Op de markt hoor je Henk al van verre. “beien,
beien, beien, beien, beien”. Meestal vijf keer, loeihard op vrijdagmorgen en de
gehele zaterdag. Hij verkoopt ook “meloenen om te zoenen” en weet ik veel
hoeveel meer fruit en groente, maar in de zomer galmen de “beien, beien, beien,
beien, beien”over de hof. Verder praat Henk heel normaal. Hij bedient
vriendelijk, is alert, charmant tegen vrouwen die er tegen kunnen, doet alsof
hij voldoende vakkennis heeft en praat over koetjes en kalfje. Tussendoor deelt
hij halve mandarijntjes uit en hij boert ogenschijnlijk goed. Hij heeft een
grote plek met veel personeel. Als Henk niet hard genoeg roept wordt zijn stem
overgenomen door het allergrootste personeelslid, Wilco. “Beien, beien, beien,
beien, beien.” De vijf beien van Wilco klinken
ook natuurlijk en galmen de gehele markt over. Bij beiden heb je het idee dat
ze ’s nachts in bed nog steeds liggen te roepen, arme wederhelft. De “meloenen
om te zoenen”van Wilco klinken vaak verder, dus deze roept hij vaker. Zo galmen hun stemmen tijdens de marktdagen de markt over.
Dochter Fee startte een jaar of zes geleden op de middelbare
school, waar zij onder andere geschoold werd in het vak drama. De uitvoeringen
van dit vak werden voor de ouders gepresenteerd. Een van de eerste opdrachten
was een improvisatie opdracht. Waar het verhaal over ging kan ik mij niet meer
voor de geest halen, maar haar opkomst was onvergetelijk, ze kreeg een groot
gedeelte van de zaal plat. Een klein meisje verschijnt op het toneel en met één
zin weet iedereen wie en waar ze was. Het klonk alleen een beetje hoger, verder
was het hard genoeg: “Beien, beien, beien, beien, beien.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten