Iedereen vind dat ik zo goed over mijn ziekte kan praten, zo
positief ben en er zo normaal mee omga. Ik heb geen enkel idee hoe ik het
anders moet doen. Wat is normaal in zo’n situatie? Het enige motto dat ik heb
is “Ik ben niet zielig, ik heb pech”, en dat geldt voor mij en mijn hele gezin.
Als je zielig bent lig je de gehele dag
in bed met een deken over je hoofd en schrik je mensen af. Dat wil ik vooral
niet.
Naast deze regel heeft Lydia nog een paar kleine regeltjes
ingevoerd. Ik mag niet meer ongeschoren over straat. “Je moet zorgen dat je er
iedere dag goed uitziet,” dus deze woorden heb ik maar ten harte genomen. Met
frisse tegenzin scheer ik mij iedere ochtend, het doel heiligt de middelen. De
paar kilo’s die ik ben afgevallen kan ik hebben, er mocht best wel wat vanaf. “Voordat
je de deur uitga kijk je in de spiegel.” Ik kijk dus iedere dag voordat ik de
deur uit ga goed in de spiegel. Ik ben
nog nooit zo ijdel geweest, iedere ochtend gel in mijn haar en soms een
bodylotion op de armen. Verder probeer ik het hoofd koel te houden en mij te
focussen op de leuke zaken.
“Gaat het echt zo goed?”. Uiteraard zeg ik volmondig “ja.” "Vooral doorgaan!" schreef ik wel eens eerder. Voor de insiders, ik bepaal
natuurlijk wel of, hoe en wanneer ik mij onder de mensen bevind en wat ik in
mijn blogjes schrijf. Wat jullie niet zien zijn mijn zielige momenten. Die
bewaar ik geheel ten onrechte voor mijzelf en Lydia. Ik hoop dat deze voor haar
meevallen, want zoals velen uit ervaring weten: “Een zieke man thuis is geen
pretje.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten