vrijdag 6 december 2013

poesje

Mijn vader en moeder hadden vroeger hun stoute grapjes. Het was natuurlijk de bedoeling dat deze zaken bewaard werden in hun slaapkamer, en niet in handen van de kinderen kwamen. Dit was nog wel eens ingewikkeld. Zeven kinderen in huis, die regelmatig op strooptocht gingen naar iets lekkers, hou die maar eens tegen.

Deze laatste zin vraagt om uitleg. In de loop der jaren kenden wij de vele verstopplekken waar pa en ma een soort mondvoorraad hadden voor lekkere zaken. Als ze bij de Davro (soort Makro) waren geweest, zagen we allerlei lekkernijen binnen komen. Deze kwamen niet in de voorraadkasten of dito potten. Waar dan wel? Waar waren die chocotofs? Of marsen? Of dropjes? Of ….. vul maar in. Een rooftocht zou zeker die week volgen door één van de ettertjes.

Zo kwamen we op een keer een paarse slip met zwarte kant tegen, met een gele poes erop. Hilarisch.  Bij navraag bleek dat pa dit ooit in Parijs voor ma had gekocht. Goed bewaren, kunnen we nog plezier van hebben.

Uiteindelijk heb ik de slip meegenomen als zestienjarige meegenomen op schoolzeilkamp. Deze kwam vast goed van pas. Dat was achteraf een beetje dom. Tijdens het hangen speelden we in het ruim met een groep het spelletje ezelen. Wie de ezel werd, moest verplicht de slip aan te doen en heel hard te roepen: “IIII,AAAA, ik ben een ezel.”

Mijn huidige schone zuster Maria, toen klasgenoot, kan zich dit voorval nog herinneren als de dag van gisteren. En soms, te pas en te onpas, komt deze herinnering als een soort van dreigement weer naar boven. Zo blijft Maria mij in haar macht hebben. Ik geloof niet dat zij er een foto van heeft. J Waar de slip is gebleven? Nooit meer gezien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten