donderdag 11 juli 2013

effectief

Tot mijn 5e jaar woonde ik in Breda, samen met mijn 4 broers, 2 zussen en pa en moe. Ma probeerde orde in een chaotisch huishouden te scheppen. De tijden waren anders dan nu, met andere waarden en normen. In bad ging je maar één keer per week, op zaterdag. Iedere dag in bad was verspilling van water en dus geld. 
In de zomer gebeurde het badderen vooral buiten in een zinken teil, zodat de badkamer niet vies werd. Wij werden altijd in ploegen verdeeld, ik mocht in de teil samen met broer Paul en broertje Stan, de drie jongste kinderen. Eerst mocht Paul alleen in de teil, daarna Stan en ik. Echt schoon en warm was het water dan niet meer.
De overige dagen werden we in de keuken gewassen. 
Een mooie oplossing was de keukentafel. Wij met zijn drieën naast elkaar zittend op een tamelijk klein tafeltje: eerst de hoofdjes wassen en vervolgens de handen uitsteken, zodat was  erg beweeglijk.  Het lukte me op de een of andere manier steeds om op de grond te belanden, liefst met mijn hoofd naar beneden. Na een harde bonk en een korte huilpartij, lachte ik al weer. Vervolgens werd ik terug tussen de anderen geplaatst en de wasbeurt ging gewoon verder. Je kon mij altijd herkennen aan de bulten op mijn voorhoofd. 

Troosten bij een huilpartij kon mijn vader altijd heel goed. Hij keek je dan aan, pakte je handen en zei: ”Even op je tanden bijten en tien keer springen.” Gegarandeerd dat je verdriet door de afleiding over was.
Ik had een hekel aan deze methode. Toen ik eenmaal zelf vader was, ontdekte ik dat dit wel erg effectief was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten