Gisteren, donderdagmiddag. Ik lig onder een warme slaapzak
op de bank. Ik heb het al dagen koud. Het lijkt wel alsof ik nooit meer warm
word. Het gaat redelijk, vergeleken met de eerste dagen van deze week. Ben wat
grieperig en heb het koud. Al dagen! Ik verplicht
me te eten want ik ben in een week 5 kilo afgevallen. Nu nog die kou weg en ik
ben er weer. Dat wordt tijd. Morgen is de laatste (korte) chemo. De 6 grote en
18 kleine chemo’s zitten er dan op.
Daarna afwachten of het effect heeft gehad. De hele week zie ik ontzettend
tegen die laatste chemo op.
Net als ik in slaap val word ik wakker gebeld door een onbekend nummer. Toch
maar opnemen. Het is het ziekenhuis. Ik hoor een vertwijfelde stem, het hoofd
van de chemoafdeling. Aan haar stem hoor ik dat het slecht nieuws is. “Meneer
Schellekens,” zegt de stem, “Uw bloedwaardes van vanmorgen zijn niet goed”. Dat
is niet geheel onverwachts, ik voel me niet voor niet zo klote. Dit houdt in
dat het lichaam heeft niet goed is hersteld en een nieuwe chemo niet aan kan. “Shit”,
denk ik, “dan wordt het een week uitgesteld.” De stem vervolgt: “Dokter Baas
geeft deze aan u cadeau, zij denkt dat die ene chemo meer of minder niet zal
uitmaken.” Ik ben het deze keer volkomen met dokter Baas eens en ben blij. Dat
laat ik merken ook. Dat vindt de andere kant van de lijn een beetje raar. Ze
heeft nog nooit een in haar ogen slecht-nieuwsgesprek zo snel zien veranderen
in goed nieuws. Ik begrijp de verwarring, maar volg vooral mijn eigen gevoel.
Ik heb het 's avonds maar meteen gevierd!.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten