zaterdag 29 juni 2013

onderbroek

De eerste jaren van mijn werkend leven woonde ik in een kamer in Amsterdam. Ik was vanuit Tilburg geëmigreerd, dus moest op zoek naar een nieuwe vriendenkring, dit werden grotendeels studenten en werklozen. Niet handig, want zij hadden vooral een ander ritme. Ik mocht bijvoorbeeld dagelijks om half 7 op staan, zij mochten om een uur of half zeven naar bed.
Regelmatig was de verleiding groot om met deze groep door de week toch de kroeg in te gaan. Eerst hangen in de Jordaan en als het erg gezellig was nog even café het Strand. Dan was het al laat, dus te laat naar bed, of nog later naar bed, dat maakte niet meer uit.
Tegen de tijd dat ik naar huis ging, en soms de feestende meute achterliet, was de nacht alweer halverwege en bedacht ik mijn zonden. Hoe kom ik om half zeven op tijd mijn bed uit en hoe regel ik dat ik zonder kleerscheuren, fris en fruitig op mijn werk kom. Thuis gekomen gauw de kleren op een hoop en het bed in.


Volgende ochtend douchen, katercola, schone onderbroek (waar ligt die ook al weer) kleren aan en hop de auto in, ramen open en wakker worden onderweg. Eenmaal voor de klas ben ik weer trots dat de les goed gaat en dat de leerlingen het idee hebben dat alles goed verloopt.
Wat voel ik langs mijn been? Ik kijk naar beneden. Op tijd zie ik een onderaan mijn broekspijp een stukje stof naar buiten piepen. Snel buk ik om dit weg te graaien en in mijn tas te stoppen. Is dat niet die vieze onderbroek die in een broekspijp is blijven hangen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten