In de Nederlandse ziekenhuizen bestaat een eerste hulp
afdeling. Deze wordt ook wel spoedeisende hulp genoemd. Men schijnt daar heen
te gaan als men spoedeisende hulp nodig heeft, want daar is deze voor bedoeld.
Zo ik afgelopen zondag. Na een moeilijk nacht zonder
veel lucht, oprispingen en pijn trok ik het niet meer. Beleefd als we zijn
bellen we eerst of we eraan kunnen komen. FOUT. Nooit bellen gewoon gaan. Anderhalf
uur later is er een vervangende arts in huis die constateert dat ik inderdaad
naar de spoedeisende hulp moet dus om tien uur ben ik daar aanwezig. Er wordt
op mij gewacht. Zodra ik binnen ben wordt er meteen bloed afgenomen en doet men
wat onderzoeken op mijn buik. Er zit inderdaad vocht in. Dit was al bekend,
alleen was de actie in overleg met artsen uit gesteld.
Probleem geconstateerd, oplossing nabij. WEER FOUT! Er is
geen radioloog voorhanden. Deze komt alleen maar bij levensbedreigende
situaties en ik ga zondag nog niet dood. “U blijft hier, we houden u goed in de
gaten of het nog gaat en morgenochtend bent u de eerste.” Meer keuze is er
niet, ik ben blij dat ik in ieder geval rust heb en knik. Ik rommel de zondag
door, kan in het nieuwe ziekenhuis zelfs een beetje slapen en het is maandag.
Wachten, wachten, wachten. Om half vier, helemaal lichamelijk en geestelijk
kapot, 31, 5 uur na mijn eerste telefoontje word ik geholpen. Eindelijk lucht,
nieuwe pijn en een berg frustraties. De volgende keer gaat het echt sneller.
Excuses overal voor het lange wachten.
Waar lag het nu aan? Achteraf lag het probleem bij mezelf.
Vanaf aankomst had ik ieder uur jankend moeten bellen dat ik het niet meer
redde, dan had men die radioloog gebeld en de drain eerder geplaatst. Nu moest
de arts assistent zelf beslissen, en die durven zelden naar de arts te bellen. Het
was een handeling van een kwartier! Welkom in de medische wereld!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten