het plaatje is gewoon mooi, dat is alles. Iedereen wordt er blij van.
Inmiddels worden we zo’n tien keer per jaar ingehuurd. Voor ons heerlijk rustgevend, voor anderen betoverend. Om het eenvoudig te houden is onze artiesten naam eenvoudig gebleven: Belle en Blaas. Het leven is zo simpel en geluk zit in een klein hoekje.


woensdag 13 november 2013

lui

Jip is vanaf haar negende een fanatieke waterpolospeelster. Nou ja, speelster, ze is de keeper. En zeker geen slechte. Na een paar jaar kwam ze in de kring Utrecht, waardoor ze extra trainingen kon gaan volgen in Zeist. Op haar hoogtijdagen trainde ze 12 tot 14 uur per week. Ze was fanatiek en sloeg zelden een training over. Daarnaast eiste van haar team ook een flinke discipline. Het gaat ergens om dus moet je er ook voor werken als het niet lukt. Een prima instelling voor topsport. Ze heeft voor de waterpolo heel wat zaken opgeofferd, maar zo zag zij dat niet. Ze maakte de keuze voor polo, dus moet je daar andere zaken voor laten. Zo simpel is dat.


Toen ze veertien was verhuisden we tijdelijk voor een half jaar naar een boerderij tussen Amersfoort en Nijkerk in. Verder van school kon bijna niet, 14 kilometer heen en uiteraard 14 kilometer terug. Drie keer in de week kwam daar nog een fietstocht naar de training bij. 10 kilometer heen, 10 kilometer terug. Ze heeft hier nooit over geklaagd. Dit was namelijk meteen een goede training voor het uithoudingsvermogen. 
Na een paar maanden komt ze toch wel erg mopperend thuis van school. Ze heeft het gehele weekeinde een toernooi gehad, fietst op maandag weer naar school en krijgt van de gymdocent te horen dat ze samen met Anouk erg lui is. Nu kan ik me voorstellen dat puberende meisjes, die voor de honderdste keer moeten hockeyen waar ze geen zin in hebben, lastig kunnen zijn, maar lui? De verbazing van deze docent was groot toen hij hoorde dat zowel Jip als Anouk tweede van Nederland waren geworden met hun provinciale team. “Een beetje verdiepen in je leerlingen en je weet dit”, zei zijn collega tegen hem. Over lui gesproken. 

dinsdag 12 november 2013

vera 3

Zo’n veertien jaar geleden stierf Vera, totaal onverwachts. Ze had een longembolie en was plotsklaps overleden. Haar dood had een enorme impact op ons gezin. Doordat Vera op het moment van overlijden geen relatie had, kwam er na haar overlijden geen vervolg meer. We hoefden niet op te letten hoe het met haar partner ging, want die was er niet. Ze had geen kinderen, dus deze lijn was meteen klaar, hield op te bestaan. Misschien was dat wel het meest bizarre, na Vera was er niets meer.

Na een dag gingen we bij haar thuis kijken en daar maakten we kennis met haar broers, schoonzussen en vader. Wat een warm bad!
De avond voor de crematie gingen we met de kinderen nog even kijken. Zij waren zwaar onder de indruk. Jip (toen 7) heeft haar aangeraakt en is vervolgens aan een tekentafel gaan zitten om een mooie tekening te maken. Fee (toen 4 jaar) gaf Vera een dikke kus. Ze vond haar net Sneeuwwitje, alleen “wordt deze niet wakker” en vroeg: “Waar is Vera’s moeder?” Haar vader was wel in de woonkamer. Moeder was een jaar eerder overleden. Lydia zegt tussen haar tranen door iets onduidelijks wat neerkwam op “daarboven ergens”.

We kletsten wat, dronken een glas wijn en bekeken de mooie tekening die Jip had gemaakt. Deze werd bij de kist gelegd. Wij naar huis, dat wil zeggen, als we Fee hebben gevonden. “” Waar is dat kind nu weer gebleven?” Ze kon hooguit in de tuin zijn, maar ze bleef onvindbaar. Ik hoorde wat gerommel boven. Toch maar even kijken en daar zat ze, ze keek op een kamer onder het bed. “Die moeder was toch boven,”zei ze, “maar waar dan? Ik kan haar niet vinden.” Ik geloof dat ik haar iets moest uitleggen.


maandag 11 november 2013

uitvaart

Het was een volle bak in het crematorium. Ik denk wel meer dan zevenhonderd mensen. Velen moesten buiten de zaal naar een groot scherm kijken. Ik had voor de zekerheid een tuinstoel meegenomen, want ik vreesde al dat ik geen zitplaats zou hebben. Het zag er niet uit om met die stoel te lopen. Toch was het reuze handig, diverse mensen keken wel een beetje jaloers.

Het was een mooie bijeenkomst. Bij een uitvaart leer je de overleden persoon altijd weer op een andere manier kennen. Zo ook bij Victor. Er werd gesproken, anekdotes opgehaald, muziek geluisterd, foto’s bekeken, gehuild en veel gelachen. Victor was dan ook een bijzondere man.
Vervolgens verhuist het hele gezelschap, nadat ze definitief afscheid hebben genomen naar café De Bommel te Breda. Deze kroeg was op vrijdagavond zijn huiskamer, vandaar dat het voor deze gelegenheid is afgehuurd. Ook hier is het een drukte van jewelste. Bier en wijn stromen rijkelijk en het wordt een steeds vrolijker boel. Gelukkig maar! Toch blijft het ingewikkeld; het lijkt alsof Victor ieder moment binnen kan komen. Uiteindelijk speelt de band. Zonder Vic. Respect!

Lydia en ik kijken elkaar aan. We beseffen dat er een grote kans is, dat ik de volgende ben. Ik vraag aan haar of ze vandaag al wat inspiratie heeft gekregen en het antwoord heb ik eigenlijk niet gehoord. We vinden het wel erg druk en wijten dit aan het feit dat hij en jong is en een zeer kort ziekteproces heeft gehad.

“Het zal bij mij straks echt wel wat anders worden”, zeg ik, als we richting broer gaan, waar we blijven slapen. “Ik ben veel langer ziek, dus dat scheelt al een slok mensen, en ik word niet in Breda begraven. Velen moeten dus met de auto nog naar huis.” Dat laatste zal vele liters schelen. :-)

vrijdag 8 november 2013

blij

Gisteren, donderdagmiddag. Ik lig onder een warme slaapzak op de bank. Ik heb het al dagen koud. Het lijkt wel alsof ik nooit meer warm word. Het gaat redelijk, vergeleken met de eerste dagen van deze week. Ben wat grieperig en heb het koud. Al dagen! Ik verplicht me te eten want ik ben in een week 5 kilo afgevallen. Nu nog die kou weg en ik ben er weer. Dat wordt tijd. Morgen is de laatste (korte) chemo. De 6 grote en 18 kleine chemo’s  zitten er dan op. Daarna afwachten of het effect heeft gehad. De hele week zie ik ontzettend tegen die laatste chemo op.

Net als ik in slaap val word ik wakker gebeld door een onbekend nummer. Toch maar opnemen. Het is het ziekenhuis. Ik hoor een vertwijfelde stem, het hoofd van de chemoafdeling. Aan haar stem hoor ik dat het slecht nieuws is. “Meneer Schellekens,” zegt de stem, “Uw bloedwaardes van vanmorgen zijn niet goed”. Dat is niet geheel onverwachts, ik voel me niet voor niet zo klote. Dit houdt in dat het lichaam heeft niet goed is hersteld en een nieuwe chemo niet aan kan. “Shit”, denk ik, “dan wordt het een week uitgesteld.” De stem vervolgt: “Dokter Baas geeft deze aan u cadeau, zij denkt dat die ene chemo meer of minder niet zal uitmaken.” Ik ben het deze keer volkomen met dokter Baas eens en ben blij. Dat laat ik merken ook. Dat vindt de andere kant van de lijn een beetje raar. Ze heeft nog nooit een in haar ogen slecht-nieuwsgesprek zo snel zien veranderen in goed nieuws. Ik begrijp de verwarring, maar volg vooral mijn eigen gevoel. 

Ik heb het 's avonds maar meteen gevierd!. 

donderdag 7 november 2013

familieportret

Ieder jaar gaan mijn ouders met hun gehele gezin uit eten. Dit heeft jaarlijks wat voeten in aarde. Zie het gehele zootje maar eens gelijktijdig bij elkaar te krijgen. Het is vaak een onmogelijke opdracht. Vandaar dat de datum gewoon in januari geprikt wordt. “Houden jullie er rekening mee dat we dit jaar op 17 september uit eten gaan.” Handig om dit zo vroeg te weten, kan iedereen er rekening mee houden met vakanties, weekeinddiensten, festivals, sportwedstrijden etcetera. Het gros was dan uiteindelijk aanwezig, maar zelden waren we er echt allemaal. Al doen we allemaal ons best om erbij aanwezig te zijn, maar er zijn nu eenmaal zaken, waar je niet onderuitkomt.

De locatie wordt door pa en ma in Breda uitgezocht. Vaak gaan ze van te voren proef eten om e.e.a. af te spreken en vervolgens morgen wij op de bewuste dag in september/oktober aanschuiven. Hoewel het soms wat gedoe geeft, is de sfeer altijd goed. De broers en zussen blijven het leuk vinden om elkaar te zien, de rest past zich aan. 

Terugkerend hoogtepunt is er het familieportret. We poseren allemaal met frisse tegenzin, maar weten dat we bij iedereen ergens komen te hangen. Inmiddels hangen er een stuk of tien van die portretten bij mij op het toilet. De groep is inmiddels uitgegroeid  33 personen. Als je de foto’s bij elkaar ziet zie je de geschiedenis van de familie in een notendop. (nieuwe relaties, nieuwe kinderen)


Het blijft wel grappig dat mijn ouders het “het jaarlijkse etentje”noemen. Als de familie Schellekens bij elkaar is gaat het namelijk zelden over eten. Qua eten zijn wij cultuurbarbaren. Als de drank maar rijkelijk stroomt, wordt het bordje gewoon netjes leeggegeten. Er wordt vooral veel en hard geouwehoerd en gedronken.

woensdag 6 november 2013

vijver

Toen wij zeven jaar geleden ons nieuwbouwwijkje in Amersfoort betrokken, was iedereen druk met het in orde maken van huis en tuin. Mijn buurman maakte het erg bijzonder. In zijn huis deed hij niet zoveel, in zijn tuin des te meer. Er moest en zou een vijver komen.

Nu heb ik meerdere vijvers gezien en een beetje water in de tuin vind ik leuk. Bij hem werd meer dan de helft van de tuin vijver. Ik schat een lengte van een meter of zeven en op het breedste punt zo’n 5 meter breed. Echt hele grote tuinen hebben we niet, dus een groot deel van de tuin werd in beslag genomen door de vijver. Het ding werd uitgegraven door een graafmachine, het zand netjes afgevoerd, vijverfolie erin en vervolgens vullen met water. Vissen erin, salamanders, watervlooien, planten. De vijver werd geweldig, al leek het meer op een natuurzwembad.

De wilde eenden waren ook dol op de vijver. Ze kwamen aanvliegen en je zag ze vlak voor de vijver inhouden, de vleugels intrekken en landen op het water. Voor de buurman was het nog een hele klus om van de ene naar de andere kant van de tuin te komen. Er werd vervolgens een loopbrug gebouwd. Deze splitste de vijver als het ware in tweeën, maar maakte het bewegen in de tuin een stuk gemakkelijker. De wilde eenden waren niet zo wild enthousiast. Ik zie ze weer aankomen vliegen. Het zelfde ritueel alleen vlak voor de landing paniek. De landingsbaan is weg en in beslag genomen door een brug. De eerste twee eenden klapten er bovenop. De overige vlogen ternauwernood verder. Ik heb de wilde eenden nooit meer gezien.

We hebben nieuwe buren. Ze hebben de vijver gedempt. Gisteren zag ik een verdwaasde reiger zitten op de schuur.

dinsdag 5 november 2013

nieuwe buren

We krijgen nieuwe buren. Na zeven jaar wordt er verhuisd en waarschijnlijk daarna verbouwd om het huis weer in orde te krijgen voor een nieuw gezin. Langs alle kanten word ik gewaarschuwd. “Koen, ze hebben drie kinderen. Leeftijd 1,5; 5 en 7 jaar. Daar zal jij vast niet blij mee zijn.” Nu moet ik zeggen, de buren zonder kinderen waren uiteraard erg prettig. En inderdaad, toen 5 jaar geleden de halve buurt zwanger was stond ik niet te trappelen, want die kinderen worden groter, maar om nu bestempeld te worden als de buurman die niet van kinderen houdt vind ik ver gaan.

Ik ben namelijk dol op kinderen. Ze zijn creatief, maken plezier, hebben een andere, frisse kijk op het leven en zijn vooral inventief en soms innovatief. Oh ja, ze maken soms herrie en kunnen elkaar het leven zuur maken, zodat er vervolgens gehuild wordt. Lijkt me allemaal in orde. Mijn kinderen hebben elkaar ook regelmatig de hersens ingeslagen.


Waar ik niet zo dol op ben zijn de inconsequente ouders en dan vooral de harde, soms gillende moederstemmen.  Opvoeden is best ingewikkeld en dat kost tijd. Daar hoor je je als ouder in te verdiepen. Met alleen maar stemverheffing kom je er niet. Ook deze: “Ik tel tot drie,” waarna het kind blijf doordrammen en moeder niet verder komt dan twee heb ik een gruwelijke hekel. Volgens mij mag je een kind best wel mee naar binnen nemen om te bestraffen en niet buiten zodat de gehele buurt mag meegenieten. Tevens mogen we wat meer luisteren naar de kinderen en eens opletten wat ze echt bedoelen, als ze iets vragen.

Volgende week heet ik mijn nieuwe buren en buurtkinderen van harte welkom. Ik hoop alleen dat moeder geen harde stem heeft en niet tegen haar kinderen gilt. 

maandag 4 november 2013

laatste 2

Dat het de laatste chemo is zal ik weten. Alles is anders en dat ervaar ik niet positief. Het lijf begint op te raken. Het zit vol gif en ik voel allerlei zaken die ik nog nooit voelde.

Mijn benen zijn loodzwaar, alsof ik gisteren een marathon heb gelopen. Dit voelt al een paar dagen zo. De buik is gevoelig. Heb weinig smaak en hoofdpijn. Pijn is een groot woord, maar bij iedere beweging ben ik bewust dat ik een buik heb. Dat is ooit wel eens anders geweest. Een paar weken geleden leek het nog alsof iemand een grap met me uithaalde en die hele kanker niet waar was. Dat voelt nu echt anders.
De depressie ligt op de loer. Probeer het hoofd koel te houden, maar ook dat is best ingewikkeld. En dan vervolgens die verschrikkelijke kou. Ik heb het heel mijn leven al warm. Als iemand de verwarming in huis hoger wil hebben zeg ik altijd “doe gewoon een trui aan.” Ik liep het liefste op blote voeten, ook in de winter. Het woord koud kwam niet in mijn vocabulaire voor. Hier kan je je tegen kleden, maar nu, je moet me eens in bed zien liggen. Ik heb dikke gebreide sokken aan (gelukkig heb ik nog een paar van mijn moeder), draag een pyjama met lange mouwen en lig onder een dubbel dekbed. En ik heb het koud, zo verschrikkelijk koud.

Eind jaren negentig en in de zero’s schreef Francine Oomen de kinderserie “Hoe overleef ik….”.
Zo voel ik mij nu ook. Vrijdag nog één shot, dan nog één slechte week, en dan?
Geen idee, maar ik kijk er wel naar uit.


Caramba – het leven is knap waardeloos http://www.youtube.com/watch?v=dLbSsVRSoCc
Om van het leven weer vrolijk te worden.

zaterdag 2 november 2013

voor victor

“Hij is dood.”staat er in de sms van mijn broer die ik rond middernacht krijg. “Gelukkig”, denk ik, ”verder lijden wordt hem bespaard.” Er volgen geen tranen. Berusting in de dood, het gaat snel.
Anders was dat begin van de avond, toen broerlief belde met de mededeling dat het “eigenlijk al over is” en nu nog wachten “op het laatste nieuws”. Ik hang de telefoon op. Daarna stromen de tranen. Hij is definitief geveld. Ongelofeloos.

Hij is Victor, een bandlid van Misère uit Breda. Ik kan denken, één van de vijftien, maar dan doe ik hem erg te kort. Victor is Victor.
Victor is groot en veel. Victor leeft groot en veel. Victor is avontuur. Victor pakt aan. Victor is ingewikkeld. Victor is recht door zee. Victor is liefde voor vrouw en gezin. Victor is creatief. Victor is aanwezig en hartelijk. Victor is Victor.
Victor leefde groots, te groots. Hij leefde veel, te veel. Victor kon geweldig dronken zijn, te dronken. Victor wordt nooit 50, zeiden we, daarvoor leeft hij te intensief. Maar langzaam bij beetje kwam die vijftig in zicht. Victor gaat wel vijftig worden, hoe is het mogelijk, werd er tegen elkaar gezegd. Victor, die al wel eens gedotterd was, ongezond kon leven, maar er iedere keer weer bovenop kwam. Hij gaat Abraham halen!

Toen kwam die klote ziekte. Een maand geleden. Hij had er even mee doorgelopen. Te lang? Wat is te lang. Iedereen is onoverwinnelijk. Victor zeker. Alhoewel die pijn werd ondraaglijk. Victor en ondraaglijke pijn. Een slechte combinatie. We worden bijna soulmates, kanka boys. Hij belt mij en ik probeer mijn verhaal te vertellen. Iedere kankerkanker is anders, maar hij krijgt weer een beetje moed.

We spreken af. Binnenkort een biertje doen en vooral blijven ademen. Zeker zolang het leuk is.
Voor Victor werd het niet meer leuk.
De teller blijft een dikke 50 dagen voor de 50 steken. Verdomme!

vrijdag 1 november 2013

poepje

Mijn gang naar het toilet gaat niet altijd over rozen.
(Zie blog heavy shit http://koenschellekens.blogspot.nl/2013/09/heavy-shit.html )
Als de stoelgang weer op gang moet komen is dit niet altijd een prettige gebeurtenis. Ik voel dit al een poosje vooraf aankomen, maar ik kijk er niet naar uit. Niet zeuren en ondergaan, denk ik dan. Dat is toch gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Er zijn gelukkig zaken die de stoelgang verzachten. Een herinnering aan dochter Jip doet wonderen. Zij was bezig met de zindelijkheidstraining en kon al heel goed zelf naar de WC. Eerst moest er een brilverkleiner onder de WC-bril worden gelegd, zodat zij ook kon blijven zitten op het toilet. Vervolgens klom ze met een extra trapje op de bril en gaat mevrouw zitten. Dit kon ze uren volhouden. Ze zat te zingen en te kletsen en bleef net zolang zitten totdat het gebeurd was. Als ze geen aandrang had, was het best moeilijk haar van het toilet af te halen. Ze moest toch poepen of niet soms.

Één keer was ik het wachten zo beu, dat ik haar met zachte dwang van het toilet afhaalde. Dit pikte ze niet. Ik werd naar de trap gedirigeerd, daar moest ik wachten en zij klom weer terug op de WC bril. “Ik moet zo”, zei ze. Ik luister. Wat zegt ze nu? Ik hoor een meisjesstem roepen:”Poepje, waar ben je?” Ze verdraait haar stem en zegt “Ik zit in een heel klein holletje en kom nu naar buiten.” Ik hoor een korte kreun en ze roept: “Klaar!”
Zo kan het ook. Dus als je mij hoort murmelen en ik zit op het toilet zou het zo maar kunnen dat ik mijn poepje roep.

donderdag 31 oktober 2013

halloween

Een jaar of veertien geleden maakte ik kennis met een Amerikaanse buurvrouw. We raakten in gesprek en ik vroeg haar wat ze het meeste miste in Nederland. Antwoord: De american tradition. Daar kon ik me weinig bij voorstellen, maar dat lag vooral aan mij. Na wat aandringen legde ze me het Halloween feest uit. Dat leek me niet zo moeilijk om dit in de buurt te organiseren.

Het idee achter Halloween is dat de boze geesten de avond voor Allerheiligen bezit willen leggen op de huizen en het eten, dat voor Allerheiligen klaarligt. Dit kan voorkomen worden door deze geesten op tijd weg te jagen. Kinderen lopen verkleed langs de deuren en roepen trick or treat. Zij hopen dan op tijd te zijn en de geesten te verjagen. In ruil hiervoor krijgen ze dan iets lekkers.
Het kan echter ook zo zijn (in het spel) dat het huis al is ingenomen door de boze geesten en dat de kinderen dus te laat zijn. In dat geval worden ze aan het schrikken gebracht.

In de loop der jaren werd Halloween steeds groter en kwamen er steeds meer kinderen op het feest af. Steeds meer huizen deden mee en versierden de buitenkant. Het begon al een week te gonzen in de buurt.
We hebben een aantal jaar met het spel, tot onze verhuizing meegedaan. Ons huis was altijd al ingenomen door de boze geesten en was bewoond door heksen, zombies, graftombes, spoken, een pan met maden. Er was altijd wel iets te verzinnen.

Het grootste compliment kregen we van twee veertienjarige buurtkinderen. “Bij Koen en Lydia bellen we niet aan, daar is het altijd zo eng,” en ze liepen inderdaad voorbij. Missie gelukt. 

woensdag 30 oktober 2013

feestboek

Facebook is een merkwaardig fenomeen. Je vindt een hoop oude vrienden terug, vraagt hoe het met ze gaat en vervolgens is het weer klaar. Fijn dat je weet wat men tegenwoordig doet, waar ze wonen en hoeveel kinderen ze hebben en dan? Meestal niets meer. Soms spreek je met een paar oudgedienden af en hoop je op een bijzondere avond. Vaak blijft het bij een korte schriftelijke communicatie. Het heeft namelijk vaak een reden waarom je elkaar twintig jaar niet meer hebt gezien.

Ik post geregeld iets op facebook en ik geef commentaar op de status van anderen. Hierop volgen uiteraard weer wat reacties en voor je het weet ben je weer een half uur verder. Anderen lezen alleen van alles en nog wat, maar laten niets van zichzelf zien. De grootste groep zijn de ooit aangemelde slapers. Zij weten zelf niet dat ze facebook hebben. 

Voor mij is het vooral een extra communicatiebron. Ik communiceer van alles, maak bekend dat ik weer een nieuwe blog heb en gluur tussendoor in het leven van anderen. Daar is niets mis mee, want deze mensen vinden het prima om begluurd te worden, anders zouden ze de zaken niet op facebook zetten. Voordeel hiervan is dat er bijna vooral positieve zaken op facebook staan. Het negatieve bewaren we voor de echte wereld.

Sinds ik vaker thuis ben en mijn rust moet nemen ervaar ik facebook steeds meer als feestboek. Het zijn mijn ogen in de wereld. Ik kan bijhouden wat sommigen uitvoeren, naar welke concerten men gaat en waar men zich mee bezig houdt. Soms organiseer ik een meet en greet. Ik zou bijna een oproep willen plaatsen aan iedereen met feestboek, om dit medium wat meer te gebruiken. Al is het maar voor mij. J

dinsdag 29 oktober 2013

blauw

De geboorte van Fee ging niet geheel vanzelf. Iedereen riep dat dit vast een gemakkelijke bevalling zou worden. Het was namelijk de tweede en die van Jip was er één volgens het boekje, een rustige thuisbevalling zonder kleerscheuren. Lydia was er wat minder zeker van en helaas ze kreeg gelijk.
Nadat Fee zich maar niet wilde aankondigen werd ze door middel van medicijnen opgewerkt in het ziekenhuis, tweeënhalve week te laat. Infuus erin en afwachten maar. Ons romantische plaatje van een wederom thuisbevalling was al door middel geschoten, maar ach, we zouden die middag vast op tijd weer thuis zijn. Eitje. De champagne namen we maar niet mee.
Het kind wilde ondanks alles niet komen. De weeën werden heftiger, de ontsluiting bleef op zich wachten. Toch maar pijnmedicatie. Lydia kreeg het zwaarder en zwaarder en er kwam maar niets, totdat eindelijk de stroomversnelling op gang kwam. Verloskundige in de startblokken, het kind werd zichtbaar, kopje eruit en klem! Geen beweging meer in te krijgen. Alarmknoppen gedrukt, komen loopt vol met ginecoloog, kinderarts, verpleegkundigen,couveuse. Ze trekken aan het hoofd (het lijkt wel of ze in tweeën wordt getrokken) draaien wat en het kind is eruit. Blauw, kind wordt in te kleine couveuse afgevoerd naar de baby afdeling, waar ze aan allerlei apparaten wordt gebonden. Ze moet enkele dagen ter observatie blijven.
De dag erna ga ik met Jip kijken, voordat ik ze naar de crèche breng. Op de crèche vraagt iedereen naar de mooie rose baby. Nou zegt Jip: Er is niets aan. Ze is blauw en ligt vastgebonden in een glazen kooitje. Ze geeft me een kus en gaat lekker spelen. 
Ik maakte mij nog vele zorgen over Fee, maar dat is achteraf niet nodig, die redt zich wel.

maandag 28 oktober 2013

laatste

Dit weekeinde was mijn laatste grote chemo. Men doet er alles aan om deze onvergetelijk te maken. Het begon al met de naald prikken. Normaal één keer en raak. Deze keer ging de naald er pas goed in na anderhalf uur en tijdens de zesde en laatste poging.
Vervolgens krijg ik de luxe van een eigen kamer. Nou ja luxe. De kamer is erg klein, met een troosteloos uitzicht.

De buurman is een verstandelijk beperkte man, zijn deur staat open. Hij jammert verschrikkelijk hard, dus dat hoor ik ondanks mijn eigen kamer met gemak. Als hij wakker is verslikt hij zich nog wel eens. Ik heb dan iedere keer het idee dat hij dan erin stikt, maar ik zie er geen verpleegkundige die kant op lopen. Valt dus iedere keer mee (of moet ik zeggen tegen).
Gelukkig heb ik een supernacht. Netjes iedere anderhalf uur wakker om te plassen, zodat er geen ongelukken gebeuren. De buurman slaapt ook, zodat hij niet hoeft te jammeren en ik hem niet hoor. Om 4 uur is de kuur klaar en wordt de naald eruit gehaald, zodat ik nog beter kan slapen. Ik word om half 8 (nieuwe tijd) definitief wakker dus kan na het ontbijt redelijk fit naar huis. Dat is nu eens een feestelijke afsluiting van het voorlopig laatste nachtelijke verblijf in het Amersfoortse Hilton.

De eerste symptomen van het gif begin ik ook al te voelen. (beetje misselijk en minder smaak.) Dat is vroeger dan normaal, maar prima, hoe eerder ik er misschien ook vanaf ben. Er gaan nog twee kleine chemo shots op de komende vrijdagen en dan ben ik voorlopig uitbehandeld. Hopelijk pakt het lichaam alles goed op en hoor ik op 21 november dat de verlenging van de derde helft zich doorzet. Ik heb er zin in!

vrijdag 25 oktober 2013

spuugzat

De laatste chemo staat voor de deur. Dit weekeinde krijg ik het laatste grote shot, daarna twee kleintjes op de vrijdagen en ik ben klaar. Voorlopig uitbehandeld. Dit voelt raar. Uitbehandeld zijn terwijl je weet dat de kanker er nog zit. Het is de bedoeling dat de kanker stil blijft staan en niet meer groeit. Dan heeft de chemo zijn werk gedaan.

Ik zie erg tegen die laatste chemo op. De eerste drie onderging ik fluitend. Natuurlijk had ik wel last van vermoeidheid. Ik had ook regelmatig last van de stoelgang en darmen. Toch vond ik dit wel draagbaar. Chemo vier was zwaarder, maar ook te doen. Vooral omdat de uitslagen daarna redelijk waren. Chemo vijf viel verschrikkelijk tegen. De chemobijwerkingen zijn na vijf weken nog steeds niet ove en de nieuwe gaat alweer starten. De handen en voeten zijn aan het vervellen. Ik heb het al dagen koud en word niet meer warm. Ik word wat depressief. Eigenlijk slaat alle ellende de laatste weken toe. Ik ben het spuugzat.

Nu krijg ik de laatste chemo. Deze kan me gestolen worden. Onder het mom baat het niet dan schaadt het niet zet ik door en probeer ik niet te klagen. Ook dat valt niet mee. Als men aan mij vraagt: “Hoe gaat het?, kan ik niet zeggen “Goed!”, maar zeg ik “Volkomen klote!” Op dit antwoord zit niemand te wachten. Iedereen wil het liefste een oneerlijk antwoord hebben. Men wil alleen maar horen dat het goed is.

Ik hoop dat het snel vier weken verder is en er nieuwe uitslagen zijn. Als men die tijd niets aan me vraagt, dan hoef ik geen antwoord te geven. Doe maar de duim omhoog als je mij ziet, dat is prettiger voor iedereen. Vraag niets, ik sla me er wel doorheen!