Ik heb nu officieel twee maanden kanker. Uiteraard hebben de
gebeurtenissen omtrent de kanker een flinke impact op mijn gezin, maar ook ver
daarbuiten. Ik merk dat de buurt een beetje is veranderd, op mijn werk wordt er
anders naar me gekeken en vrienden benaderen me veel vaker dan voorheen.
Omdat ik openhartig over mijn ziekte ben, zijn veel mensen
open over hun gevoelens. Ik vind dit prettig en wat ik aan reacties terugkrijg
anderen ook. De openhartigheid leidt ook tot veel cynisme en zwarte humor.
Tijdens het familie weekeinde van een week of 6 geleden ben ik wel op vier
soorten manieren begraven, al vond men wel dat ik moest kiezen, zodat ik bij de
generale aanwezig kan zijn. Van dit soort humor word ik erg vrolijk.
Sommigen vinden mijn ziekte moeilijk. “Zal ik hem wel of
niet aanspreken?” “Zal ik er wel of niet naar vragen?” en soms doet men alsof
ik er niet ben. Stiekem snap ik het wel. Zieken zijn nu een beetje eng, alsof
ze besmettelijk zijn en al met één been in het graf staan. Ik zal niemand
kwalijk nemen als men bang voor mij is. Ik zeg maar zo: “ieder zijn weg, ieder
zijn camino.”
Wat ik erg vind is als mensen met een steen in hun buik
blijven rondlopen. Dat is helemaal niet nodig. Ik ben niet zielig, ik heb
gewoon kanker, niets meer en niets minder. En daar kan je prima over praten,
ook met deze inmiddels ervaringsdeskundige. Men mag me alles vragen, dus blijf niet met die steen rondlopen. Daar
wordt je leven alleen maar zwaarder van en dat is toch echt nergens voor nodig.
Onthouden papa!
BeantwoordenVerwijderen