“Pap, er staat een koffer in de kamer.” “Dat heb je goed
gezien, dochter.”zeg ik terug. De vraag is eigenlijk “Wat doet die koffer daar
en wat zit erin?” Aangezien ik die vraag niet heb gehoord behoef ik geen
antwoord te geven. Kijken hoelang de nieuwsgierigheid in toom gehouden wordt.
Een paar dagen later is Jip er ook. “Wat zit er in die
koffer?” De bandboeken van mijn vroegere bandje, onlangs gebracht door twee
oud-bandleden,” is het eerlijke antwoord. “Oh, van al die oude mannen van over
de vijftig.”is het antwoord. “Mogen wij die zien?” Het eerste deel van de deze
zin negeer ik, de rest knik ik bevestigend. De koffer gaat open. Er zitten een
stuk of tien plakboeken in en een paar stapels foto’s. Ik leg uit dat dit de
fotoboeken zijn van toen ik tussen de twintig en dertig was van mijn band. Over
de carnaval en over de bandweekends. “Leuk”, zeggen de meiden en ze beginnen te
kijken in boek één. In de meeste foto’s van de jongens herkennen ze niet de
vijftigers van nu. Ach zo vaak zien ze die ook niet, dus het is ze vergeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten